HAVO WB1, 2002 - I | |||
Functies | |||
In de figuur hiernaast zijn de
grafieken getekend van de functies f (x) = √(-2x + 12) en g(x) = x - 1 |
|||
4p | 1. | Los op f(x) ≤ g(x). Rond de getallen in je antwoord die niet geheel zijn af op twee decimalen. | |
In één punt van de grafiek van f is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn gelijk aan -1. | |||
4p | 2. | Bereken de coördinaten van dit punt. Rond deze coördinaten af op één decimaal. | |
De verticale lijn x = a snijdt de grafiek van f in punt S en de grafiek van g in punt T; S ligt boven T. | |||
4p | 3. | Onderzoek voor welke waarde van a de lengte van ST gelijk is aan 2. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig. |
Schuttersfeest | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De schutterij (=
schietvereniging) St-Joseph uit Waubach organiseert het Dreiländereck-treffen. Aan dit schuttersfeest doen 62 schutterijen en 9 muziekkorpsen mee. Het feest wordt geopend met een optocht van de 71 deelnemende groepen. Bij deze optocht lopen alle schutterijen en muziekkorpsen achter elkaar door het dorp. De eerste en de laatste groep in deze optocht zijn muziekkorpsen. De muziekkorpsen uit Waubach en Lauradorp willen graag op de eerste of laatste plaats in de optocht worden ingedeeld. Het feestcomité wijst door loting onder de negen muziekkorpsen de eerste en laatste plaats toe. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | 4. | Bereken de kans dat de muziekkorpsen uit Waubach en Lauradorp beiden gekozen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stel dat het feestcomité vervolgens voor de andere zeven muziekkorpsen willekeurig zeven plaatsen kiest uit de plaatsen 2 tot en met 70. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | 5. | Onderzoek of men dan uit meer dan 1 miljard verschillende zeventallen kan kiezen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de tabel hieronder is te
zien hoeveel schutterijen en muziekkorpsen aan het schutterfeest meedoen
en uit welk land ze afkomstig zijn.
M stelt een muziekkorps voor of een Nederlandse schutterij met
muziek. De buitenlandse schutterijen treden dus steeds in groepjes van twee op, behalve aan de kop en de staart van de optocht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | 6. | Leg uit dat deze indeling mogelijk is op grond van de tabel hierboven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het feestcomité besluit de muziekkorpsen uit Waubach en uit Lauradorp elk één van de plaatsen 1 en 71 te geven en de overige groepen te verdelen over de plaatsen 2 tot en met 70. Daarbij wil men zich houden aan de bovengenoemde indeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4p | 7. | Bereken hoeveel verschillende volgordes er dan mogelijk zijn. |
Sterkte van een balk | |||
In een bouwconstructie worden
houten balken door verticale krachten belast. De strekte van zo'n balk
hangt dan af van zijn afmetingen en de gebruikte houtsoort. We bekijken liggende balken met een rechthoekige doorsnede. Balken kunnen op twee manieren worden neergelegd; met de lange rechthoekszijde horizontaal of verticaal. We noemen dit horizontaal of verticaal geplaatste balken. Zie de figuur hieronder. De richting van de krachten is aangegeven met pijlen. |
|||
Voor de sterkte S van een balk
van een bepaalde houtsoort geldt de formule: S = 0,12 · b ·
h2. Hierbij is b de basis in cm en h de hoogte van de dwarsdoorsnede in cm. Een balk van deze houtsoort heeft een rechthoekige dwarsdoorsnede
van 24 cm bij 6 cm. |
|||
3p | 8. | In welke stand is de sterkte het grootst? Licht je antwoord toe. | |
De oppervlakte van de rechthoekige dwarsdoorsnede van een balk van deze houtsoort is gelijk aan 60 cm2. Voor de sterkte geldt: S = 100 | |||
5p | 9. | Bereken de afmetingen h en b van deze dwarsdoorsnede. Geef h en b in één decimaal nauwkeurig. | |
Uit een cilindervormige boom van
dezelfde houtsoort wil men een balk zagen met basis b en hoogte h.
Voor deze balk geldt nog steeds de formule S = 0,12 · b · h2. De cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft een diameter van 40 cm. Zie de figuur hiernaast. In deze situatie kan voor de sterkte de volgende formule worden
gevonden: |
|||
4p | 10. | Toon aan dat deze formule juist is. | |
Men wil de balk zo uit de boom zagen dat de sterkte S maximaal is. | |||
5p | 11. | Bereken met behulp van differentiëren de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de balk in dat geval. Geef de waarden van b en h in één decimaal nauwkeurig. |
Beatrix-euro's | ||||||
De euromunten die sinds 1 januari 2002 in omloop zijn gebracht hebben per land aan één zijde een karakteristieke afbeelding behorend bij dat land. Zo heeft de Nederlandse euromunt een afbeelding van koningin Beatrix. In NRC-Handelsblad van 31 - 10 - 1997 stond hierover een artikel. Hieronder staat een deel van de tekst. | ||||||
|
||||||
In deze opgave
nemen we aan dat op 1 januari 2002 alle munten in ons land 'nationale'
euro's (Beatrix-euro's) waren. Verder nemen we aan dat vanaf die datum
in Europa geen nieuwe euro's bijgemaakt worden of verloren gaan.
Bij een jaarlijkse vervanging van 3% van alle munten in ons land door buitenlandse euromunten is de groeifactor voor het aantal Beatrix-euro's in ons land elk jaar 0,97. Volgens het artikel zal bij dit vervangingspercentage in 2020 nog maar iets meer dan de helft van de munten in ons land Beatrix-euro's zijn. |
||||||
3p | 17. | Onderzoek met een berekening of deze bewering waar is. | ||||
Of het percentage
munten dat jaarlijks in ons land zal worden vervangen door buitenlandse
munten inderdaad 3 is valt moeilijk te voorspellen. Neem aan dat dit
vervangingspercentage elk jaar het zelfde is en noem het x.
Neem x = 7,5. Volgens het artikel zal bij dit vervangingspercentage de Beatrix-euro in ons land snel een zeldzaam verschijnsel zijn. |
||||||
4p | 18. | Bereken in welk jaar voor het eerst geldt dat op 1 januari minder dan 10% van de munten in ons land Beatrix-euro's zijn. | ||||
Het resterende
percentage Beatrix-euro's in ons land (B) op een bepaald moment hangt af
van het vervangingspercentage x. Om een beeld te geven van de situatie verder weg in de toekomst stond in het NRC-artikel de grafiek van het verband tussen B en x zoals dat zal gelden op 1 januari 2020. Zie de figuur hieronder. |
||||||
Volgens de laatste zin van het artikel geldt: als elk jaar 7,5 procent van de euro's vervangen wordt dan wordt de Beatrix-euro al snel een zeldzaam verschijnsel in Nederland. | ||||||
3p | 19. | Hoe blijkt uit de grafiek dat deze bewering overdreven is? | ||||
5p | 20. | Teken in de figuur de grafiek van het verband tussen B en x op 1 januari 2010. Licht je werkwijze toe. | ||||
Omdat we aannemen dat er geen euro's worden bijgemaakt of verloren gaan is het aantal Beatrix-euro's in Europa een vast percentage van het totaal aantal euro's. Na verloop van tijd zal door de blijvende uitwisseling het percentage Beatrix-euro's dat in Nederland in omloop is steeds dichter bij dit vaste percentage komen. | ||||||
3p | 21. | Verklaar hiermee dat het in deze opgave gekozen wiskundige model, dat uitgaat van een vast vervangingspercentage, voor de lange termijn niet juist is. |
OPLOSSINGEN | |||
Het officiële (maar soms beknoptere) correctievoorschrift kun je HIER vinden. Vooral handig voor de onderverdeling van de punten. | |||
1. | 1e opl. | √(-2x
+ 12) = x - 1 ⇒ -2x
+ 12 = (x- 1)2 ⇒ -2x
+ 12 = x2 - 2x + 1 ⇒
x2 = 11 Dus x = √11 » 3,32 (of -Ö11 maar die vervalt) Uit een plot is af te lezen dat f(x) £ g(x) geldt voor 3,32 £ x £ 6 |
|
2e opl. | Y1 =
√(-2x
+ 12) en Y2 = x - 1 invoeren in de
GR. INTERSECT levert x ≈ 3,32 en je kunt aflezen dat de oplossing is 3,32 £ x £ 6 |
||
2. | In het
gevraagde punt moet de afgeleide dus gelijk zijn aan -1. Voer bij Y1 de functie zelf in. Voer bij Y2 een benadering voor de afgeleide in: Y2 = (Y1(X + 0,001) - Y1(X))/0,001 (Y1 met VARS) Voer in Y3 = -1 en gebruik INTERSECT om het snijpunt van Y2 en Y3 te vinden. Dat levert x = 5,5 f(5,5) = 1 dus het gevraagde punt is (5.5 , 1) |
||
3. | De lengte van ST is het verschil van de y-coördinaten : ST = f(a) - g(a) | ||
1e opl. | Voer
in Y1 = √(-2x + 12) - (x
- 1) en Y2 = 2. Gebruik INTERSECT om te vinden x = 1,87. De oplossing is dus a = 1,87 |
||
2e opl. | √(-2x
+ 12) - (x - 1) = 2
⇒
√(-2x + 12) = 2 + x - 1 = 1 + x Kwadrateren geeft -2x + 12 = (1 + x)2 = 1 + 2x + x2 dus x2 + 4x - 11 = 0 De ABC-formule geeft x = 1,87 of x = -5,87 maar de laatste valt af. Dus de oplossing is a = 1,87 |
||
4. | 1e opl. | De kans
dat één van beiden de eerste plaats krijgt is 2/9. De kans dat daarna de ander de tweede plaats krijgt is 1/8. Totaal wordt de kans dan (2/9) • (1/8) = 1/36 = 0,027... |
|
2e opl. | 2 uit de 9 kiezen kan op 9 nCr 2 = 36 manieren. Bij één van deze 36 manieren zijn beide korpsen gekozen. De kans is daarom 1/36. | ||
5. | Er zijn
69 plaatsen waar er 7 uit gekozen moeten worden. Dat kan op 69 nCr 7 = 1.078.897.248 manieren en dat is meer dan 1 miljard. |
||
6. | 1e opl. | Er zijn
46 groepen zonder muziek en 25 met muziek. Tussen kop (M) en staart (M) lopen nog 46 groepen zonder muziek en 23 met muziek. Dat zijn 23 drietallen SMS |
|
2e opl. | Er zijn
46 groepen zonder muziek en 25 met muziek. Bij weglaten van het beginstuk MSM en het eindstuk MSM zijn nog 44 groepen zonder muziek en 21 met muziek over. Van 44 groepen zonder muziek maak je 22 tweetallen. Op de 21 plaatsen daartussen passen precies de groepen met muziek. |
||
7. | Voor
begin- en eindplaats zijn 2 mogelijkheden. Er moeten daartussen nog 23 M-plaatsen en 46 S-plaatsen worden gekozen. De M-plaatsen kan op 23! manieren en de S-plaatsen op 46! manieren. In totaal geeft dat 2 • 23! • 46! ≈ 2,8 • 1080 manieren. |
8. | Verticale
stand: S = 0,12 • 6 • 242 = 414,72 Horizontale stand: S = 0,12 • 24 • 62 = 103,68 Dus in verticale stand is de sterkte het grootst. |
9. | Oppervlakte
60 geeft b • h = 60 ofwel b = 60/h S = 100 geeft 0,12 • b • h2 = 100 b vervangen door 60/h geeft dan 100 = 0,12 • (60/h) • h2 = 0,12 • 60 • h dus h = 100/(0,12 • 60) = 13,9 en daarna b = 60/h = 60/13,9 = 4,3 |
10. | Pythagoras
geeft b2 + h2 = 402 dus
h2 = 1600 - b2 Vervang in de S-formule h2 door 1600 - b2: S = 0,12 • b • (1600 - b2) = 192b - 0,12b3. |
11. | S ' = 0
⇒ 192 - 0,36b2 = 0
⇒ 0,36b2 = 192
⇒
b2 = 533,33 ⇒ b
= 23,1 Dat geeft vervolgens h = 32,7. |
12. | Nee, het zijn procenten dus totalen kun je niet aflezen. | ||
13. | Het
aantal bevallingen na 40 weken is binomiaal verdeeld met n = 150
en p = 0,22 P(X > 30) = 1 - P(X ≤ 30) = 1 - BINOMCDF(150 , 0.22 , 30) = 1 - 0,31616... = 0,682383... dus 68% |
||
14. | Y1
= NORMALCDF(266 , 294 , 280 , X) en Y2 = 0,85 invoeren in de
GR. INTERSECT levert X = 9,7 dus de standaardafwijking is 9,7 |
||
15. | 37
weken is 259 dagen, het gemiddelde is 40 weken is 280 dagen. NORMALCDF(-1E99 , 259 , 280 , 10) = 0,01786... en dat is ongeveer 1,8% |
||
16 | Het
aantal te vroeg geboren baby's is binomiaal verdeeld met n = 520
en p = 0,018 P(5 < X < 15) = P(X ≤ 14) - P(X ≤ 5) = BINOMCDF(520, 0.018 , 14) - BINOMCDF(520 , 0.018 , 5) = 0,947318... - 0,09348... = 0,85383... Dus ongeveer 85% |
||
17. | Tussen
2020 en 2002 zijn 18 jaren. Noem de beginhoeveelheid 100 (%) Dan is de eindhoeveelheid 100 • 0,9718 = 57,795...% Dus dat is iets meer dan de helft. |
||
18. | De
groeifactor is 1 - 0,075 = 0,925 Noem de beginhoeveelheid 100 (%) Dan is de eindhoeveelheid 10 (%) 10 = 100 • 0,925t dus 0,925t = 0,1 dus t = log(0,1)/log(0,925) = 29,534... Dat zal dus in het jaar 2032 zijn. |
||
19. | Bij x = 7,5 is B ongeveer 25 en 25% is nog geen zeldzaamheid. | ||
20. | 1e opl. | Bereken
een paar punten van de grafiek. Bijvoorbeeld: x = 4 geeft groeifactor 0,96 dus B = 0,968 = 0,72 x = 0,5 geeft op dezelfde manier B = 0,96 en x = 7,5 geeft bijvoorbeeld B = 0,54. Teken een vloeiende grafiek door deze drie punten. |
|
2e opl. | Bij
x% afname blijft 100 - x procent over, dus de
groeifactor is g = 1 - 0,01x De beginwaarde is 100 (%) dus de eindwaarde is B = 100 • (1 - 0,01x)8 Deze grafiek is met de GR te plotten. WINDOW bijv. Xmin = 0 , Xmax = 7,5 , Ymin = 0 , Ymax = 100 |
||
21. | Bij
een vast vervangingspercentage is er een vaste groeifactor die kleiner
is de 1. Dan gaat het aantal euro's op den duur naar nul (horizontale asymptoot) Maar dat kan niet: het aantal euro's moest naar een vaste waarde gaan. Dus het vaste vervangingspercentage kan op den duur niet meer kloppen. |
||