OPGAVEN
Vereenvoudig zoveel mogelijk:
1.
OPLOSSING
1.
√9√
x +
√
x
/
√25
= 3√
x
+ 0,2√
x
=
3,2√
x
Rekenen met wortels.
1. Twee wortels samennemen.
Dat mag alleen bij vermenigvuldigen en bij delen:
2. Wortels splitsen
Bovenstaande regels kun je ook van rechts naar links gebruiken. Bijvoorbeeld:
√(4
xy
) = √4 •√(
xy
) = 2√(
xy
)