Als licht door water gaat, wordt elke
meter diepte 12% tegengehouden
b.
Een bank geeft 0,12 % rente per jaar
c.
Een hoeveelheid wordt elk uur 54% groter
OPLOSSING
1.
a
g = 0,88
b.
g = 1,0012
c.
g = 1,54
Eigenschappen van g.
Voor het bepalen van g moet je op een
paar dingen letten:
1.
g bij
procenten.
Als een hoeveelheid met bijvoorbeeld 5% toeneemt, dan is g = 1,05
(die 1 is van wat er al was, die 0,05 is van wat er is bijgekomen)
Voor wie van formules houdt: g = 1 + p/100
(waarbij p het aantal procenten is)
2.
g geeft
aan hoeveel elke keer overblijft.
Als er bijvoorbeeld elke keer ergens 26% van
afgaat, dan is g niet 0,26! In dit geval blijft er 100 - 26 = 74%
over, dus is g = 0,74.