© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven  
       
Toon aan dat  sin2(α + 1/4π) = 1/2 + sinαcosα
       
Toon aan dat  cos(α + 1/6π) + cos(α - 1/6π) = √3 • cosα
       
Toon aan dat  cos2(1/4π - 1/2x) = 1/2 + 1/2sinx
       
a. 5/12 kun je schrijven als 3/12  + 2/12
Gebruik dat gegeven om aan te tonen dat  sin(5/12π) = 1/4√6 + 1/4√2.
       
  b. Als je je beseft dat 1/12 = 1/4 - 1/6 dan kun je cos 1/12π berekenen. Doe dat.
       
  c. Vergelijk je antwoord op vraag b) met dat op vraag a) en geef een verklaring.
       
       
5. Bereken het vraagteken in de figuur hiernaast.

TIP: Gebruik daarbij de formule voor cos(α + β) en natuurlijk Pythagoras.

 

6. Olympiadevraagstuk

In een vierkant worden vanuit een hoekpunt twee lijnen getrokken naar de middens P en Q van zijden er tegenover (zie figuur)

Bewijs algebraïsch dat sinq = 3/5

       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)