VWO WB, 1989 - II | ||
OPGAVE 1. | |||
Van R naar R is voor elke a Î R gegeven de functie: | |||
|
|||
Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oxy is Fa de grafiek van fa. | |||
1. | Onderzoek f4 en teken F4. | ||
2. | Bereken in één decimaal nauwkeurig de oppervlakte van het vlakdeel ingesloten door F0, de x-as en de lijnen x = -1 en x = -2. | ||
Gegeven is de differentiaalvergelijking D: dy/dx = -1/5(y - 1)2 | |||
3. | Los deze differentiaalvergelijking op. | ||
4. | Onderzoek of f0 een oplossing is van deze differentiaalvergelijking | ||
OPGAVE 2. | |||
Ten opzichte van
een rechthoekig assenstelsel Oxy is de kromme K gegeven door: x = 4 - 2cos2φ en y = (sinφ + 1)(sinφ + 3) waarbij φ ∈ [-1/2π, 1/2π] |
|||
5. | Onderzoek welke waarden x kan aannemen. | ||
6. | Onderzoek welke waarden y kan aannemen. | ||
7. | Bereken de coördinaten van het punt van K waarin de raaklijn aan K evenwijdig is met de y-as. | ||
8. | Teken K. | ||
Een lijn x = p met p ∈ R snijdt K in de punten A en B. | |||
9. | Bereken p in het geval dat AB = 6. | ||
OPGAVE 3. | |||
Gegeven is op R de continue functie: | |||
Ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel Oxy is F de grafiek van f. | |||
10. | Bewijs dat a = e. | ||
11. | Bewijs ook dat f niet differentieerbaar is in x = 1. | ||
12. | Onderzoek f verder en teken F. | ||
13. | Bereken de oppervlakte van het vlakdeel ingesloten door F, de x-as, de y-as en de lijn x = e. | ||
OPGAVE 4. | |||
Van de kubus
OABC.DEFG die hieronder is afgebeeld hebben de ribben de lengte 4. Verder is gegeven: Het punt P is het midden van de ribbe AE. Het punt M is het snijpunt van de lijnen EG en DF. Het punt Q ligt op het verlengde van lijnstuk OC zo dat OQ = 2OC. Door P, F en M worden lijnen getrokken evenwijdig aan de lijn DQ, die het vlak OABC respectievelijk in de punten P', F' en M' snijden. |
|||
14. | Teken in de kubus hieronder vierhoek OP'F'M' en bereken de oppervlakte van vierhoek OP'F'M'. | ||
15. | Bereken de inhoud van viervlak OPFM. | ||
16. | Bereken in graden nauwkeurig ∠PMQ | ||
Een kegel heeft M
als top en de ingeschreven cirkel van vierhoek OABC als grondvlak. De lijn PQ snijdt de kegel(mantel) in de punten S en T. |
|||
17. | Teken in de onderste figuur de loodrechte projecties van S en T op het vlak OABC. | ||
|
|||
|
|||
UITWERKING | ||
1. | ||
2. | ||
3. | ||
4. | ||
5. | ||
6. | ||
7. | ||
8. | ||
9. | ||
10. | ||
11. | ||
12. | ||
13. | ||
14. |
|
|
15. |
|
|
16. | ||
17. |
|
|
Denk erom dat U en V op de grondcirkel liggen en niet op de ribben van de kubus. | ||
|
||