Een tegenvoorbeeldje:
45%
30%
25%
eerste keus
B
A
A
tweede keus
C
C
B
derde keus
A
B
C
A heeft zelfs de absolute meerderheid van eerste stemmen, dus verslaat in onderlinge wedstrijdjes B en C beiden.
Toch valt A als eerste af omdat hij de meeste laatste plaats stemmen heeft.