Geef een mogelijke formule bij de volgende grafieken:
2.
Schets de grafieken van de volgende functies:
a. f(x) = 5
+ 2/(x - 3)
b. g(x) = 3 - 2log(x + 5)
OPLOSSING
1.
parabool
y = ax2 Þ 2 naar
rechts en 4 omhoog : y = a(x - 2)2 +
4
moet door bijv. (1,7) gaan : 7 = a(1 - 2)2 +
4 Þ a = 3 Dus y
= 3(x - 2)2 + 4
wortel
y = aÖxÞ
gespiegeld in de x-as: y = -aÖxÞ
1 naar links en 6 omhoog: y = -aÖ(x
+ 1) + 6
moet door bijv. (3,2) gaan: 2 = -aÖ(3
+ 1) - 6 Þa = 2 dus y
= -2Ö(x + 1) + 6