y = 4
- 2/(4x +
1) y(4x + 1) = 4(4x - 1)
- 2
4xy + y = 16x - 4
- 2
4xy - 16x = -6
- y
x(4y - 16) = -6
- y x =
(-6 - y)/(4y
- 16)
Vergelijkingen met breuken.
•
Kijk welke x-waarden
niet zijn toegestaan: je mag niet door nul delen. Als deze
waarden straks uitkomsten zijn dan vervallen ze.
•
Werk de breuken
één voor één weg door alle termen van de vergelijking met de NOEMERS te
vermenigvuldigen.
voorbeeld:
x mag niet
gelijk zijn aan 0 en niet gelijk aan 1.
vermenigvuldig alle drie de termen met x:
vermenigvuldig
alle drie de termen met (x - 1):
6(x
- 1) =
x(x
- 1) + 2x
Þ 6x
-
6 = x2 - x + 2x
Þ x2 -
5x + 6 = 0
Þ
(x
- 2)(x - 3) = 0
Þ x =
2 of x = 3 beide oplossingen mogen.
Variabelen vrijmaken.
Dat "vermenigvuldigen met de noemer" kun je ook
handig gebruiken om bij breukvergelijkingen variabelen vrij te maken.
Vermenigvuldig eerst alles met lastige noemers, en ga daarna een variabele
vrijmaken.
voorbeeld:
Als je x
wilt vrijmaken vermenigvuldig je eerst alles met (x + 3) om die
noemer weg te krijgen.|
Dat geeft: y(x + 3) = 4(x + 3) + 2x
- 1
haakjes weg: yx + 3x = 4x + 12 + 2x -
1
Nu de stukken met x naar rechts, zonder x naar links: yx + 3x - 4x
- 2x = 11
Þ yx
-
3x = 11
x buiten haakjes zetten: x(y
- 3) = 11
dan delen door (y - 3): x =
11/(y- 3)