De
intervalnotatie is een manier om in één keer een "gebiedje
getallen" aan te geven. Een interval geeft dus niet losse getallen
aan, maar alle getallen tussen bepaalde grenzen.
Links staat het kleinste getal, rechts het grootste getal, ertussen een
komma.
Let op de haakjes die gebruikt worden:
á
enñ
betekent dat
het grensgetal zelf er niet bijhoort
in het Nederlands zouden we zeggen "tot"
[
en ]
betekent dat
het grensgetal zelf er wel bijhoort
in het Nederlands zouden we zeggen "tot en met"
Als er
geen laatste grensgetal is, dus als het interval alsmaar doorloopt, dan
geven we dat aan met een pijltje: ®
of ¬.In zo'n geval is er geen
laatste getal wat er nog bijhoort en daarom gebruiken we bij een pijltje
altijd een haakje á
of ñ.