De twee races.
Het diagram rechts hieronder geeft de situatie van beide races weer (Jan heeft de rode lijn, Piet de twee blauwe lijnen).
In het diagram links zijn beide blauwe lijnen naar de oorsprong verplaatst.
Verder is de helling van de rode lijn (de snelheid van Jan) gelijk gesteld aan x.
Het eerste blauwe eindpunt is nu in punt C terechtgekomen, het tweede blauwe eindpunt in punt A.
EF = 20/x want het is de afstand die bij een tijd van 20 seconden hoort.
Schrijf nu de helling van de blauwe lijn op twee manieren op: met driehoek OBA en met driehoek ODC:

Daaruit is eenvoudig x op te lossen; we vinden  x = 10 m/s
Vervolgens vinden we de snelheid van Piet door deze x in te vullen in één van de hellingen hierboven. Dat geeft snelheid 8 m/s