Centrummaten
zijn getallen waarmee we proberen het "midden" van een
frequentietabel of histogram aan te geven.
Je moet er drie kennen:
•
Modus
De modus (bij
klassenindeling spreken we van modale klasse) is de meetwaarde die
het vaakst voorkomt. Gewoon de hoogste staaf uit het histogram
•
Mediaan
Zet eerst alle
meetwaarden op volgorde van klein naar groot. De mediaan is nu de middelste
van deze rij getallen.
pas op:
•
als de mediaan tussen twee
getallen in valt dan nemen we het gemiddelde van die twee getallen.
•
bij bijvoorbeeld 10 getallen is
de middelste niet nummer 5, maar ligt tussen 5 en 6 in. Bij 45 getallen is
de middelste nummer 23.
(ezelsbruggetje: één erbij optellen en dan delen door 2)
•
Gemiddelde
Vermenigvuldig elke
meetwaarde met zijn frequentie en deel door het totaal aantal meetwaarden.
Bij een klassenindeling doen we voor berekeningen alsof
alle meetwaarden in het midden van de klasse liggen. We krijgen dan
uiteraard een schatting voor het gemiddelde.
Voor
- en Nadelen
Modus
nadeel: bij scheve verdelingen zegt de modus soms niets over het
midden. De eerste staaf van een histogram kan wel de hoogste zijn!
voordeel: ongevoelig voor "uitschieters" (dat zijn een paar metingen die
erg groot zijn in vergelijking met de rest).
voordeel: weinig rekenwerk
Mediaan voordeel: weinig rekenwerk
nadeel: het gaat alleen om de volgorde, niet om de grootte.
Gemiddelde nadeel: gevoelig voor "uitschieters".
voordeel: alle gegevens worden gebruikt.