OPGAVEN
1.
Bereken sin(
1
/
3
π
) en cos(
1/
4
π
)
OPLOSSING
1.
1/
2
√3 en √3 en
1/
2
√2
Exacte waarden.
Uit deze twee driehoeken kun je (met sos-cas-toa) een aantal exacte waarden voor sinus en cosinus vinden.
De resultaten daarvan zijn:
hoek
0
1/
6
π
1/
4
π
1/
3
π
1/
2
π
sin
0
1/
2
1/
2
√2
1/
2
√3
1
cos
1
1/
2
√3
1/
2
√2
1/
2
0
Vals spelen.
Als je het bent vergeten kun je met je GR op de volgende manier de getallen toch vinden:
1.
Als je een cosinus, sinus wilt weten dan toets je die gewoon in. Als je dan dat antwoord in het kwadraat neemt, dan weet je waarvan het de wortel was.
2.
Als je een hoek wilt weten dan toets je in sin
-1
of cos
-1
Als je dan je antwoord deelt door
π
dan weet je hoeveel keer
π
het was.