Achtervolgingskrommen |
|
|
En toch kan de wiskundige dit probleem ook wel
oplossen natuurlijk.
Het algemene geval van achtervolgingskrommen ziet eruit als hiernaast.
V is de vluchter en A de achtervolger. Als de achtervolger in een punt
P is, dan is hij gericht naar de vluchter, dus de raaklijn aan de
grafiek van A in P snijdt de grafiek van V in het punt Q waar de
vluchter op datzelfde moment is.
Dat betekent dat voor curve A geldt:
|
|
|
|
Als we deze uitdrukking differentiëren
naar x dan krijgen we (met een paar keer de productregel): |
|
|
ofwel
|
|
vergelijking (1) |
|
Dat zijn nog een boel onbekenden. Een extra verband
is het feit dat we de snelheden van beiden kennen.
Stel vA = c • vB
Dan geldt (dx2 + dy2) = c2
• (dm2 + dn2)
ofwel:
|
|
vergelijking (2) |
Verder wordt de functie m = f(n)
(het pad van de vluchter) bekend verondersteld.
Door in de laatste vergelijking dn/dx te vervangen
door de uitdrukking van de vergelijking daarboven hebben we een
differentiaalvergelijking voor y(x).
En dan maar hopen dat die op te lossen is..... |
|
|
Eerst maar een eenvoudig probleem: de vluchter volgt een verticale
lijn.
Dus m = a en dm/dx = 0
vergelijking (1) wordt dan |
|
|
|
invullen in (2): |
|
Dat is een differentiaalvergelijking voor y(x) die
op te lossen is. Neem eerst w = dy/dx
dan geeft dat:
|
Dat is een eerste-orde
differentiaalvergelijking voor w(x)
De bijbehorende beginwaarden zijn x(0) = 0 en
w(0) = 0 (helling en positie in het begin zijn beide nul).
Deze vergelijking is op te lossen (niet erg makkelijk trouwens). De
oplossing is (voor c ¹ 1):
Daarin is a = de beginafstand.
Hoe we aan dit monster komen wil je vast liever niet weten.
(Voor de freaks staat
hier de
afleiding).
Wat hebben we hier in vredesnaam aan? Waarom staat deze belachelijke
vergelijking hier?
Voor c < 1 zal de achtervolger de voortvluchtige nooit
inhalen.
Voor c > 1 wél. Dat gebeurt uiteraard als x = a
Invullen geeft:
Maar nog interessanter wordt het als we de vraag omdraaien!
Voor welke c haalt de ene kever de andere bij y = p in?
Ach, laten we de boel dan meteen maar wiskundig zo mooi
mogelijk maken: Voor welke c haalt de een de ander in bij y
= a ?
Je zult het zó wel niet geloven, dus reken het maar na, maar er komt
uit: c = 1/2
+ 1/2Ö5
JAWEL op een volledig onverwachte plaats duikt hier de GULDEN
SNEDE f
weer op!
Zomaar!!!!
|
|
|
In
Praktijk |
|
|
FLAUWEKUL hoor ik je al denken. Wat
hebben we hier nou aan? Dat zijn toch geen dingen die in het dagelijks
leven voorkomen?
Wie heeft er nou ooit zoiets als een "Achtervolgingskromme"
in praktijk gezien?????
En toch kom je ze echt dagelijks tegen!
Als je tenminste maar een beetje oplet......
Elke keer als je op je fiets stapt produceer jij zelf een
achtervolgingskromme!!!!! |
Bekijk de tekening hieronder maar eens.
Het zijn de sporen van een fiets die door het zand gereden heeft. |
|
|
|
Twee interessante vragen:
1. Welk spoor was van het voorwiel en welk spoor van het
achterwiel?
2. Welke kant ging de fiets op? Naar links of naar rechts?
Kun je deze vragen als echte wiskunde-detective oplossen?.......... |
|
De eerste vraag is makkelijk te
beantwoorden: omdat het stuur aan het voorwiel zit reageert het
voorwiel het "heftigst". Het achterwiel volgt de bewegingen
van het voorwiel. Probeer het zelf maar eens en rij met je fiets over
het midden van een fietspad, zigzaggend om de witte strepen. (zoals je
vroeger als klein jongetje of meisje vaak deed; geef het maar toe).
Het
achterwiel beweegt veel rustiger dan het voorwiel.
Laten we onze sporen hierboven maar even kleuren, het
"buitenste" spoor het voorwiel, het "binnenste"
het achterwiel. |
|
|
|
Maar nu de lastigere vraag:
|
welke kant
reed de fiets op? |
|
|
Het antwoord zit eigenlijk al verborgen in de de zin "Het
achterwiel volgt de bewegingen van het voorwiel" Wij als
achtervolgingskrommen-deskundigen weten dan meteen dat op elk moment
de raaklijn aan de kromme van het achterwiel (= richting van het
achterwiel) steeds gericht is op de plaats van het voorwiel op dat
moment.
Nou, dan tekenen we toch gewoon het bovenaanzicht van de fiets? We
kiezen een punt van de achterwielkromme, trekken de raaklijn eraan en
snijden die met de voorwielkromme. Dat geeft precies de positie van de
fiets.
Hieronder is dat zowel van links-naar-rechts als van rechts-naar
links gebeurd.
De fiets is geel.
|
|
|
|
|
|
En wat blijkt: de bovenste figuur geeft
je reinste flauwekul. Er is vijf keer een gele fiets getekend, maar
die is steeds van verschillende lengte!!!!
De onderste figuur geeft tenminste vijf fietsen die tijdens het rijden
even lang blijven, en dat doen fietsen meestal.....
Conclusie: deze fiets reed van links naar rechts! |
|