VWO WB, 1995 - I | ||
OPGAVE 1. | |||
De functie f met domein R is gegeven door: f : x → 4 -
x2 Punt A ligt zo op de y-as dat de raaklijnen door A aan de grafiek van f onderling loodrecht zijn. |
|||
6p. | 1. | Bereken de y-coördinaat van A. | |
De oppervlakte van het vlakdeel ingesloten door de grafiek van f en de lijn y = p is gelijk aan 4√3 | |||
7p. | 2. | Bereken p. | |
Van een functie g is
gegeven: • g(x) = f(x) voor x ≤ 1. • de grafiek van g is symmetrisch ten opzichte van het punt (1,3). |
|||
5p. | 3. | Druk g(x) uit in x voor x ≥ 1. Motiveer je antwoord. | |
OPGAVE 2. | |||
De kromme K, voor een gedeelte getekend in de figuur hiernaast, is gegeven door: |
|
||
Waarbij t
∈ 〈0, 2π〉
\ {1/2π,
π, 11/2π}. De asymptoten van K zijn evenwijdig aan de coördinaatassen. |
|||
5p. | 4. | Stel een vergelijking op van de asymptoten van K. Geef een toelichting. | |
5p. | 5. | Teken K. Licht je werkwijze toe. | |
De raaklijnen aan K in de punten van K met y-coördinaat -1 sluiten een vierhoek in. | |||
9p. | 6. | Bereken de oppervlakte van deze vierhoek. | |
4p. | 7. | Bewijs dat in elk punt van K aan D voldaan wordt. | |
Een functie f met domein
〈 -1, 1〉 is
een oplossing van D. f(0) = -1 |
|||
6p. | 8. | Stel een functievoorschrift op van f. | |
OPGAVE 3. | |||
7p. | 9. | ||
7p. | 10. | Onderzoek f verder en teken de grafiek van f, waarbij als eenheid op de x-as en op de y-as 2 cm genomen moet worden. | |
6p. | 11. | ||
OPGAVE 4. | |||
Een schaalmodel van een gebouw
bestaat uit een balk ABCD.EFGH en een koepel. Zie de onderstaande
figuur. AB = BC = 8 en AE = 6. Bol
β
raakt alle opstaande zijvlakken en het grondvlak ABCD. |
|||
|
|||
4p. | 12. | Bereken de oppervlakte van het vlakke gedeelte van het vlak EFGH. | |
Op het hoogste punt van de
koepel staat verticaal een mast met bovenin een lamp. Vanuit elk punt van het vlakke gedeelte van het dak EFGH is de lamp zichtbaar. |
|||
7p. | 13. | Bereken de minimale hoogte van de mast. | |
Er wordt een assenstelsel
aangenomen met M als oorsprong, de x-as evenwijdig aan AD,
de y-as evenwijdig aan AB en de z-as evenwijdig aan AE. De lijn DM snijdt het vlak BEG in punt S. |
|||
5p. | 14. | Bereken de coördinaten van S. | |
De inhoud van de koepel kan berekend worden door een gedeelte van een cirkel te wentelen om de z-as. | |||
7p. | 15. | Bereken de inhoud van de koepel. | |
UITWERKING | ||
1. | Stel
dat de raakpunten x-coördinaat p en -p hebben. De helling is -2x dus de raaklijnen hebben hellingen -2p en 2p loodrecht op elkaar: -2p • 2p = -1 Dat geeft p = 1/2 en p = -1/2 Eén van beide raakpunten is R = (1/2, 33/4) 33/4 = 1/2 • 1/2 + b geeft b = 31/2 A = (0, 31/2) |
|
2. | ||
3. |
Schuif de grafiek van f 1 naar links: y = 4 - (x
+ 1)2 Spiegel in de y-as: y = 4 - (-x + 1)2 Schuif nu weer 1 naar rechts: y = (4 - (-(x - 1) + 1)2 y = 4 - (-x + 2)2 y = 4 - x2 + 4x - 4 y = -x2 + 4x |
|
4. | ||
5. |
|
|
6. | ||
7. | ||
8. | ||
9. | ||
10. | ||
11. | ||
12. | ||
13. | ||
14. |
|
|
15. | ||
16. | ||
17. | ||
18. | ||
19. | ||
20. | ||
21. | ||
22. | ||
23. | ||