Het Whiskyprobleem
- een vergelijkbaar probleem- |
|
|
Voor je staan een even
aantal flessen, gevuld met respectievelijk 1, 2, 3,
... centiliter whisky.
Die verdeel ik vervolgens willekeurig in twee groepen met
evenveel flessen.
Vervolgens zet jij de flessen in koppeltjes bij elkaar;
steeds één fles uit de ene groep gekoppeld aan een fles uit de
andere.
Tot slot ga je de koppeltjes even vol maken door steeds whisky
uit de volste van de twee weg te gieten in een groot vat. Dat
doe je tot dat alle koppeltjes flessen even vol zijn.
Jij krijgt als beloning na afloop alle whisky uit het vat.
Hoeveel whisky denk je maximaal te kunnen krijgen als er
oorspronkelijk 2n flessen zijn? |
|
|
Het mooie van dit probleem is, dat
de maximale hoeveelheid whisky niet afhangt van hoe ik de
flessen in groepen verdeel! Net zoals het geld dat je bij het
stapeltjes verdelen van het vorige probleem maximaal kon
krijgen.
Even een oefenvoorbeeldje?
Dit onderverdelen levert je dus 21 centiliter whisky op. Maar
het kan beter:
Het is eigenlijk heel eenvoudig: alle whisky die na afloop nog
in de flessen zit krijg jij niet, dus je moet ervoor zorgen dat
er na afloop zo weinig mogelijk whisky in de flessen zit.
Dat kun je bereiken door de leegste n flessen eerst neer
te zetten (dus die van 1, 2, 3..., n) en daarna bij elk
van die flessen een willekeurige partner uit de andere groep te
plaatsen. Het koppeltje 5 - 1 hierboven was dus fout.
In de n leegste flessen zat 1 + 2 + ... + n
= 1/2 • n
• (1 + n) = 1/2n
+ 1/2n2
centiliter
Dus na afloop zit er in de koppeltjes het dubbele: n
+ n2 centiliter.
Maar oorspronkelijk zat er in alle flessen 1 + 2 + ... + 2n
= 1/2 • 2n
• (1 + 2n) = n + 2n2
centiliter.
Dus in het vat zit altijd (n + 2n2)
- (n + n2) = n2
centiliter.
Dit probleem is eigenlijk EXACT hetzelfde als het volgende
van een wiskunde-olympiade in 1985:
De getallen 1,2,3,..., 2n worden willekeurig
in twee groepen verdeeld.
Zet de getallen in groep A op volgorde van klein naar
groot,
en zet die in groep B van groot naar klein.
Dus a1 < a2 <
... < an en b1
> b2 > ... bn
Bewijs dat |a1 - b1|
+ |a2 - b2| + ... +
|an - bn| = n2 |
|
|
|
Lijkt vreemd, niet?
Voorbeeldje: neem de getallen
1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,18
Maak daar willekeurig de groepen
1,3,5,6,12,13,15,17,18 en 2,4,7,8,9,10,11,14,16 van.
Zet de op volgorde: 1,3,5,6,12,13,15,17,18
tegenover 16,14,11,10,9,8,7,4,2
Van elkaar aftrekken levert 15 + 11 + 6 + 4 + 3 + 5 + 8 +
13 + 16 = 81 = jawel: 92
Dit zou geen heuse wiskundepagina zijn zonder een
bewijs van deze vreemde eigenschap:
Laten we de oorspronkelijke getallen 1 tot en met n
de eerste helft noemen, en n + 1 tot en
met 2n de tweede helft.
Noem de koppeltjes die ontstaat (ai , bi)
Dan komen ai en bi altijd
uit een verschillende helft! Dat dat hierboven zo was is geen
toeval!
Dat kun je zó zien:
|
|
|
Stel dat ai en bi
beide uit de eerste helft komen. Dan zitten ook a1
tot en met ai en bi
tot en met bn in de eerste helft
(immers de a's en b's stonden op
volgorde). Maar dat zijn samen i + n
+ 1 - i = n + 1 getallen en dat past niet
in de eerste helft.
Stel dat ze beiden uit de tweede helft komen, dan zitten
ook b1 tot en met bi
en ai tot en met an in
de tweede helft. Dat zijn alweer n + 1 getallen
dus dat kan ook niet. |
Conclusie: overal staat in een koppeltje een getal uit de
eerste helft tegenover een getal uit de tweede helft.
We kunnen in de eindsom de absolute waarde weglaten als we de
grootste van de twee steeds voorop zetten.
Maar dan staat er dus alle getallen uit de tweede helft min alle
getallen uit de eerste helft.
Dat is [(n + 1) + (n + 2) + ... + 2n
] - [(1 + 2 + ... + n)] = n2
Bewezen! |
|
|
Raadsels
met Alternatieve oplossingen. |
|
|
Bij het verdelen van het stapeltje
geld zagen opeens een mooie alternatieve oplossing uit een ander
gebied van de wiskunde tevoorschijn komen.
Dat is ook zo bij het volgende, op het oog nogal saaie en
vergezochte, probleem: |
|
|
Bepaal het minimum van de functie:
Je zou kunnen gaan differentiëren en nulstellen.
Dat levert de volgende lelijke vergelijking: 8Ö3
y7 - 4y6 - 8Ö3
y5 - 13y4 - 4Ö3y3
- 7y2 + 3 = 0 waarbij y = Öx
Er is echter een erg eenvoudige, elegante andere methode..... |
|
|
|
|
|