De oppervlakte van het vlakdeel V ingesloten door de
grafieken van fa(x) = 2ax - x2
en y = ax
is gelijk aan 4/3.
Bereken a.
OPLOSSING
1.
2ax - x2
= ax geeft snijpunten x = 0 en x =a
dat geeft a3 = 8
dus a = 2
Primitiveren met een parameter.
Een parameter in een
functie is een constante waarvan je de grootte nog niet kent. Maar voor het
primitiveren moet je hem gewoon als een constant getal behandelen.
Notatie: fa(x) = .....
heeft x als variabele en a als parameter.
Dus:
de primitieve van fp(a) = 2p + 3a2
is gelijk aan F(a) = 2pa + a3
de primitieve van fa(p) = 2p + 3a2
is gelijk aan F(p) = p2+ 3a2p
parameter in de grenzen.
De parameter kan ook in de grenzen voorkomen. Dan kom je hem pas tegen bij
het invullen in de F(x).