OPGAVEN
Vereenvoudig zoveel mogelijk:
1.
OPLOSSING
1.
(
a
+ 1) valt weg en
p
valt weg, dus blijft over:
2
ap
Breuken vereenvoudigen.
Je mag breuken vereenvoudigen door in teller en noemer een zelfde factor "weg te strepen". Maar let op:
Dat mag alleen bij vermenigvuldigen!!!
Voorbeelden van wat wél en wat niet mag, waarbij A en B en C van alles mogen zijn:
Bij degenen die wél zijn toegestaan is er steeds sprake van een vermenigvuldiging.
Voorbeeld:
Alleen bij haakjes mag er wel + of - staan, want dan maken die haakjes het één geheel.
Voorbeeld: