HAVO WA12 2005 - I | ||
Er zijn nog drie wachtenden voor u... | |||||
Een callcenter verleent telefonische diensten
voor bedrijven zoals het opnemen van bestellingen of het afhandelen van
vragen. het aantal telefoontjes en de gespreksduur per telefoontje
vari๋ren in een callcenter. Als je zo'n callcenter belt kun je soms
direct geholpen worden. Het is ook mogelijk dat je te horen krijgt:
"Er zijn nog drie wachtenden voor u". Er is dan een rij van
wachtenden ontstaan.
Je belt naar een callcenter. De kans K dat je moet wachten
hangt af van het aantal telefonisten T en van het product a
g. In dit product is: Je ziet dat de tabel maar voor de 'helft' is ingevuld. We bekijken
in deze opgave namelijk alleen de situatie dat er meer telefonisten
beschikbaar zijn dan er gemiddeld in gesprek zijn, want anders ontstaat er
altijd een rij wachtenden. |
|||||
In callcenter DirectCall zijn 's ochtends 11 telefonisten aanwezig. Er komen per minuut gemiddeld 2 telefoontjes binnen. De gespreksduur van die telefoontjes is gemiddeld 4 minuten. | |||||
3p | Laat zien dat de kans dat een beller 's ochtends moet wachten ongeveer 0,25 is. | ||||
Voor een beller is de wachttijd
belangrijker dan de kans op wachten. Een wiskundige heeft een
formule gemaakt voor de gemiddelde wachttijd in minuten:
|
|||||
3p | Bereken hoe lang een beller 's ochtends
gemiddeld moet wachten. Geef het antwoord in hele seconden |
||||
's Middags zijn er bij
DirectCall 14 telefonisten aanwezig. Er komen per minuut gemiddeld 8
telefoontjes binnen, die gemiddeld 1,5 minuut duren. Een van de telefonisten doet de volgende uitspraak: "Als het aantal binnenkomende telefoontjes halveert en het aantal telefonisten ook, dan verandert de gemiddelde wachttijd niet". |
|||||
5p | Onderzoek met behulp van de formule voor de gemiddelde wachttijd of deze uitspraak juist is. | ||||
Bij DirectCall komen 's avonds per minuut
gemiddeld 4 telefoontjes binnen, die elk gemiddeld 3 minuten duren.
DirectCall krijgt veel klachten over de wachttijd 's avonds. Daarom wil de
directie dat er zoveel telefonisten zijn dat de gemiddelde wachttijd
kleiner is dan 15 seconden. Je kunt dit aantal telefonisten bepalen door te onderzoeken wanneer (K 3) /(T - 12) < 0,25 is. |
|||||
3p | Leg dit uit. | ||||
5p | Hoeveel telefonisten zijn er 's avonds minimaal nodig? Licht je antwoord toe. | ||||
Geld uit de muur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In Nederland staan ongeveer zevenduizend
geldautomaten. Bij deze automaten kun je contant geld opnemen van je
betaalrekening. De geldautomaten verstrekken uitsluitend biljetten
van 10, 20 en 50 euro. De automaat laat je kiezen uit een aantal
vaste bedragen of voor de optie 'ander bedrag', waarbij je inderdaad een
ander bedrag kunt kiezen.
Wanneer je 60 euro wilt opnemen, kan de geldautomaat dat op
verschillende manieren uitkeren. Zo kun je bijvoorbeeld 1 biljet van 50
euro en 1 van 10 euro krijgen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | Op hoeveel verschillende manieren kan de geldautomaat een bedrag van 70 euro uitkeren? Licht je antwoord toe. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In een bepaalde geldautomaat in Gouda zijn van elke soort voldoende biljetten aanwezig. In dat geval geeft de automaat de biljetten volgens de volgende regels: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Bedragen onder 50 euro: ้้n of twee biljetten van 10 eventueel aangevuld met een biljet van 20. (bijvoorbeeld: 40 euro: 2 ื 10 en 1 ื 20) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Bedragen boven 50 euro die geen
veelvoud van 50 euro zijn: zoveel mogelijk biljetten van 50 ้้n of twee biljetten van 10. eventueel aangevuld met een biljet van 20 (bijvoorbeeld: 170 euro: 3 ื 50 en 2 ื 10) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Bedragen van 50 euro en
veelvouden hiervan: altijd ้้n biljet van 10 en twee biljetten van 20 eventueel aangevuld met biljetten van 50 (bijvoorbeeld: 350 euro: 1 ื 10, 2 ื 20 en 6 ื 50) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook het aantal biljetten van 50 euro dat per dag uit deze automaat gehaald wordt is bij benadering normaal verdeeld. Het gemiddelde aantal dagelijks uitgekeerde biljetten is 140 en de automaat wordt dagelijks aangevuld tot 175 biljetten van 50. Op 1,5% van de dagen is dat niet voldoende. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | Bereken de standaardafwijking van het dagelijks aantal uitgekeerde biljetten van 50 euro. Rond af op ้้n decimaal. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het aantal geldopnames en de
grootte van de opgenomen bedragen vari๋ren van geldautomaat tot
geldautomaat. Het maakt natuurlijk uit waar de geldautomaat staat. Zo zal
een geldautomaat in een stadscentrum dagelijks meer geldopnames hebben
dan een geldautomaat in een dorp met weinig inwoners. Hieronder staan twee boxplots die betrekking hebben op de opgenomen bedragen op een zekere dag bij twee geldautomaten in twee verschillende steden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hieronder staan drie uitspraken over deze boxplots. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a. | Bij geldautomaat II is er die dag in totaal meer geld opgenomen dan bij geldautomaat I. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Het kleinste en het grootste bedrag dat die dag bij beide geldautomaten zijn opgenomen zijn hetzelfde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Bij geldautomaat I worden relatief meer kleine bedragen opgenomen dan bij geldautomaat II. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5p | Geef van elke uitspraak aan of deze is af te leiden uit de figuur. Licht je antwoorden toe. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DVD-spelers bestellen. | |||||
Een winkelier verkoopt per jaar 1200
dvd-spelers, gelijkmatig over het jaar verspreid. E้n groothandel levert
die dvd-spelers aan de winkelier. Elke keer als de groothandel een
bestelling dvd-spelers aflevert, is de voorraad precies op. Voor iedere
bestelling rekent de groothandel 400 euro bestelkosten, onafhankelijk van
het bestelde aantal dvd-spelers. Het in voorraad houden van een dvd-speler kost de winkelier 16 euro per jaar. Er is niet genoeg magazijnruimte om alle 1200 dvd-spelers in ้้n
keer te bestellen. Dat is ook duur, want het zou betekenen dat er in dat
jaar een gemiddelde voorraad zou zijn van 1/2
1200 dvd-spelers. De winkelier overweegt om 100 dvd-spelers per maand te bestellen. |
|||||
3p | Bereken op de hierboven beschreven manier de totale kosten per jaar voor het bestellen en in voorraad houden. | ||||
Het aantal
dvd-spelers dat de winkelier per keer bestelt noemen we x. De
winkelier bestelt elke keer evenveel dvd-spelers. De totale kosten in euro
per jaar voor het bestellen en in voorraad houden van de dvd-spelers
noemen we K. Met de volgende formule kan de winkelier K berekenen: |
|||||
5p | Leid deze formule af uit de gegevens over bestelkosten en voorraadkosten van de 1200 dvd-spelers. | ||||
In deze figuur staat de grafiek van K.
Hierin lees je bijvoorbeeld af dat bij x = 1200 de waarde K
= 10000 euro hoort: als de 1200 dvd-spelers in ้้n keer worden besteld
zijn de kosten voor bestellen en in voorraad houden 10000 euro.
De formule voor K is ook te schijven als K = 480000 x-1 + 8x |
|||||
5p | Stel de afgeleide van K op en toon met behulp van die afgeleide aan dat de kosten K minimaal zijn bij een bestelling van 245 dvd-spelers per keer. | ||||
Een bestelling van 245 dvd-spelers per keer is wel mogelijk, maar is onhandig voor de groothandel. De groothandel wil liever op vaste tijden leveren, bijvoorbeeld eens per maand of eens per twee maanden. Als de winkelier per een geheel aantal maanden bestelt krijgt hij van de groothandel 10% korting op de bestelkosten. | |||||
5p | Welke manier is voor de winkelier het voordeligst? Licht je antwoord toe met een berekening. | ||||
De Notenclub | ||
Op de Vlaamse en de Nederlandse televisie is
heel vaak het programma de Notenclub uitgezonden, een spel met
muziek. In dat programma moeten twee teams de titel van een song raden aan
de hand van ้้n zin uit de tekst. De zin bestaat uit zes woorden. Die
woorden zijn in het begin niet te zien, maar worden tijdens het spel ้้n
voor ้้n zichtbaar. Tussendoor wordt door de teams gezongen.
Twee van de zes woorden staan op een rood vak. Vier woorden staan op een blauw vak. Bij de start van een ronde staan er zes vakken met de getallen 1 tot en met 6. Het woord en de kleur van het vak kun je niet zien. |
||
De twee rode en de vier blauwe vakken kunnen in elk spel een andere volgorde hebben. | ||
3p | Hoeveel verschillende volgorden zijn er mogelijk met twee rode en vier blauwe vakken? Licht je antwoord toe. | |
Een team kiest ้้n van de getallen 1, 2, 3,
4, 5 of 6. Er verschijnt een woord in het gekozen vak en dit vak kleurt
rood of blauw. Het vak is rood: de beurt gaat naar het andere team. Het vak is blauw: het team zingt een lied waarin het gevonden woord voorkomt. Het team houdt de beurt en kiest nog een getal uit de overgebleven mogelijkheden. Zodra een team de zin herkent en de songtitel raadt, is de ronde afgelopen. In deze opgave gaan we ervan uit dat een team altijd de titel van een song raadt wanneer er vier blauwe vakken zijn gekozen en niet eerder of later. We nemen verder aan dat het kiezen van de getallen 1 tot en met 6 aselect gebeurt. Een team begint. Het is mogelijk dat dit team wint omdat de teamleden achter elkaar de vier blauwe vakken kiezen. |
||
3p | Bereken de kans op deze gebeurtenis. | |
Team A en team B spelen tegen elkaar. Team A begint. Team A kiest vak 4. Hierin verschijnt het woord "love" in een blauw vak. Ze zingen een lied en kiezen daarna vak 2. Daar verschijnt het woord "my" in een rood vak. Zie de volgende figuur: |
||
Omdat vak 2 rood is gaat de beurt nu naar
team B. Er is ้้n rood en ้้n blauw vak gekozen. Dus zijn er nog drie blauwe vakken en ้้n rood vak over. Als team B nu het rode vak zou kiezen wint team A. Ook als team B niet meteen het rode vak kiest, kan team A de ronde nog winnen. Als team B bijvoorbeeld eerst een blauw vak kiest en daarna een rood vak, wint team A ook. Zo zijn er verschillende mogelijkheden met team A als winnaar van de ronde. |
||
5p | Bereken de kans dat team A deze ronde wint. | |
De Wet van Moore | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Amerikaanse bedrijf Intel is
een zeer grote producent van computerchips. Gordon Moore was in 1968 een van de oprichters van het bedrijf. Deze opgave gaat over het aantal transistoren in een computerchip (een transistor is een electronische schakeling). In 1865 deed Moore daar een voorspelling over: "Het aantal transistoren in een computerchip zal tussen 1965 en 1975 exponentieel groeien" Moore heeft meer dan gelijk gekregen: de voorspelling is zelfs tot het jaar 2000 uitgekomen! Zijn voorspelling is men de Wet van Moore gaan noemen. In de volgende tabel zie je hoeveel transistoren er in de chips van Intel zitten. Ook zie je in welk jaar die chips op de markt zijn gebracht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de tabel zie je dat het aantal transistoren tussen 1971 en 1972 met 250 toeneemt. Stel dat het aantal transistoren in de jaren daarna lineair toe zou nemen met 250 per jaar. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3p | In welk jaar zou dan het aantal van 5000 transistoren per chip zijn bereikt? Licht je antwoord toe. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In werkelijkheid was de toename dus exponentieel. Zo is in de periode van 1971 tot 2000 het aantal transistoren per chip toegenomen van 2250 tot 42 miljoen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3p | Bereken hiermee de groeifactor per jaar in vier decimalen nauwkeurig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Wet van Moore in formulevorm
is:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hierin is A het aantal
transistoren per chip en t de tijd in jaren met t = 0 in
1971.
In onderstaande figuur is een rechte lijn getekend die weergegeven is als stippellijn. Dit is de grafiek van A. Merk opdat de schaalverdeling op de verticale as logaritmisch is. In de figuur staat ook de grafiek getekend van de gegevens uit de tabel. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de figuur hoort het derde punt
van boven bij de Pentium-II chip uit het jaar 1997. Het is duidelijk
zichtbaar dat het aantal transistoren in deze chip nogal afwijkt van de
voorspelling volgens de Wet van Moore. In de Pentium-II chip zitten volgens de tabel 7 500 000 transistoren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | Bereken hoeveel procent dit aantal afwijkt van de voorspelling volgens de formule van de Wet van Moore. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met behulp van de formule kunnen we voorspellen wanneer er 1 miljard transistoren in een computerchip zitten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | Bereken hoeveel jaar na 1971 dit het geval is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UITWERKINGEN | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het offici๋le (maar soms beknoptere) correctievoorschrift kun je HIER vinden. Het geeft wel de onderverdeling van de punten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | a g = 2 4 = 8, T = 11 en de tabel levert 0,245. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | wachttijd = (0,245 4)/(11 - 2 4) = 0,98/3 = 0,326666 ป 0,32666 60 = 19,6 ≈ 20 seconden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | T = 14, a
= 8, g = 1,5
levert a g = 12 en K = 0,482 en
wachttijd = 0,723/2 = 0,3615
minuut T = 7, a = 4, g = 1,5 levert a g = 6 en K = 0,614 en wachttijd = 0,921/1 = 0,921 minuut De gemiddelde wachttijd verandert dus WEL. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | a
g = 4 3 = 12 en g = 3 verklaren het linkerdeel. 0,25 minuut is 0,25 60 = 15 seconden, dus dat verklaart het rechterdeel. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Bereken de wachttijd K3/(T - 12) voor enkele waarden van T (Bedenk dat a g = 12): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vanaf T = 15 wordt de wachttijd kleiner dan 0,25, dus zijn minimaal 15 telefonisten nodig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | 10-10-10-10-10-10-10 10-10-10-10-10-20 10-10-10-20-20 10-20-20-20 50-10-10 50-20 Dat zijn 6 manieren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 2 + 2 89 + 2 14 + 2 12 + 2 2 + 2 5 + 2 1 + 2 1 = 250 biljetten van 20. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Ook bij precies
400 is de automaat leeg voordat hij wordt bijgevuld. normalcdf(400, 10000..., 326, 41) = 0,0355 Dat zijn dus naar verwachting 0,0355 365 = 12 แ 13 dagen per jaar (12,97...) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | Het is niet
voldoende als er 176 of meer biljetten uit worden gehaald normalcdf(176, 100000..., 140, X) = 0,015 Y1 = normalcdf(176, 100000..., 140, X) en Y2 = 0,015 window bijv. Xmin = 0, Xmax = 50, Ymin = 0, Ymax = 0,03 intersect levert X ≈ 16,589 dus de standaardafwijking is ongeveer 16,6 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | a. niet; uit een
boxplot kun je nooit absolute aantallen aflezen. b. wel: kijk naar de buitenste twee streepjes van de boxplot. Die staan bij hetzelfde bedrag. c. wel; als de boxplot 'smaller' is zal de frequentie groter zijn (immers binnen een kleiner interval ligt toch 25% van de metingen). Boxplot I is inderdaad smaller bij kleinere bedragen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | 12 bestellingen
kosten 12 400 = 4800 euro de voorraad is gemiddeld 100/2 = 50 dvd's, dus dat kost 50 16 = 800 euro samen is dat 5600 euro. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | x dvd's
per keer betekent 1200/x bestellingen
en dat kost 400 1200/x euro. Dat is 480000/x euro x dvd's per keer betekent een gemiddelde voorraad van 1/2x en dat kost 1/2x 16 = 8x euro. Samen geeft dat de gevraagde formule. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. | K ' = -1
480000 x-2 + 8 vul in x = 245: K ' = -1 480000 245-2 + 8 ≈ 0 als de afgeleide nul is heeft de functie een minimum of een maximum. aan de grafiek kun je zien dat het een minimum is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. | 245 spelers per
keer geeft K = 3919,18
245 per keer is ongeveer 4 แ 5 keer per
jaar, dus eens in de 2 แ 3 maanden eens in de 2 maanden: eens in de 3 maanden: Conclusie: eens in de 2 maanden is de goedkoopste manier. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. | kies 2 van de 6 vakken om rood te maken. Dat kan op 6 nCr 2 = 15 manieren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. | P(blauw,blauw,blauw,blauw)= 4/6 3/5 2/4 1/3 = 1/15. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. | P(B kiest rood)
= 1/4 P(B kiest blauw, B kiest rood) = 3/4 1/3 = 1/4 P(B kiest blauw, B kiest blauw, B kiest rood) = 3/4 2/3 1/2 = 1/4 optellen geeft totale kans 3/4. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. | er moeten nog
5000 - 2500 = 2500 transistoren bij. 250 per jaar kost dan 2500/250 = 10 jaar. Dat zou zijn in 1972 + 10 = 1982 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. | Noem 1971 t
= 0 dan is 200 t = 29 en dan geldt: 42000000 = 2000 g29 ⇒ g29 = 21000 ⇒ g = 210001/29 ≈ 1,4094 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. | de formule
geeft A = 2250 1,40426 = 15266073 het waren er 7500000 dus dat is een verschil van 7766073 dat is 7766073/15266073 100% = 50,87% |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. | 1000000000 =
2250 1,404t Y1 = 1000000000 en Y2 = 2250 1,404 ^X window bijv. Xmin = 0, Xmax = 50, Ymin = 0, Ymax = 2000000000 intersect geeft X = 38,32 dus 38,32 jaar na 1971 zal dat het geval zijn. |