1. a. x5 = 8
x = 81/5
       
  b. x6 = 7
x = 71/6   ∨   x = -71/6
       
  c. 4x8 = 64
x8 = 16
x = 161/8 x = -161/8
       
  d. 2x4 + 6 = 0
2x4 = -6
x4 = -3
geen oplossing
       
  e. 3x3 + 8 = 2
3x3 = -6
x3 = -2
x = (-2)1/3
       
  f. x3 + 4 = 5x3 + 16
-12 = 4x3
-2 = x3
x = (-3)1/3
       
  g. 6x10 - 8 = 4
6x10 = 12
x10 = 2
x= 21/10     x = -21/10
       
  h. x5 + 12 = -x5 + 2
2x5 = -10
x5 = -5
x = (-5)1/5
       
  i. 0,5x6  + 4 =  1
0,5x6 = -3
x6 = -6
geen oplossing
       
  j. 0,1x4  - 3 = 2
0,1x4 = 5
x4 = 50
x = 501/4     x = -501/4
       
2. a. x4  =  1/10x10
1 = 1/10x6   (en  (0,0) is ook een snijpunt)
x6 = 10
x = 101/6  x = -101/6 
dat geeft  y = x4±102/3 
       
  b.  x4  = 9  geeft  x = ±91/4 = ±1,73
 1/10x10  = 9 geeft  x10 = 90  dus  x = ±901/10 = ±1,57
De afstanden zijn 
-1,57
- - 1,73 = 0,16
1,57
- - 1,57 = 3,14
1,73
- 1,57 = 0,16
       
3. a. De breedte van de rechthoek is 2p
De hoogte van de rechthoek is 2 × 2p3 = 4p3
De oppervlakte is dan  2p
× 4p3  = 8p4
       
  b. 8p4 = 12
p4 = 1,5
p = 1,51/4  ∨  p = -1,51/4
p = 1,11
P = (1.11, 2.71)
       
4. a. t = 11,8 • 40000,20 = 62 jaar
       
  b. 70 = 28,3 • G0,19
G0,19 = 2,47
G = 2,471/0,19 = 117,5 kg.
       
  c. 120 = 241 • G-0,25
G-0,25 = 0,4979
G = 0,49791/-0,25 = 16,26 kg.
       
  d. olifant:
gewicht 4000 geeft  H = 241 • 4000-0,25 = 30,3 slagen per minuut
in 62 jaar zitten 62 • 365 • 24 • 60 = 32587200 minuten
dat is 30,3 • 32587200 = 987 miljoen hartslagen

struisvogel.
gewicht 117,5 kg geeft  H = 241 • 117,5-0,25 = 73,2 slagen per minuut
in 70 jaar zitten  70 • 365 • 24 • 60 = 36792000 minuten
dat is  73,2 • 36792000 = 2693 miljoen hartslagen.
       
5. a. 1,2r2 = 0,6r3 
1,2 = 0,6r3/2
2 = r3/2
r = 22/3  = 1,59.
       
  b. 0,6r3 = 0,5 • 0,4r
0,6r2 = 0,2
r2 = 1/3
r = √(1/3) = 0,58
       
  c. Bij de houten kubus gaat het om inhoud, en dat is  r3
Bij de plexiglas kubus gaat het om oppervlakte en dat is r2
Bij het draadmodel gaat het om lengte en dat is r
       
6. a. 0,18 = 700/L3
L3 = 700/0,18 = 3888,89
L = (3888,89)1/3 = 15,7 cm

0,22 = 700/L3
L3 = 700/0,22 = 3181,82
L = 3181,821/3 = 14,7 cm

Dus tussen de 147 en 157 mm.
       
  b. Door deze manier van meten wordt L groter.
G verandert niet, dus de noemer van R wordt groter terwijl de teller gelijk blijft.
Dan wordt R kleiner.
Dus de schildpad krijgt een kleinere Jackson Ratio
       
  c. G = 454W en L = 2,54l
   
    Dus c = 27,7
       
  d.
    De grafiek  G/L3 = 0,18 is dezelfde als G = 0,18L3 en dat is de onderste rode lijn in de figuur
De grafiek  G/L3 = 0,22 is dezelfde als G = 0,22L3 en dat is de bovenste rode lijn in de figuur
Het bedoelde gebied is het gele gebied daartussen.
       
7. Dan moet gelden  g1 • g2g3 g4g5  is voor het eerst kleiner dan 1/5.
g1 • g2g3 g4g5  = g1+2+3+4+5 = g15 
g15 = 1/5  geeft  g = (1/5)1/15 = 0,8983
Als die waarde kleiner dan 1/5 moet zijn, dan moet g groter dan  0,8983 zijn.

Maar verder moet  g1g2g3g4  groter dan 1/5 zijn.
g1g2g3g4  = g1+2+3+4 = g10
g10 = 1/5  geeft  g = (1/5)1/10 = 0,8513
Als die waarde groter dan 1/5 moet zijn, dan moet g groter dan 0,8513 zijn.

Conclusie:  0,8513 < g < 0,8983