| 
 | |||||
| 1. | a. | 
		 | |||
| J = 1000 in 200 geeft  
		V = 800 in 2005, dus  a = 0,8 V = 500 in 2000 geeft O = 250 in 2005 dus b = 0,5 V = 500 en O = 500 in 2000 geeft J = 1100 in 2005 dus 500c + 500d = 1100 .....(1) V = 800 en O = 250 in 2005 geeft J = 715 in 2010 dus 800c + 250d = 715 ......(2) Uit (1) en (2) kun je c en d berekenen: (2) geeft 1600c + 500d = 1430 trek daar (1) van af: 1100c = 330 dus c = 0,3 Dan volgt uit (1) of (1) dat d = 1,9 | |||||
| 
		 | |||||
| b. | Stel de 
		evenwichtsaantallen  J, V en O Dan moet gelden 0,3V + 1,9O = J 0,8J = V ofwel J = 1,25V 0,5V = O tweede en derde invullen in de eerste: 0,3V + 1,9 • 0,5V = 1,25V en dat klopt Er is dus evenwicht mogelijk, en de verhoudingen J - V - O zijn 1,25 - 1 - 0,5 Dat klopt met de vorm van piramide B OF: het zelfde verhaal met de gegeven matrix: 0,5V + 1,5O = J 0,8J = V ofwel J = 1,25V 0,5V = O invullen: 0,5V + 1,5 • 0,5V = 1,25V en dat klopt. de verhoudingen dan hetzelfde, dus ook B | ||||
| c. | Splits de groep 
		ouderen in twee groepen O1 en O2 en maak er een 4 × 4 
		matrix van. O1 en O2 gaan alleen naar J (zelfde getal als nu van O naar J), verder nullen. Van V gaat de helft naar O1 en de helft naar O2 | ||||
| 2. | a. | 1/3 
		blijft middelgroot, 1/6 
		wordt groot dus er verdwijnt 1 - 1/3 
		- 1/6 
		= 1/2. Hij verkoopt de helft. | |||
| b. | "van m naar m" is niet nul, en dat moet bij een Lesliematrix wél. Diersoorten kunnen niet even oud blijven. | ||||
| c. | 
		 | ||||
| Dit zijn de aantallen bomen per categorie over een jaar. | |||||
| d. | 
		 | ||||
| Dus moet gelden 
		1/3x 
		+ 400 = 1200   ⇒   x 
		= 2400 De kweker moet 2400 kleine bomen hebben Omdat 1/3x = 800 moet hij elk jaar 1600 kleine bomen bijplanten. | |||||
| © h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) | |||||