|
|||||
1. | a. | Het aantal grenzen dat de landen
hebben is : A: 2 B: 3 C: 4 D: 2 E: 3 Graaf A heeft 4-4-2-2-2 lijnen per knooppunt dus valt af. Graaf C heeft 3-3-3-3-2 lijnen per knooppunt dus valt af. B en D zouden beiden nog kunnen. |
|||
b. | |||||
Hoofddiagonaal:
aantal manieren om van een land naar een buurland te gaan en weer terug.
ofwel: aantal buurlanden. Andere plaatsen: aantal manieren om van een het ene land naar het andere te gaan via één ander land. |
|||||
c. | |||||
In totaal zijn er 26 mogelijke routes van C naar C. | |||||
2. | a. | Er staan 15 enen in
de matrix dus er zijn 15 wedstrijden gespeeld. In een halve competitie met 6 teams worden inderdaad 15 wedstrijden gespeeld. |
|||
b. | De teams A, B, C en D hebben allemaal drie wedstrijden gewonnen en zijn dus gelijk geëindigd. | ||||
c. | |||||
Daaruit blijkt dat team A winnaar is geworden. | |||||
3. | Dat is het aantal
manieren om van (0,0) naar (3,3) te gaan (als je het als een
coördinatenstelsel ziet) Dat zijn 6 nCr 3 = 20 manieren. Daar staat dus 20. |
||||
4. | In de gebruikelijk notatie: | ||||
De som van de
kolommen is achtereenvolgens: 8, 7, 6, 3, 2 De uitslag volgorde is dus A - B - C - D - E |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |