Probleem 2
Een probleem dat hier erg op lijkt maar nét even anders is, is het
volgende:
Breek een stok willekeurig in twee
stukken.
Breek daarna het langste stuk van die twee weer willekeurig in
tweeën.
Hoer groot is de kans dat je met de drie stukken die je dan
hebt een driehoek kunt maken? |
|
|
|
Stel dat we de stok in tweeën hebben gebroken en de twee stukken
weer aan elkaar leggen met de langste links.
Dan ligt het eindpunt van de linkerstok tussen 1/2
en 1 (want het was de langste).
Waar mag het tweede breekpunt nu komen?
Dat moet tussen twee punten A en B komen.
|
|
Als het links van A komt dan zijn na breken de buitenste
twee delen samen kleiner dan het middelste stuk. Dat is zo als A ligt
op L - 1/2
Als het rechts van B komt, dan is na breken het linkerstuk
groter dan de andere twee samen. Dat is zo als B ligt op 1/2
Conclusie: er ontstaat een driehoek als het tweede
breekpunt bij keuze over alle punten tussen 0 en L komt te liggen
tussen L - 1/2 en
1/2 En
dat is een kans:
Om nu de totale kans op een driehoek te vinden moeten we deze
uitdrukking middelen over alle L's tussen 1/2 en
1:
Daar blijkt dus zo'n 39% uit te komen. |
|
|
Probleem3
Onze stokbreek-ervaringen kunnen we nu handig gebruiken bij het
volgende probleem:
Kies twee random getallen tussen 0
en 1.
Hoe groot zal het absolute verschil van die twee getallen
gemiddeld zijn? |
Ervaren stokbrekers zeggen natuurlijk meteen:
"Oh simpel, , het is hetzelfde als een stok in drieën breken en
dan vragen hoe lang het middelste deel gemiddeld zal zijn. Omdat alle
breukplaatsen even waarschijnlijk zijn zullen alle drie de
uiteindelijke stukken een even grote kans op een bepaalde grootte
hebben. Daarom zal de gemiddelde grootte van alle drie de stukken 1/3
zijn, dus ook van het middelste stuk" |
Maar voor wat voorzichtigere wiskundigen is zo'n redenering
misschien te gevaarlijk. Zij zoeken andere oplossingen:
Creatievelingen kunnen misschien een grafische oplossing vinden.
Stel het eerste getal x, het tweede y, en het absolute
verschil V. Als ik een driedimensionaal assenstelsel teken met V
op de z-as, dan krijg ik een tekening als hiernaast. Een keuze
van twee random getallen hoort dan bij een punt (x , y ,
V) dat op één van beide rode vlakken ligt.
Wat is de gemiddelde V van alle punten van beide vlakken?
Wat is de gemiddelde hoogte van een piramide?
Omdat de inhoud van een piramide 1/3 •
grondvlak • hoogte is, is de gemiddelde hoogte dus 1/3.
Vandaar dat V gemiddeld gelijk zal zijn aan 1/3. |
|
Nog te gevaarlijk geredeneerd?
Dan maar op de analytische toer:
Kies een willekeurig getal A tussen 0 en 1, en een tweede random getal
B ook tussen 0 en 1.
Dan geldt bij een vaste A voor het gemiddelde absolute verschil:
Daarbij geldt de eerste term als B < A en de tweede als B
> A.
Voor het totale gemiddelde verschil moeten we nog sommeren over alle
A:
Jawel! Alweer 1/3 |