© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
Bereken de vraagtekens in onderstaande driehoeken. Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.
       
 

       
Bereken de vraagtekens in onderstaande driehoeken. Geef je antwoord in één decimaal nauwkeurig.
       
 

       
Stel dat de twee wijzers van een klok lengtes 4 cm en 6 cm hebben.
Hoe ver zijn de uiteinden dan van elkaar als het half vier is?
       
Driehoek ABC heeft AB = 9 en BC = 7 en AC = 3
CD is de hoogtelijn vanuit C.
Bereken de lengte van CD in twee decimalen.
       
Voor de kust ligt een eiland met daarop twee kerktorens: één bij P en één bij Q. Iemand wil graag de afstand tussen beide torens bepalen.

Zij doet dat door vanaf twee punten A en B aan de oever de hoeken die hiernaast staan aangegeven te meten.
Verder meet zij de afstand AB = 600 meter.

Bereken de afstand tussen beide torens op het eiland.

 

       
MEER OPGAVEN
       
6 Hiernaast zie je een schematisch model van een autokrik.
A en C zijn scharnieren, B is een zogenaamd "glijstuk" dat heen en weer kan schuiven.
De krik kan helemaal ingeklapt worden zodat punt C op lijn AB komt te liggen.

     
  a. Hoe hoog komt punt D maximaal?
     
  b. Vanuit ingeklapte toestand schuift punt B 20 cm naar links. Hoe ver gaat steun D dan omhoog?
       
7. Een boer wil een stuk weiland gaan omheinen. Van A naar B loopt een sloot van 120 meter lang. Van C naar D een sloot van 30 meter.
Het hek dat de boer wil maken moet daarom van A via C naar B lopen.

Als AC gelijk is aan 45 meter, hoe lang is BC dan?

       
8. Examenvraagstuk HAVO-B 2024-I

In de Franse stad Lyon ligt een parkje met de naam ‘Jardin des tout-petits Adolphe-Lafont’. De vorm is nagenoeg driehoekig. We benaderen de vorm van dit parkje met een driehoek ABC. Zie de figuur.
       
 

  Ergeldt:  
  - Zijde AB, langs de Rue Pascal, is 92 m lang.
  - Zijde BC, langs de Rue Lafontaine, is 101 m lang.
  - Zijde AC, langs de Avenue Marc Sangnier, is 145 m lang.
  Bereken algebraïsch de oppervlakte van dit parkje in m2. Geef je eindantwoord als geheel getal.
       
9. Van parallellogram ABCD is AB = 12
De lengte van diagonaal AC is 15, en de lengte van diagonaal BD is 10.
Hieruit volgt dat  ∠BAC ≈ 13,2°

     
  a. Toon dat aan.
     
  b. Bereken AD in twee decimalen nauwkeurig.
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)