Een tegenvoorbeeldje:
45%
25%
30%
eerste keus
A
B
C
tweede keus
C
C
B
derde keus
B
A
A
Bij 2-aan-2 vergelijken wint C van A (55 tegen 45) en ook van B (75 tegen 25)
Dus C wint bij alle wedstrijden. Toch wordt C geen winnaar volgens methode 1; dat is A want die heeft de meeste eerste plaats stemmen (namelijk 45%)