OPGAVEN
1.
Vier personen verdelen een bedrag van
€
250, - in de verhouding 2 : 4 : 7 : 10
Hoeveel krijgt ieder?
OPLOSSING
1.
2
21,74
4
43,48
7
76,09
10
108,70
23
250, -
Verhoudingen.
Ook bij verhoudingen kun je een verhoudingstabel maken. Daarbij is het meestal wel handig om ook een rij met "totaal" toe te voegen.
Voorbeeld:
Drie personen A, B en C moeten een bedrag van
€
240 verdelen in de verhoudingen 2 : 5 : 11
Hoeveel krijgt ieder?
A
2
??
B
5
??
C
11
??
totaal
18
240
En nu volgen de vraagtekens vanzelf. Ga zelf maar na dat ze
€
26,67 en
€
66,67 en
€
146,67 krijgen.
Soms moet je zelfs een rij met verschillen toevoegen, bijvoorbeeld:
Voorbeeld.
Drie personen A, B en C moeten een bedrag in de verhoudingen 2 : 5 : 11 verdelen. C krijgt
€
100 meer dan B. Hoeveel krijgt A?
A
2
??
B
5
C
11
C - B
6
100
?? =
2 • 100
/
6
=
€
33,33.