OPGAVEN
1.
Gegeven is
y
= 4
· 3
2
x
- 1
. Schrijf dit in de vorm
y
= B ·
g
x
2.
Gegeven is de functie:
Laat zien dat dit een exponentiële functie is, en geef de beginwaarde en de groeifactor.
OPLOSSING
1.
4
· 3
2
x
- 1
= 4 · 3
2
x
· 3
-1
= 4 · (3
2
)
x
·
1
/
3
=
4
/
3
· 9
x
2.
Dus B = 1,6 en
g
= 0,25
Schrijf in de vorm
y
= B
·
g
x
Met deze regels:
g
a
+
b
=
g
a
·
g
b
en
g
ab
=
(
g
a
)
b
en
1
/
g
a
=
g
-a
haal je gewoon stap voor stap alles bij de
x
weg, zodat die alleen komt te staan......
voorbeeld: