VWO WB, 1988 - I | ||
OPGAVE 1. | |||
Met domein R is
gegeven de functie f : x
→ x + e-x
Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oxy is F de grafiek van f. |
|||
1. | Bereken het bereik van f | ||
2. | Stel een vergelijking op van de asymptoot van F. | ||
3. | Teken F. | ||
4. | Stel een vergelijking op van de lijn door O die F raakt. | ||
Het vlakdeel ingesloten door F, de x-as, de y-as en de lijn x = -1 wentelt om de x-as. | |||
5. | Bereken de inhoud van het omwentelingslichaam. | ||
OPGAVE 2. | |||
Gegeven is de op 〈-3, π〉 differentieerbare functie: | |||
|
|||
Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oxy is F de grafiek van f. | |||
6. | Bewijs dat a = b = 1 | ||
7. | Onderzoek f verder. | ||
8. | Bereken de coördinaten van de buigpunten van F. | ||
9. | Teken F. | ||
V is het vlakdeel in gesloten door F en de x-as. | |||
10. | Bereken de oppervlakte van V. | ||
De lijn door (0,1)
en (p, 0) met p Î
〈0,
3/4π〉
verdeelt V in twee vlakdelen V1
en V2; V1 bevat het punt (0, 1/2) De oppervlakten van V1 en V2 verhouden zich als 2 : 3 |
|||
11. | Bereken p. | ||
OPGAVE 3. | |||
Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxy is de kromme K gegeven door: x = t2 - t - 2 en y = t2 + t + 1/4, waarbij t ∈ R |
|||
12. | Bereken de coördinaten van de gemeenschappelijke punten van K en de coördinaatassen. | ||
13. | Bereken de coördinaten van de punten van K waarin de raaklijn aan K evenwijdig is aan de x-as of aan de y-as. | ||
14. | Onderzoek welke waarden de richtingscoëfficiënten van de raaklijnen aan K kunnen aannemen. | ||
15. | Teken K. | ||
Een vierhoek waarvan de hoekpunten op K liggen heeft de y-as als symmetrie-as. | |||
16. | Bereken de oppervlakte van deze vierhoek. | ||
OPGAVE 4. | |||
Van het prisma dat
hieronder staat afgebeeld is gegeven: ∠AOC = ∠AOD = ∠COD = 90º BC // AO BC = CO = 8, AO = 1 en DO = 4. |
|||
|
|||
De lijn l gaat door B, snijdt de lijn EG en snijdt de lijn OD in punt P. | |||
17. | Bereken OP. | ||
Punt Q ligt op het
lijnstuk BG en punt R ligt op het lijnstuk AE. Lijn QR is evenwijdig aan het vlak ABC. QR = 10. |
|||
18. | Bereken de afstand van lijn QR en het vlak ABC. | ||
Vierhoek DEFG is
een deksel dat kan scharnieren om de lijn DG. Het deksel wordt opengeklapt tot het achterover met de punt op het vlak ABC rust: daar ligt het punt S. |
|||
19. | Bereken over welke hoek het deksel draaide. | ||
Bovenstaande figuur is een parallelprojectie van het prisma waarbij vierhoek OCGD evenwijdig is aan het vlak van de tekening. | |||
20. | Teken punt S in deze figuur. Licht je werkwijze toe. | ||
UITWERKING | ||
1. | ||
2. | ||
3. | ||
4. | ||
5. | ||
6. | ||
7. | ||
8. | ||
9. | ||
10. | ||
11. | ||
12. | ||
13. | ||
14. | ||
15. | ||
16. | ||
17. |
|
|
18. |
|
|
19. | ||
20. | ||
21. | ||
22. | ||
23. | ||