OPGAVEN
Vereenvoudig zoveel mogelijk, en zonder wortels in de noemer
1.
2.
OPLOSSING
1.
2.
Wortels in de noemer.
1. Een enkele wortel.
Vermenigvuldig in dat geval de teller en de noemer beiden met die wortel. Dan valt hij in de noemer weg.
2.
Ö
x
+
a
(of
a
+
Ö
x
of iets dergelijks)
In dat geval vermenigvuldig je teller en noemer met
Ö
x
-
a