VWO WA1, 2009 - COMPEX | ||
![]() |
Tijdens dit examen werk je in Excel. Door HIER te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad dat hoort bij het eerste deel van de eerste opgave. |
||
Om naar een ander werkblad te gaan moet je op de tabs onder aan je scherm klikken. Je kunt tijdens dit gedeelte van het examen gemakkelijk van werkblad wisselen door op de tabs te klikken. Wanneer je Excel afsluit wordt alles wat je hebt gemaakt niet opgeslagen. Sluit dus pas af als je helemaal klaar bent. Mocht je per ongeluk Excel toch hebben afgesloten dan kun je altijd Excel weer opstarten. Je begint dan weer met de oorspronkelijke situatie. | |||
Eekhoorns. | |||
Een natuurorganisatie doet onderzoek naar de
aanwezigheid van eekhoorns in een groot bos. Om een schatting te maken
van het aantal eekhoorns in het bos maakt men gebruik van vrijwilligers. |
|||
![]() |
open van dit bestand het werkblad vrijwiligers | ||
Je ziet hier een tabel met het aantal vrijwilligers dat in 1 gebied telt, het aantalvrijwilligers dat in 2 gebieden telt, enzovoorts. Je ziet ook de grafiek die hoort bij deze tabel. Zowel in de tabel als in de grafiek kun je aflezen dat er 7 vrijwilligers zijn die in 2 gebieden tellen. |
|||
De tabel en de grafiek zijn niet compleet. Er ontbreekt namelijk één vrijwilliger. | |||
4p. | 1. | Bereken in hoeveel gebieden deze vrijwilliger telt. | |
De 80 gebieden zijn niet allemaal even groot. | |||
![]() |
open van dit bestand het werkblad tellingen1 | ||
In kolom B staan de oppervlaktes van de gebieden. Zo kun je zien dat gebied 1 een oppervlakte heeft van 6,85 ha (1 ha = 1 hectare = 10 000 m 2). |
|||
3p. | 2. | Bereken met behulp van Excel de gemiddelde oppervlakte per gebied. | |
Voor het tellen van de eekhoorns gaan de vrijwilligers
niet rechtstreeks op zoek naar eekhoorns. In plaats daarvan maken de
vrijwilligers gebruik van een telmethode. Er zijn twee telmethodes: de
nesttelmethode en de haarvalmethode. |
|||
aantal eekhoorns = aantal nesten/4,5 |
|||
Het getal dat je met deze vuistregel krijgt voor het aantal eekhoorns in een gebied, moet je nog niet op gehelen afronden. Pas nadat alle aantallen per gebied zijn opgeteld om een schatting te krijgen van het totale aantal eekhoorns in het bos wordt dit totale aantal afgerond op een geheel aantal. |
|||
3p. | 3. |
Bereken hoe groot het totale aantal eekhoorns in deze 80 gebieden samen naar schatting is. |
|
Bij de haarvalmethode worden aan bomen haarvallen opgehangen, ongeveer 1 haarval per ha. Een haarval is een plastic buis die aan beide kanten open is en in het midden wat voedsel bevat. Aan beide kanten van de buis zit een stukje kleefband. Als de eekhoorn zijn kop in de buis steekt om wat voedsel te bemachtigen, blijven enkele haren van de eekhoorn aan de kleefband plakken. Zo weet de vrijwilliger of een eekhoorn de haarval bezocht heeft. Als in een gebied bijvoorbeeld 13 haarvallen zijn opgehangen en na enkele weken blijken er 11 daarvan haren te bevatten, dan is het percentage bezochte haarvallen in dat gebied gelijk aan 85. Dat percentage is een maat voor het aantal eekhoorns per hectare in dat gebied. |
|
||
Een ander bos is verdeeld in 25 gebieden. In elk van deze 25 gebieden is niet alleen geteld met de nesttelmethode, maar ook met de haarvalmethode. |
|||
![]() |
open van dit bestand het werkblad tellingen2 | ||
Op basis van deze tellingen in dit bos zijn 2 kolommen gemaakt: kolom B met het aantal eekhoorns per hectare in elk gebied (bepaald met behulp van de nesttelmethode) en kolom C met het percentage bezochte haarvallen in elk gebied. Uit onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen het aantal eekhoorns per hectare en het percentage bezochte haarvallen in een gebied. Dat verband is bij benadering als volgt: aantal eekhoorns per hectare = a · p Hierin is p het percentage bezochte haarvallen en het getal a is een constante. Aan de hand van de gegevens in de kolommen B en C van één gebied kun je een schatting maken van de waarde van a. Zo krijg je 25 afzonderlijke schattingen van de waarde van a. Door van deze 25 schattingen het gemiddelde te nemen, ontstaat een nauwkeuriger schatting van de waarde van a. |
|||
4p. | 4. | Bereken op deze manier de waarde van a. | |