ABCD en MBPC zijn twee vierkanten met OD = b en
OA = a.
Toon aan dat P = (0,5a + 1,5b, 1,5a +
1,5b)
2.
Neem in bovenstaande figuur A = (4, 0) en
laat punt D langs de y-as omhoog lopen.
Toon aan dat de punten P dan op een rechte lijn liggen en geef een
vectorvoorstelling van deze lijn.
OPLOSSING
1.
P is het punt
(0,5a + 1,5b, 1,5a
+ 1,5b)
2.
(ofwel y
= x + 2)
Bewijzen met vectoren.
Als je de coördinaten
van een punt P als een vector OP schrijft dan kun je alle bewerkingen die je
met vectoren kunt doen (optellen, aftrekken draaien, vergroten e.d.) ook met
coördinaten doen.
Bedenk daarbij het volgende:
•
•
Een eindvector OP met
een variabele erin kun je vaak als een vectorvoorstelling zien:
Een eindvector OP met
een variabele erin kun je soms als een cirkel zien:
Dus P ligt op de
cirkel met middelpunt (3, 4) en straal 2.
Meebewegende punten.
Andersom kun je een
parametervoorstelling ook zien als een vector die varieert in de tijd:
De afgeleide geeft nu de snelheidsvector en de tweede afgeleide geeft de
versnellingsvector.
Je zou de plaats van P kunnen zien als een cirkel met middelpunt (t,
2t) en straal 1. Dus P draait rond een cirkel waarvan het middelpunt
langs de lijn y = 2x loopt.