|
|||||
1. | a. | x2 + y2 - 6x
- 10y + 12 = 0 x2 - 6x + 9 - 9 + y2 - 10y + 25 - 25 + 12 = 0 (x - 3)2 + (y - 5)2 = 22 M = (3, 5) en r = √22 |
|||
b. | x2 + y2 +
2x - 4y = 20 x2 + 2x + 1 - 1 + y2 - 4y + 4 - 4 = 20 (x + 1)2 + (y - 2)2 = 25 M = (-1, 2) en r = 5 |
||||
c. | 3x2 + 3y2 -
9x + 12y = 0 x2 + y2 - 3x + 4y = 0 x2 - 3x + 21/4 - 21/4 + y2 + 4y + 4 - 4 = 0 (x - 11/2)2 + (y + 2)2 = 61/4 M = (11/2, -2) en r = 21/2. |
||||
d. | x2 + y2 - 23
= 4x + 6y x2 - 4x + y2 - 6y - 23 = 0 x2 - 4x + 4 - 4 + y2 - 6y + 9 - 9 - 23 = 0 (x - 2)2 + (y - 3)2 = 36 M = (2, 3) en r = 6 |
||||
2. | a. | x2 + y2 - 4x
+ 5y = p x2 - 4x + 4 - 4 + y2 + 5y + 61/4 - 61/4 = p (x - 2)2 + (y + 21/2)2 = p + 101/4 Dat is een cirkel als p + 101/4 > 0 ⇒ p > -101/4 |
|||
b. | x2 + px + y2
- 6y + 30 = 0 x2 + px + 1/4p2 - 1/4p2 + y2 - 6y + 9 - 9 + 30 = 0 (x + 1/2p)2 + (y - 3)2 = 1/4p2 - 21 Dat is een cirkel als 1/4p2 - 21 > 0 1/4p2 > 21 p2 > 84 p > √84 ∨ p < -√84 |
||||
c. | 3x2 + 6x + py2
- 3y = 0 p = 3 anders zijn de factoren bij x2 en y2 niet gelijk. 3x2 + 6x + 3y2 - 3y = 0 x2 + 2x + y2 - y = 0 x2 + 2x + 1 - 1 + y2 - y + 1/4 - 1/4 = 0 (x + 1)2 + (y - 1/2)2 = 11/4 Het is voor p = 3 inderdaad een cirkel. |
||||
3. | a. | (x - 1)2
+ (y - 2)2 = 13 met de lijn y
= 12 - 2x y = 12 - 2x invullen: (x - 1)2 + (10 - 2x)2 = 13 x2 - 2x + 1 + 100 - 40x + 4x2 = 13 5x2 - 42x + 88 = 0 x = (42 ± √(4))/10 x = 42/5 ∨ x = 4 Dat geeft y = 12 - 2x ⇒ y = 4 of y = 31/5 De snijpunten zijn (4,4) en (42/5, 31/5) |
|||
b. | x2
+ y2 + 6x - 2y = 10 met de
lijn y = 3x + 8 y = 3x + 8 invullen: x2 + (3x + 8)2 + 6x - 2(3x + 8) = 10 x2 + 9x2 + 48x + 64 + 6x - 6x - 16 = 10 10x2 + 48x + 38 = 0 x = (-48 ± √(784))/20 x = -34/5 ∨ x = -1 Dat geeft y = 3x + 8 ⇒ y = -32/5 of y = 5 De snijpunten zijn (-1, 5) en (-34/5, -32/5) |
||||
c. | x2 + 4x
= 29 - y2 - 4y met de lijn
y = -2x + 5 y = -2x + 5 invullen: x2 + 4x = 29 - (-2x + 5)2 - 4(-2x + 5) x2 + 4x = 29 - 4x2 + 20x - 25 + 8x - 20 5x2 - 24x + 16 = 0 x = (24 ± √(256))/10 x = 4/5 ∨ x = 4 Dat geeft y = -2x + 5 ⇒ y = 32/5 of y = -3 De snijpunten zijn (4/5, 32/5) en (4, -3) |
||||
4. | afstand
Ö10 tot het punt (1,5)
betekent dat het punt op de cirkel met middelpunt (1, 5) en straal
√10 moet liggen. dat is de cirkel (x - 1)2 + (y - 5)2 = 10 y = 2x + 4 invullen: (x - 1)2 + (2x - 1)2 = 10 x2 - 2x + 1 + 4x2 - 4x + 1 = 10 5x2 - 6x - 8 = 0 x = (6 ± √(196))/10 x = -4/5 ∨ x = 2 Dat geeft y = 2x + 4 ⇒ y = 22/5 y = 8 De gezochte punten zijn (-4/5, 22/5) en (2, 8) |
||||
5. | a. | y = 2x + p
invullen in
x2 + (y - 3)2 = 5 x2 + (2x + p - 3)2 = 5 x2 + 4x2 + 4x(p - 3) + (p - 3)2 = 5 5x2 + x(4p - 12) + (p2 - 6p + 4) = 0 Dat heeft oplossingen als de discriminant groter dan nul is. (4p
- 12)2 - 20(p2 - 6p
+ 4) ³ 0 |
|||
b. | y = x + 1
invullen in de
cirkel (x - p)2 + y2
= 8 (x - p)2 + (x + 1)2 = 8 x2 - 2px + p2 + x2 + 2x + 1 = 8 2x2 + x(2 - 2p) - 7 + p2 = 0 Als de lijn de cirkel raakt is er precies één oplossing, dus is de discriminant gelijk aan nul: (2 - 2p)2 - 8(p2 - 7) = 0 4 - 8p + 4p2 - 8p2 + 56 = 0 4p2 + 8p - 60 = 0 p2 + 2p - 15 = 0 (p - 3)(p + 5) = 0 p = 3 ∨ p = -5 |
||||
6. | a. | x2
- 2x + y2 = 17 x2 + 10x + 25 + y2 - 4y + 4 = 10 van elkaar aftrekken geeft 12x + 29 - 4y = -7 4y = 12x + 36 y = 3x + 9 invullen in de cirkel: x2 - 2x + (3x + 9)2 = 17 x2 - 2x + 9x2 + 54x + 81 = 17 10x2 + 52x + 64 = 0 x = (-52 ± √(144))/20 x = -2 ∨ x = -31/5. Dat geeft y = 3 ∨ y = -3/5 De snijpunten zijn (-2, 3) en (-31/5, -3/5) |
|||
b. | x2
+ y2 - 4x = 16 x2 + y2 = 8x + 8y - 24 Trek ze van elkaar af: 4x = 8x + 8y - 40 -4x = 8y - 40 x = -2y + 10 invullen in een cirkel: (-2y + 10)2 + y2 - 4(-2y + 10) = 16 4y2 - 40y + 100 + y2 + 8y - 40 = 16 5y2 - 32y + 44 = 0 y = (32 ± √(144))/10 y = 42/5 ∨ y = 2 Dat geeft x = 11/5 ∨ x = 6 De snijpunten zijn (11/5, 42/5) en (6, 2) |
||||
c. | x2
+ y2 = 2x - 2y + 8 y2 + 8y + 16 + x2 = 8x - 12 Trek ze van elkaar af: 8y + 16 = 6x + 2y - 20 6y = 6x - 36 y = x - 6 invullen in een cirkel: x2 + (x - 6)2 = 2x - 2(x - 6) + 8 x2 + x2 - 12x + 36 = 2x - 2x + 12 + 8 2x2 - 12x + 16 = 0 x2 - 6x + 8 = 0 (x - 2)(x - 4) = 0 x = 2 ∨ x = 4 Dat geeft y = -4 ∨ y = -2 De snijpunten zijn (2, -4) en (4, -2) |
||||
7. | a. |
x2 + y2 - 6x - 4y
= 12 en x2 + y2
+ 12x - 28y = p trek ze van elkaar af: 18x - 24y = p - 12 24y = 18x + 12 - p y = 3/4x + 1/2 - p/24 Noem voor het gemak even p/24 = q invullen in een cirkel: x2 + (3/4x + 1/2 - q)2 - 6x - 4(3/4x + 1/2 - q) = 12 x2 + 9/16x2 + 6/4x(1/2 - q) + (1/2 - q)2 - 6x - 3x - 2 + 4q = 12 25/16x2 + x(3/4 - 6/4q - 6 - 3) + ((1/2 - q)2 - 2 + 4q - 12) = 0 vermenigvuldig alles met 16: 25x2 + x(-132 - 24q) + (16(1/2 - q)2 - 224 + 64q) = 0 De discriminant moet gelijk zijn aan nul als ze elkaar raken: (132 + 24q)2 - 100 • (16(1/2 - q)2 - 224 + 64q) = 0 17424 + 6336q + 576q2 - 100 • (4 - 16q + 16q2 - 224 + 64q) 17424 + 6336q + 576q2 - 400 + 1600q - 1600q2 + 22400 - 6400q = 0 -1024q2 + 1536q + 39424 = 0 q = (-1536 ± 12800)/-2048 q = -51/2 ∨ q = 7 Dat geeft p = -132 ∨ p = 168 |
|||
b. |
x2 + y2 - 6x - 4y
= 12 x2 - 6x + 9 - 9 + y2 - 4y + 4 - 4 = 12 (x - 3)2 + (y - 2)2 = 25 Het middelpunt is dan (3, 2) x2 + y2 + 12x - 28y = p x2 + 12x + 36 - 36 + y2 - 28y + 196 - 196 = p (x + 6)2 + (y - 14)2 = p + 232 Het middelpunt is dan (-6, 14) Lijn door beide middelpunten: a = 12/-9 = -4/3 2 = - 4/3 • 3 + b geeft b = 6 De lijn is dan y = -4/3x + 6 Invullen in een cirkel: x2 + (-4/3x + 6)2 - 6x - 4(-4/3x + 6) = 12 x2 + 16/9x2 - 16x + 36 - 6x + 16/3x - 24 = 12 25/9x2 - 50/3x = 0 25x2 - 150x = 0 25x(x - 6) = 0 x = 0 ∨ x = 6 Dat geeft de raakpunten (0, 6) en (6, -2) Cirkel 2 moet dan door die punten gaan, dus kun je ze invullen: 0 + 36 + 0 - 168 = p ⇒ p = -132 36 + 4 + 72 + 56 = p ⇒ p = 168 |
||||
8. | a. | Noem
de projectie van R op de x-as punt P. PO = 4 (want c heeft middelpunt (4, 5)) OT = p Dus PT = 4 + p RP = 5 (want c heeft middelpunt (4,5)) Pythagoras: RT2 = (4 + p)2 + 52 = 16 + 8p + p2 + 25 = p2 + 8p + 41 Dus RT = √(p2 + 8p + 41) |
|||
b. | c
heeft straal 7 en d heeft straal 4. Stel dat e straal r heeft, dan is RT = 7 + r dus r = RT - 7 en ST = 4 + r dus r = ST - 4 Gelijkstellen: √(p2 + 8p + 41) - 7 = √( p2 - 28p + 260) - 4 Y1 = √(X^2 + 8X + 41) - 7 Y2 = √(X^2 - 28X + 260) - 4 intersect geeft X = p = 8 Dus r = √(82 + 8 • 8 + 41) - 7 r = 6 |
||||
9. | a. | geval 1. Hoek A is recht als BC een middellijn is (Thales) dus C = (0, 8) geval 2. De lijn door B loodrecht op AB heeft helling -2 (want AB heeft helling 1/2). Dat is dus de lijn y = -2x - 2 Snijden met de cirkel: x2 + (-2x - 2 - 3)2 = 25 x2 + 4x2 + 20x + 25 = 25 5x2 + 20x = 0 5x(x + 4) = 0 x = 0 ∨ x = -4 x = -4 geeft het punt C(-4, 6) |
|||
b. | AB =
√(42 + 22) = √20 Leg een cirkel door A (4, 0) met straal √20. Dat is de cirkel (x - 4)2 + y2 = 20 Snijden met de gegeven cirkel x2 + (y - 3)2 = 25. eerste cirkel: x2 - 8x + 16 + y2 = 20 dus x2 + y2 = 4 + 8x tweede cirkel: x2 + y2 - 6y + 9 = 25 dus x2 + y2 = 6y + 16 Dat moet gelijk zijn: 4 + 8x = 6y + 16 ofwel x = 0,75y + 1,5 Vul dat in in één van de cirkels, bijvoorbeeld de eerste: (0,75y + 1,5 - 4)2 + y2 = 20 (0,75y -2,5)2 + y2 = 20 0,5625y2 - 3,75y + 6,25 + y2 = 20 1,5625y2 - 3,75y -13,75 = 0 deel door 1,5625: y2 - 2,4y - 8,8 = 0 ABC-formule: y = (2,4 ±√40,96)/2 = 4,4 of -2 y = 4,4 geeft x = 0,75 • 4,4 + 1,5 = 4,8 Het gezochte punt is (4.8, 4.4) |
||||
10. |
x2 + y2
- 28x - 32y = -308 x2 - 28x + 196 - 196 + y2 - 32y + 256 - 256 = -308 (x - 14)2 + (y - 16)2 - 452 = -308 (x - 14)2 + (y - 16)2 = 144 Dus M = (14, 16) (en de straal is r = 12 maar dat doet er niet toe) De afstand van M tot de x-as is 16 MP = √((14 - 6)2 + (16 - 1)2) = √289 = 17 Het verschil is dus 1. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |