HAVO WB, 1993 - I | ||
OPGAVE 1. | ||||
In de figuur hiernaast is de
grafiek getekend van f(x) = sin1/4πx |
|
|||
4p. | 1. | Stel een vergelijking op van lijn OT en stel een vergelijking op van lijn TS. | ||
Het punt A beweegt over de
lijnstukken OT en TS. Het punt B beweegt over de sinusoïde zo dat lijn stuk AB evenwijdig aan de y-as blijft. Zie de figuur hiernaast. |
|
|||
7p. | 2. | Bereken de maximale lengte van AB in twee decimalen nauwkeurig. | ||
We gaan de grafiek nu benaderen door een parabool met dezelfde top T die ook door O en S gaat. | ||||
3p. | 3. | Stel een vergelijking op van deze parabool. | ||
OPGAVE 2. | |||
In 1991 kreeg in
het kader van de Nederlandse meubelprijzen het bijzettafeltje
Cable-Table van Willem Scholtens een eervolle vermelding. Het bijzettafeltje bestaat uit twee even grote regelmatige piramiden waarvan alle ribben even lng zijn. De piramiden ABCD en EFGH worden door zeven stalen kabels van 1 mm dikte bij elkaar gehouden. De piramide EFGH hangt met de top H naar beneden aan een kabel die verbonden is met de top D van de piramide ABCD. Deze verticale kabel is op de tekening hiernaast te zien. De bovenkant van het tafeltje is van glas. In de figuur hieronder zie je een deel van het bovenaanzicht. |
|
||
|
|||
6p. | 4. | Voltooi dit bovenaanzicht van de Cable-Table met de ontbrekende ribben en de kabels. | |
6p. | 5. | Geef aan hoe de ligging is - evenwijdig, snijdend, kruisend - van de kabel AE ten opzichte van elk van de andere zes kabels. | |
Een Cable-Table met ribben van 54 cm moet voor vervoer verpakt worden in een doos in de vorm van een regelmatig prisma waar de Cable-Table rechtop gezet precies in past met de glasplaat naar boven. De bodem van de doos is zeshoekig. | |||
5p. | 6. | Bereken de oppervlakte van de bodem van die doos in gehele cm3 nauwkeurig. | |
De hoogte van een Cable-Table met ribben van 54 cm is 50 cm. | |||
9p. | 7. | Bereken de lengte van de kabel DH in gehele mm nauwkeurig. | |
|
OPGAVE 4. | ||||
In de figuur
hiernaast zijn de parabool p: y = x2
en de lijn l: y = x + 4 getekend. Uit deze twee grafieken kun je een 'productgrafiek' maken; dat is de grafiek die hoort bij y = x2 (x + 4) Op l liggen de roosterpunten A, B en C (zie de figuur) |
|
|||
4p. | 13. | Verklaar waarom de productgrafiek door deze punten gaat. | ||
Op de parabool liggen ook punten van de productgrafiek. | ||||
5p. | 14. | Geef de coördinaten van deze punten. Verklaar je antwoord. | ||
De lijn l wordt
evenwijdig verschoven, maar de parabool p blijft op zijn
plaats. Daardoor verandert de productgrafiek. Hieronder zijn de parabool p en een aantal posities van de lijn l getekend. |
||||
|
||||
7p. | 15. | Teken op elke van de getekende lijnen de snijpunten van die lijn en de bijbehorende productgrafiek. | ||
Alle lijnen l hebben
als vergelijking y = x + a De productgrafieken hebben dus als vergelijking y = x2 (x + a) In de volgende figuur zijn tien van de productgrafieken getekend. Als a ≠ 0 heeft de productgrafiek behalve O(0,0) nog een tweede top. |
||||
|
||||
4p. | 16. | Bereken de coördinaten van die tweede top als a = 4. | ||
5p. | 17. | Toon aan dat voor elke a ≠ 0 die tweede top ligt op de kromme met vergelijking y = -1/2x3 | ||
UITWERKING | |
1. | y = 1/2x en y = -1/2x + 2 |
2. | 0,21 |
3. | y = -1/4(x - 2)2 + 1 |
4. | |
5. | AE snijdt AF en BE AE is evenwijdig aan CG AE kruist BG, CF en DH |
6. | 2525 cm2 |
7. | 382 mm |
8. | 4164 m2 |
9. | |
10. | |
11. | |
12. | |
13. | |
14. | (0,0) (-3,9) |
15. | |
16. | (-8/3, 256/27) |
17. | |