1. | Drie
verschillende: De eerste worp doet er niet toe, de tweede moet anders zijn (kans 5/6) en de derde weer anders (kans 4/6) Dus de kans op drie verschillende is 5/6 • 4/6 = 20/36 Drie dezelfden: De eerste worp doet er niet toe maar beide volgende worpen moeten het zelfde zijn (kans 1/6). De kans op drie dezelfde is dan 1/6 • 1/6 = 1/36 De kans op drie verschillenden OF drie dezelfden is dan 20/36 + 1/36 = 21/36. |
2. | P(eerste uit EN tweede uit) = P(eerste uit) • P(tweede uit) = 0,70 • 0,35 = 0,245. |
![]() |