VWO Wiskunde A1, 2003 - II | ||
Startende ondernemingen | ||
In Nederland starten elk jaar ongeveer 50 000 bedrijven. Sommige van deze startende bedrijven verdwijnen weer snel, anderen overleven langere tijd. De Kamers van Koophandel houden de gegevens hierover nauwkeurig bij. Op basis hiervan is in de figuur hieronder weergegeven hoeveel procent van deze bedrijven na een aantal jaren verdwenen is. | ||
We maken een wiskundig model. In dit model gaan we ervan uit dat elk bedrijf elk jaar dezelfde vaste overlevingskans heeft. Uit de figuur hierboven kun je afleiden dat een startend bedrijf 40% kans heeft om de eerste 9 jaar te overleven. Op grond hiervan kan de jaarlijkse vaste overlevingskans van startende bedrijven worden berekend. | ||
4p | Bereken deze jaarlijkse overlevingskans in vier decimalen nauwkeurig. | |
In de volgende twee vragen gaan we uit van een jaarlijkse overlevingskans van 0,9. | ||
4p | Bereken de kans dat een startend bedrijf na vier jaar nog bestaat en onderzoek of deze uitkomst in overeenstemming is met de gegevens van de figuur hierboven. | |
Bij een steekproef worden uit de landelijke gegevens van de Kamers van Koophandel willekeurig 50 startende bedrijven geselecteerd. | ||
4p | Bereken in twee decimalen nauwkeurig de kans dat van de 50 startende bedrijven na 1 jaar minstens 45 bedrijven nog bestaan. | |
Gemeente A heeft door goede begeleiding van startende bedrijven weten te bereiken dat de jaarlijkse overlevingskans voor die bedrijven in deze gemeente op 0,95 uitkomt. Het beleid is erop gericht dat in deze gemeente jaarlijks 144 bedrijven starten. Een ambtenaar heeft namelijk berekend dat er dan "een heel grote kans" is dat na 5 jaar tenminste 100 van deze bedrijven nog bestaan. | ||
5p | Bereken in twee decimalen nauwkeurig hoe groot die kans is. | |
Sojabonen. | ||
In de Verenigde Staten worden op grote schaal sojabonen geteeld. Vanaf begin september worden de sojabonen geoogst. Voor de jaren 1985 tot en met 1998 heeft men berekend hoeveel procent van de jaaroogst aan het eind van elke week was geoogst. Het gemiddelde van deze 14 jaren is weergegeven in de figuur hieronder | ||
Tijdens een aantal weken werd gemiddeld per dag meer dan 1% van de jaaroogst geoogst. | ||
4p | Onderzoek aan de hand van de figuur hierboven welke weken dat zijn. | |
Voor het jaar 1999 heeft men per week het in die week binnengehaalde percentage van de jaaroogst berekend. De gegevens staan in de volgende figuur: | ||
Van het staafdiagram in deze figuur kan ook een grafiek gemaakt worden zoals in de figuur daarboven. | ||
4p | Teken in die figuur de grafiek die hoort
bij de gegevens van het staafdiagram en ga aan de hand daarvan na of er
in 1999 sprake was van een vroege oogst of een late oogst. Beargumenteer je keuze. |
|
Het percentage sojabonen dat op een bepaalde datum is geoogst verschilt van jaar tot jaar. Deze percentages zijn voor elke datum normaal verdeeld. De grafiek hierboven geeft dan ook een gemiddelde weer over 14 jaar. Op 10 oktober is gemiddelde 45% van de sojabonen geoogst, met een standaardafwijking van 15%. | ||
3p | Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat op 10 oktober minder dan 20% zal zijn geoogst. | |
Vliegtuiglawaai | |||||
Vliegtuigen veroorzaken in de
buurt van vliegvelden veel geluidsoverlast. In milieuwetten is
vastgelegd welke geluidsbelasting (hoeveel geluid) nog toegestaan is.
Door deze wetten worden de groeimogelijkheden van het vliegverkeer
beperkt. In deze opgave nemen we aan dat alle vliegtuigen hetzelfde geluidsniveau hebben. Dit geluidsniveau geven we aan met L. De waarde van L bepaalt hoeveel vliegtuigen jaarlijks mogen passeren. Dit maximale aantal noemen we N. Voor een gebied in de buurt van vliegveld Zuidwijk gold aan het eind van de vorige eeuw de voorwaarde:
Door het gebruik van nieuwe technieken neemt het geluidsniveau L
van vliegtuigen af. |
|||||
5p | Toon door berekening aan dat N in die periode meer dan verdubbelde. | ||||
3p | Bereken de maximale waarde van L waarbij er een half miljoen (500 000) vliegtuigen mogen passeren. | ||||
In 2001 werd een nieuwe
milieuwet van kracht. Voor het gebied in de buurt van vliegveld Zuidwijk
geldt sindsdien:
De oude en de nieuwe formule leverden in 2001 dezelfde waarde van N op. |
|||||
4p | Bereken welke waarde L in 2001 had. | ||||
In de nieuwe situatie geldt: N = 1012,4 - 0,1L. | |||||
3p | Laat zien hoe dit volgt uit formule (2) | ||||
Hoewel de formules (1) en (2) dezelfde aantallen passerende vliegtuigen opleverden in 2001, gaf de introductie van formule (2) aanleiding tot veel discussie. We gaan beide formules met elkaar vergelijken. In de figuur hieronder is voor formule (1) het verband tussen L en N getekend. Let op de bijzondere schaalverdeling op de horizontale as: de waarden van L nemen naar rechts af. | |||||
|
|||||
5p | Schets in deze figuur ook voor de nieuwe formule (2) het verband tussen L en N en geef een argument waarom milieugroepen, met betrekking tot lawaai, kritiek hebben op de nieuwe formule. Gebruik je figuur om je argument te onderbouwen. | ||||
Noppesnet | |||||
Een internet provider biedt zijn klanten volledig gratis toegang tot internet aan. Dat klinkt aantrekkelijk, maar in de praktijk valt het tegen, zoals blijkt uit onderstaand artikel uit een computertijdschrift. | |||||
|
|||||
We gaan er in de rest van deze opgave van uit dat bij iedere poging de kans op succes precies gelijk is aan 0,05. | |||||
Inge is klant van NoppesNet. Het
computerprogramma dat zij gebruikt om internetverbindingen te maken,
probeert na een mislukte poging automatisch opnieuw verbinding te maken. In theorie kan Inge het computerprogramma net zo vaak laten proberen tot er een verbinding tot stand is gekomen. Het aantal benodigde pogingen noemen we n. De kans dat er precies n pogingen nodig zijn noemen we pn. Er geldt bijvoorbeeld: p3 = 0,045125 |
|||||
3p | Toon dit aan. | ||||
Voor pn kan zowel een recursieve als een directe formule worden opgesteld. | |||||
4p | Geef zowel een recursieve als een directe formule voor pn. | ||||
In de praktijk kan het programma niet meer dan 12 pogingen doen. | |||||
4p | Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat het computerprogramma een verbinding tot stand brengt. | ||||
4p | Bereken in ιιn decimaal nauwkeurig hoeveel pogingen het computerprogramma naar verwachting doet. | ||||
We nemen nu aan dat Inge het maximale aantal pogingen van de computer zelf kan instellen. We noemen dit maximale aantal M. Inge wil M zσ kiezen dat de kans dat er geen verbinding tot stand komt ten hoogste 30% is. | |||||
5p | Bereken de kleinste waarde van M waarvoor dit het geval is. | ||||
UITWERKING | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het officiλle (maar soms beknoptere) correctievoorschrift kun je HIER vinden. Vooral handig voor de onderverdeling van de punten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | Als
de overlevingskans p is, dan blijft elk jaar een fractie p over. In 9 jaar blijft dan p9 over, en dat is 40% Dus p9 = 0,4 ⇒ p = (0,4)1/9 = 0,9032 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | De
kans dat het bedrijf na 4 jaar nog bestaat is 0,94 = 0,6561 De figuur geeft een percentage opgeheven bedrijven van ongeveer 40% Dus bestaat ongeveer 60% nog. Dat klopt dus redelijk. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | binomiaal
met n = 50 en p = 0,9 P(X ≥ 45) = 1 - P(X ≤ 44) = 1 - binomcdf(50 , 0.9 , 44) = 0,62 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Voor
ιιn bedrijf is de kans na 5 jaar te overleven 0,955 =
0,77378 n = 144, p = 0,77378 P(X ≥ 100) = 1 - P(X ≤ 99) = 1 - binomcdf(144, 0,77378 , 99) = 0,99 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Tabel van
toenames:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De laatste rij levert het
toenamendiagram hiernaast. Dat er sprake is van stijging zie je aan het feit dat alle staafjes boven de v-as zijn. Dat de stijging toeneemt zie je aan het feit dat de staafjes naar rechts toe langer worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | 50 = 0,005 v2 + 0,28
v ⇒ 0,005 v2 + 0,28 v - 50 = 0 De ABC-formule geeft v = 75,84 of -131,85 De juiste oplossing is dus v = 75,84 km/uur |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | 2
seconden met 25 m/s is een afstand van 50 meter volgens de vuistregel. De formule geeft met v = 90: A = 65,7 meter Dat is een verschil van 15,7 meter. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Bij
120 km/uur levert de formule een veilige afstand van A = 105,6 meter 120 km/uur is gelijk aan 331/3 m/s 105,6 meter duurt dan ongeveer 3,168 seconden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | 1%
per dag is 7% per week. De grafiek moet dus over de breedte van 1 hokje meer dan 7% toenemen. Dat is zo in de weken die beginnen met 26 sept, 3 okt, 10 okt, 17 okt en 24 okt. De week beginnend met 19 sept is een grensgeval: slecht af te lezen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | Uit
het staafdiagram is (ongeveer) de volgende tabel af te lezen:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De onderste rij geeft de grafiek hieronder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omdat de rode grafiek verder naar links ligt dan de zwart is eerder een hoger percentage geoogst en kunnen we dus spreken van een vroege oogst. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | normalcdf(0,20,45,15)
= 0,0464 overigens geeft normalcdf(-1EE99,20,45,15) een kans van 0,0478. Dat betekent dat het percentage niet precies normaal verdeeld kan zijn, en ook dat het nogal onzin is om te vragen naar 4 decimalen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | L
= 75 ⇒ 20 logN = 102 ⇒
logN = 5,1 ⇒ N = 105,1
≈ 125892 L = 70 ⇒ 20 logN » 108,66 ⇒ logN ≈ 5,43 ⇒ N = 105,43 ≈ 271227 Het eerste getal is inderdaad meer dan twee keer zo groot als het tweede |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. | 20 log 500000 = 202 - 4/3 L ⇒ 113,98 ≈ 202 - 4/3 L ⇒ 4/3 L ≈ 88,02 ⇒ L ≈ 66,02 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. | 202 - 4/3 L = 248 - 2L ⇒ 2L - 4/3L = 248 - 202 ⇒ 2/3L = 46 ⇒ L = 69 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. | 20 logN = 248 - 2L ⇒ logN = 248/20 - 2L/20 = 12,4 - 0,1L ⇒ N = 1012,4 - 0,1L | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. | zie
hiernaast. De rode grafiek ligt bij de meeste L-waarden boven de zwarte. Dat betekent dat in de nieuwe situatie bij hetzelfde geluidsniveau meer vliegtuigen toegestaan zijn. Dat betekent dus meer lawaai... |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. | p3
= P(fout-fout-goed) = 0,95 0,95 0,05 = 0,045125 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. | recursief: p(n) = 0,95 p(n-1) direct: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. | P(geen
verbinding)
= 0,9512 = 0,54036 P(wel verbinding) = 1 - 0,54036 = 0,4596 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. | P(1
poging) = 0,05 P(2 pogingen) = 0,05 0,95 P(3 pogingen) = 0,05 0,952 ... Dat geeft de volgende tabel:
De verwachtingswaarde van deze tabel
is |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. | P(geen
verbinding) = 0,95M 0,95M = 0,30 ή M = 23,47... dus M moet gelijk zijn aan 24 of meer. |