© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||||
Meer opgaven |
![]() |
|||
![]() |
||||
![]() |
De kromme K wordt gegeven door x(t) = t5 - 4t3 en y(t) = t2 | |||
a. | Geef een vergelijking van de raaklijn aan K in het punt waar t = 1 | |||
b. | Leg uit waarom de vergelijkingen van de raaklijnen aan K in het punt (0,0) niet te berekenen zijn met de formule die je hebt geleerd voor de helling van een parameterkromme. | |||
c. | Geef een vergelijking van de beide raaklijnen aan K in het andere snijpunt van K met de y-as. Leg uit hoe het kan dat een parameterkromme twee raaklijnen in één punt heeft. | |||
![]() |
De kromme K wordt gegeven door x(t)
= t3 - 4t en
y(t) = tet - et
Geef een vergelijking van de raaklijn aan kromme K in het snijpunt met de positieve y-as. |
|||
![]() |
De kromme K wordt gegeven door x(t)
= t2 - 2t en
y(t) = lnt Voor welke b raakt de lijn y = 1/4x + b de kromme K? |
|||
![]() |
De kromme K wordt gegeven door
x(t) = cos2t + cost en y(t) = sin2t + sint Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt waar t = 1/3π. |
|
||
![]() |
Gegeven is de
parameterkomme K door: x(t) = cos(t/3) en y(t) = sin(t/2) Zie de figuur hiernaast. |
|
||
a. | Bereken de hoek waaronder de kromme zichzelf snijdt op de x-as | |||
De twee losse "uiteinden" van de
kromme noemen we keerpunten,
want daar keert de beweging om. Het bovenste keerpunt P hoort hier o.a. bij t = 3p. Als je de helling in punt P algebraïsch probeert te berekeningen dan is dat niet mogelijk. |
||||
b. | Leg uit waarom dat niet lukt. | |||
c. | Benader de helling in punt P door een punt vlak naast het keerpunt te gebruiken. | |||
![]() |
||||
6. | examenvraagstuk Wiskunde,VWO,
1984. Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oxy is de kromme K gegeven door: x = -t2 + 6t en y = -1/3t3 + 2t2 waarbij t ∈ R |
|||
a. | Bereken de coördinaten van de punten van K waarin de raaklijn aan K evenwijdig is aan de x-as of aan de y-as. | |||
b. | Toon aan dat er twee lijnen zijn
die K in O raken. Bereken de hoek van deze lijnen in graden nauwkeurig. Teken K. |
|||
c. | Voor welke p ∈ R+ geldt: de lijn y = 2x - p raakt K ? | |||
7. | examenvraagstuk Wiskunde
B VWO,
1988. Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxy is de kromme K gegeven door: |
|||
a. | Bereken de coördinaten van de gemeenschappelijke punten van K en de coördinaatassen. | |||
b. | Bereken de coördinaten van de punten van K waarin de raaklijn aan K evenwijdig is aan de x-as of aan de y-as. | |||
c. | Onderzoek welke waarden de richtingscoëfficiënten van de raaklijnen aan K kunnen aannemen. | |||
8. | examenvraagstuk Wiskunde
B VWO,
1998. De kromme K is gegeven door: |
|||
![]() |
|
|||
waarbij t
∈ [0, 2π]
In de figuur hiernaast is K getekend. De coördinaatassen zijn symmetrie-assen van K. |
||||
a. | Toon aan dat voor t ≠ 0, p en 2p de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan K in het punt (x(t), y(t)) van K gelijk is aan -3sin2t | |||
R is een rechthoek waarvan de zijden evenwijdig zijn aan de coördinaatassen. De hoekpunten van R liggen op kromme K | ||||
b. | Bereken hoe groot de oppervlakte van R maximaal kan zijn. | |||
Voor elke a ∈ R is de kromme Ka gegeven door: | ||||
![]() |
||||
waarbij t
∈ [0, 2π]
Voor elke a zijn de coördinaatassen symmetrie-assen van Ka. |
||||
|
||||
c. | K3 snijdt zichzelf in het punt S op de positieve x-as. Bereken de hoek waaronder K3 zichzelf in S snijdt. | |||
9. | Voor elk positief geheel getal n bekijken we de baan Kn van een punt dat beweegt volgens: | |||
|
||||
|
||||
Met 0 ≤ t
≤ 0,5π In de figuur hiernaast zijn vier banen getekend. Gegeven een punt P van K6. |
||||
a. | Toon aan dat de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan K6 in punt P gelijk is aan -tan4t | |||
In een punt P van K6 heeft de raaklijn aan K6 richtingscoëfficiënt -9. | ||||
b. | Bereken de coördinaten van P. | |||
10. | De "traan" hiernaast voldoet aan de parametervergelijkingen: |
|
||
![]() |
||||
De traan past precies in een gelijkbenige driehoek met als top het snijpunt van deze kromme met de y-as: | ||||
|
||||
a. | Bereken de exacte oppervlakte van deze driehoek. | |||
b. | De lijn y =
p snijdt de traan in de punten A en B zodat AB = 2. Bereken algebraïsch de exacte waarde van p waarvoor dat zo is. |
|||
11. | Examenopgave VWO, Wiskunde B,
2021-II De kromme K
is gegeven door de bewegingsvergelijkingen: |
|
||
![]() |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |