Kansen uit tabellen.
Als je kansen uit een tabel berekent, dan doe je eigenlijk niets anders dan het regeltjes  kans = gunstig/mogelijk  toe te passen. Het enige probleem is dat je goed moet lezen om te bepalen wát de gunstige en wát de mogelijke dingen zijn. Vooral bij kruistabellen (tabellen waarin meerdere verschillende eigenschappen zijn uitgezet) kan dat wel eens lastig zijn. In de volgende kruistabel staan een aantal leerlingen, uitgesplitst naar man/vrouw en naar leeftijd.
man vrouw tot. 15 60 55 115 16 34 45 79 17 28 32 60 tot. 122 132 254
Als de vraag gewoon is; "wat is de kans dat een willekeurige leerling 16 jaar is", dan is het antwoord makkelijk:  gunstig zijn er 79, mogelijk zijn er 254, dus de kans is 79/254.
Maar soms staat er in de vraag een extra voorwaarde waardoor het aantal mogelijken verandert. Dat kun je vaak herkennen door het woordje "die" Voorbeeld: "hoe groot is de kans dat een leerling die ouder is dan 15 jaar, een man is?" Omdat nu gegeven is dat de leerling ouder is dan 15 jaar, is een deel van de tabel (nl. degenen van precies 15 jaar) niet meer mogelijk. Streep dat daarom weg! (rood staan de nieuwe totalen)
man vrouw tot. 115 16 34 45 79 17 28 32 60 tot. 62 77 139
Je ziet dat onder deze extra voorwaarde de kans dat een leerling een man is gelijk is aan 62/139 Goed lezen dus!!