Het bewijs daarvan gaat uit het
ongerijmde:
Stel dat het niet kan.....
Procedure 1.
Laten we verder in plaats van de tafel rond te draaien, de
gasten allemaal een bepaald aantal plaatsen met de klok mee
opschuiven.
Als we de gasten vanaf de beginsituatie eerst 0 plaatsen laten
opschuiven. Daarna (weer vanaf de beginsituatie 2 plaatsen.
Daarna 3, 4, 5 ,..., 15 plaatsen. Na afloop van elk van deze
draaiingen zit er dus hoogstens één persoon goed.
Maar na afloop van alle draaiingen heeft ook elke gast één
keer goed gezeten (want elke afstand van 0 tot 15 is gedraaid).
Er is maar één conclusie mogelijk: bij elke draai zat er
PRECIES één gast goed.
Procedure 2.
Laat alleen de gast in stoel nummer 0 met de klok mee een aantal
plaatsen opschuiven totdat hij op zijn juiste plaats zit. Degene
die daar zat wordt weggeduwd, en die gaat hetzelfde doen (een
aantal plaatsen met de klok mee opschuiven totdat hij ook op
zijn juiste plaats zit). Dat gaat zo alsmaar door totdat
iedereen op zijn juiste plaats zit. De laatste persoon in deze
"kettingreactie" zal eindigen in stoel nummer 0. Als
dan nog niet iedereen goed zit zoen we hetzelfde nog een keer,
beginnend met iemand die fout zit. Dat geeft een nieuwe
kettingreactie zie ook zal eindigen in de stoet waarmee hij
begon. Dat dien we totdat iedereen goed zit.
En nu de beschrijvende functie: kijk naar het aantal
plaatsen dat er in totaal is geschoven.
Bij procedure 1 is dat 1 + 2 + 3 + ... + 15 = 120 plaatsen
Bij procedure 2 is dat een veelvoud van 16 omdat we steeds
beginnen en eindigen in een stoel met het zelfde nummer.
Maar beide aantallen moeten gelijk zijn omdat in beide gevallen
precies iedereen één keer op zijn juiste plaats terechtkomt.
Maar 120 is géén veelvoud van 16, dus kúnnen de aantallen
nooit gelijk zijn.
Daarmee leidt de aanname bovenaan dat het niet kan tot een
tegenspraak.
Dus kan het wél. |