|
|
Nog
een rij zonder regelmaat. |
|
|
Is het mogelijk de getallen 1, 2, 3,
... , n zó in een rij te zetten dat het
gemiddelde van twee getallen uit de rij nooit tussen die
twee getallen in staat? |
Jazeker is dat mogelijk.
Het mooie van dit bewijs is, dat we gebruik maken van Inductie,
Constructie, en het Ongerijmde.
Dus als echte bewijsliefhebber kun je je hart ophalen.
We gaan het bewijzen voor de gevallen waarin n een macht
van 2 is, dus n = 2, 4, 8, 16, ....
De andere gevallen zijn dan te vinden door uit die rijen gewoon
getallen weg te laten.
Als we de rij voor n = 950 willen weten, dan nemen we
gewoon die van 1024 en laten de getallen 951 tot en met 1024
gewoon weg.
Stel daarom n = 2k.
Voor k = 1 is het makkelijk: n = 2 en
de rij is 1,2
Voor k = 2 wil het ook nog wel: n = 4 en de
rij is 2, 4, 1, 3
(Inductie)
Stel dat de rij a1, a2,
... , an voldoet aan de
voorwaarde.
Dan fabriceren we twee nieuwe rijen: (Constructie)
2a1, 2a2, 2a3,
... , 2an en 2a1
- 1, 2a2 - 1, 2a3 - 1,
... , 2an - 1
De eerste rij bevat alle even nummers van 2 tot en met 2n
en de tweede rij alle oneven nummers van 1 tot en met 2n
- 1. Samen bevatten deze twee rijen dus precies alle nummers
van 1 tot en met 2n.
Als we deze twee rijen achter elkaar aan zetten hebben we een
nieuwe rij van precies alle nummers van 1 tot en met 2n.
Deze nieuwe rij blijkt nu ook aan de voorwaarden te voldoen.
Kijk maar:
|
- Een getal uit de eerste helft en eentje uit de
tweede helft zijn even en oneven dus hun gemiddelde
is geen geheel getal en komt dus niet voor in de
rij.
- (Het Ongerijmde)
Stel dat het gemiddelde van twee getallen 2ai
en 2aj uit de eerste helft
ergens ertussen staat. Noem dit gemiddelde 2ak.
Dan geldt dus (2ai + 2aj)/2
= 2ak maar daaruit volgt dat (ai
+ aj)/2 = ak
en dat kan niet omdat de oorspronkelijke rij ai
voldeed aan de voorwaarde.
- Op dezelfde manier is te zien dat het
gemiddelde van twee getallen uit de tweede helft ook
niet ertussenin kan staan.
|
Kortom: met een rij van n
getallen hebben we een rij van 2n getallen
gemaakt. Dus als we een rij voor 2k
hebben, dan hebben we er ook een voor 2k + 1.
Doorbordurend op de twee rijen hierboven vinden we
bijvoorbeeld:
k = 3: 4, 8, 2, 6, 3, 7, 1, 5
k = 4: 8, 16, 4, 12, 6, 14, 2,
10, 7, 15, 3, 11, 5, 13, 1, 9
enz. |
|
|
|
Het omgekeerde
geval... |
|
|
Het omgekeerde van een rij zonder
regelmaat is, zoals zo vaak in de wiskunde, minstens zo
interessant. We noemen een rij een volledige
rij als elk getal (kleiner dan de som van de hele rij)
geschreven kan worden als som van verschillende getallen uit die
rij.
Het komt er eigenlijk op neer dat met getallen van de rij alle
gehele getallen gefabriceerd kunnen worden.
De volgende stelling helpt ons daarbij een heleboel:
Als de rij an voldoet aan:
•
• |
a1 = 1
an + 1 £
1 + a1 + a2
+ ... + an |
dan is deze rij volledig. |
Het bewijs gaat met inductie:
Stel dat de stelling geldt voor een bepaalde n ³
1.
Dus met a1, a2, ... an
kunnen alle gehele getallen gemaakt worden (uiteraard tot en
met a1+a2+...+an)
Kies nu een willekeurig getal k £
a1 + a2 + ... + an
+ 1
Als k kleiner is dan a1+a2+...+an
dan kan k zeker gemaakt worden met de rij, immers dat
zegt de inductieaanname al.
Stel daarom 1 + a1 + a2
+ ... + an £ k
£ a1 + a2 + ... + an
+ 1
De linkerkant is groter of gelijk aan an
+ 1 (inductieaanname)
Trek overal an + 1
van af: 0 £ k - an
+ 1 £ a1 +
a2 + ... + an
Maar dan is k - an + 1 te
maken met de rij a1, a2 ,
... , an (inductieaanname)
Dus is k te maken met de rij a1,
a2 , ... , an , an
+ 1
Daarmee is de inductiestap bewezen.
En de stelling ook, want voor n = 1 is hij duidelijk waar.
Een toepassing dan maar?
|
|
|
De erfenis. |
|
|
Twee broers erven een even aantal
goudstukken. De goudstukken wegen gemiddeld 2 kg.
Elk goudstuk weegt een geheel aantal kg, en de zwaarste van
allemaal weegt niet meer dan alle anderen samen. Vader heeft aan
elk een geheel aantal kg goud nagelaten.
Bewijs dat zij deze erfenis altijd kunnen verdelen zonder
goudstaven te hoeven smelten. |
|
|
De oplossing: |
|
Stel dat er n goudstaven
zijn. Leg ze op volgorde van licht naar zwaar en nummer ze.
Dat geeft de rij a1 , a2
, ... , an
Gegeven is verder dat:
a1 + a2 + ...
+ an = 2n (ze wegen
immers gemiddeld 2 kg)
an £
a1 + a2 + ... + an
- 1 (de zwaarste weegt niet meer dan de
rest) |
Als a1 > 1 is er maar één
oplossing, namelijk dat alle staven precies 2 kg wegen (immers
het gemiddelde moet 2 kg worden). Dat is een triviale oplossing.
Laten we daarom stellen a1 = 1.
Stel dat er een k is waarvoor geldt: ak
+ 1 > 1 + a1 + a2 +
... + ak
Omdat a1 gelijk was aan 1, zijn alle
volgende a's minstens 1, dus a1
+ a2 + ... + ak > k
Dat geeft ak + 1 > 1 +
k ³ 2 + k
Maar dan zijn alle volgende a's óók minstens gelijk
aan k + 2, want ze staan immers op volgorde van klein
naar groot.
Dan geldt: 2n = a1 + a2 + ...
+ an = (a1 +
... + ak) + (ak + 1
+ ... + an) ³ k
+ (n - k) • (k + 2) = -k2
+ (n - 1)•k + 2n.
Daaruit volgt dat k2 - (n - 1)•k
³ 0 dus k £
0 of k ³ n
- 1
Dat betekent dat ak + 1 >
1 + a1 + a2 + ... + ak
mits k < n - 1
Omdat ook an £
a1 + a2 + ... + an
- 1 is aan de voorwaarden voldaan om
de rij an volledig te maken.
Volgens definitie is dan elk kleiner getal met getallen uit an
te maken. |
|
|
|