Hoe zit dat met staartdelingen? | ||||
Hiernaast staat die staartdeling van de
basisschool. Laten we dit staartdelen eens wat nauwkeuriger bekijken. Wat gebeurt daar nou eigenlijk? Waarom mag dat en werkt dat allemaal? Het antwoord daarop wordt duidelijker als je je realiseert dat het getal 864 eigenlijk gelijk is aan 800 + 60 + 4 = 8 • 100 + 6 • 10 + 4 |
|
|||
De staartdeler doet eigenlijk het
volgende: Hij kijkt eerst naar de honderdtallen. Dat zijn er 8. Hij berekent hoe vaak 6 honderdtallen daar in passen, en dat is één keer. Daarom trekt hij alvast 100 keer 6 van het getal af. Dat is 600 dus van die 800 blijft nog 200 over. Nu gaat hij naar de tientallen. Daar zijn er nog 25 van over (20 van de overgebleven 2 honderdtallen en 5 echte). Hoe vaak passen 6 tientallen daar in? Dat is 4 keer. Daarom trekt hij alvast 4 keer 6 tientallen van het overgebleven getal af. Dat is 24 tientallen dus blijft nog één tiental over. Tenslotte de eenheden. Dat zijn er nog 14
(10 van het ene overgebleven tiental en 4 echte) |
||||
|
||||
Het komt erop neer dat je getallen
opsplitst in eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen enz. 2456 zou je schrijven als 2 • 1000 + 4 • 100 + 5 • 10 + 6 = 2 • 103 + 4 • 102 + 5 • 10 + 6 En 33462 = 3 • 104 + 3 • 103 + 4 • 102 + 6 • 10 + 2. En ga zo maar door. En nu komt de grote denkstap.....
Voorbeeld: stel dat we weer willen uitrekenen 854 : 6. |
||||
|
||||
En als laatste denkstap nemen we
dan natuurlijk:
|
||||
Dat levert de manier van staartdelen op die we in de les behandelden. | ||||