© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. Het aantal grenzen dat de landen hebben is :
A: 2
B: 3
C: 4
D: 2
E: 3

Graaf A heeft 4-4-2-2-2 lijnen per knooppunt dus valt af.
Graaf C heeft 3-3-3-3-2  lijnen per knooppunt dus valt af.

B en D zouden beiden nog kunnen.
       
  b.  
     
       
    Hoofddiagonaal:  aantal manieren om van een land naar een buurland te gaan en weer terug. ofwel:  aantal buurlanden.
Andere plaatsen:  aantal manieren om van een het ene land naar het andere te gaan via één ander land.
       
  c.
    In totaal zijn er 26 mogelijke routes van C naar C.
       
2. a. Er staan 15 enen in de matrix dus er zijn 15 wedstrijden gespeeld.
In een halve competitie met 6 teams worden inderdaad 15 wedstrijden gespeeld.
       
  b. De teams A, B, C en D hebben allemaal drie wedstrijden gewonnen en zijn dus gelijk geëindigd.
       
  c.
    Daaruit blijkt dat team A winnaar is geworden.  
       
3. Dat is het aantal manieren om van (0,0) naar (3,3) te gaan  (als je het als een coördinatenstelsel ziet)
Dat zijn  6 nCr 3 = 20 manieren.
Daar staat dus 20.
       
4. In de gebruikelijk notatie:
 
  De som van de kolommen is achtereenvolgens:  8, 7, 6, 3, 2
De uitslag volgorde is dus  A - B - C - D - E
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)