|
|||||
1. | Neem een assenstelsel
met A = (0, 0) en P = (p, 0) en B = (8,0) Als N het midden van AP is, dan is QN = AN = 1/2p Dus Q = (1/2p, 1/2p) Stel dat K het midden van PB is PB = 8 - p dus PK = 4 - 1/2p en dan is ook RK = (4 - 1/2p) Dus R = (p + 4 - 1/2p, 4 - 1/2p) = (4 + 1/2p, 4 - 1/2p) |
|
|||
M is het midden van
QR: M = (1/2
• (1/2p
+ 4 + 1/2p),
1/2
• (1/2p
+ 4 - 1/2p)
) = (2 + 1/2p,
2) De punten M liggen op een horizontale lijn op afstand 2 van AB. |
|||||
2. | |||||
De afstand tussen
(11, 5) en (λ, 3 + 2λ)
is √((11 -
λ)2 + (5 - 3 - 2λ)2)
= 10 100 = (11 - λ)2 + (2 - 2λ)2 100 = 121 - 22λ + λ2 + 4 - 8λ + 4λ2 5λ2 - 30λ - 25 = 0 λ2 - 6l - 5 = 0 (λ - 5)(λ - 1) = 0 λ = 5 ∨ λ = 1 Dat geeft de punten (5, 13) en (1, 5) |
|||||
3. | |||||
OP2 =
λ2 + (10 -
λ)2
=
λ2 + 100 - 20λ
+
λ2 = 2λ2
- 20λ + 100 QP2 = (4 - λ)2 + (10 - λ)2 = 16 - 8λ + λ2 + 100 - 20λ + λ2 = 2λ2 - 28λ + 116 de afstand is √(2λ2 - 20λ + 100) + √(2λ2 - 28λ + 116) voer die in bij Y1 en gebruik calc - minimum om de minimale afstand te vinden. Dat levert minimale afstand 11,66 voor λ = 6,25 λ = 6,25 levert het punt P(6.25, 3.75) |
|||||
4. | R = (0, r) P = (1, 2) Q = (8,5) |
||||
voer in de GR in:
Y1 = cos-1((8 + (X - 2)(X - 5))/(√(1
+ (X - 2)^2) * √(64 + (X - 5)^2)) calc - maximum geeft een hoek van 71,83º (voor r ≈ 4,649) |
|||||
5. |
|
||||
|
|||||
|
|||||
x
= 3/2p
- 3 geeft 3/2p
= x + 3 dus p = 2/3x
+ 2 invullen in de y-vergelijking: y = 1/2p + 3 = 1/2 • (2/3x + 2) + 3 = 1/3x + 4 De lijn heeft vergelijking y = 1/3x + 4 |
|||||
6. | a. | Het is
geen driehoek als P op het snijpunt van beide lijnen ligt, want dan
liggen de drie punten op één lijn. k gaat door (0, 10) en (40, 0) dus b = 10 en a = -1/4 dus k is de lijn y = 10 - 1/4x een punt van l is (18 + 5t, 30 - 3t) invullen in k: 30 - 3t = 10 - 1/4(18 + 5t) 30 - 3t = 10 - 4,5 - 1,25t 24,5 = 1,75t t = 14 Het snijpunt is P = (-12, 88) |
|||
b. | A(0,
10) P(18 + 5t, 30 - 3t) B(40, 0) de vectoren AP en BP moeten loodrecht op elkaar staan |
||||
inproduct nul: (18 + 5t)(22 - 5t) + (20 - 3t)(-30 + 3t) = 0 396 - 90t + 110t - 25t2 - 600 + 60t + 90t - 9t2 = 0 -34t2 + 170t - 204 = 0 t = (-170 ± √(1156))/-68 = 3 of 2 t = 3 geeft P = (33, 21) en dan is AP = √332 + 112) = √1210 en BP = √(72 + 212) = √490 Dan is de driehoek niet gelijkbenig. t = 2 geeft P = (28, 24) en dan is
AP = √282 + 142)
= √980 en BP =
√(222 + 242) =
√1060 Er is dus NIET zo'n punt P te vinden. |
|||||
7. | a. | Twee vectoren staan loodrecht op elkaar als hun inproduct nul is. | |||
2cost
• (2 + cost) + 2sint • sint = 0 4cost + 2cos2t + 2sin2t = 0 4cost + 2(cos2t + sin2t) = 0 4cost + 2 = 0 cost = -1/2 t = 2/3π ∨ t = 4/3π |
|||||
b. | P
= (2cost, 2sint) Q = (2 + cost, sint) rc PQ is (2sint - sint)/(2cost - 2 - cost) = sint/(cost - 2) PQ is de lijn y = sint/(cost - 2) • x + b (2cost, 2sint) ligt erop: 2sint = sint/(cost - 2) • 2cost + b b = 2sint - 2sintcost/(cost - 2) PQ is de lijn y = sint/(cost - 2) • x + 2sint - 2sintcost/(cost - 2) y = 0 geeft dan 0 = sint/(cost - 2) • x + 2sint - 2sintcost/(cost - 2) sint/(cost - 2) • x = -2sint + 2sintcost/(cost - 2) x = { -2sint + 2sintcost/(cost - 2)} • (cost - 2)/sint x = -2(cost - 2) + 2cost x = -2cost + 4 + 2cost x = 4 Dat is inderdaad onafhankelijk van t. |
||||
c. | P
= (2cost, 2sint) Q = (2 + cost, sint) M = (1.5cost + 1, 1.5sint) M ligt op cP als MP = 2, dus MP2 = 4 (1,5cost + 1)2 + (1,5sint)2 = 4 2,25cos2t + 3cost + 1 + 2,25sin2t = 4 2,25(cos2t + sin2t) + 3cost = 3 2,25 + 3cost = 3 3cost = 0,75 cost = 0,25 t ≈ 1,318... Tussen t = 0,723 en t = 1,318 ligt M aan de bovenkant buiten beide cirkels. Dat is 0,595 van de 2π De baan is symmetrisch t.o.v. de x-as dus er is nog eenzelfde deel aan de onderkant Dat is 2 • 0,595/2π • 100% = 18,94.... % Ongeveer 19%. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |