|
Jullie zijn alle drie wiskundigen dus jullie kunnen
heel goed logisch redeneren.
(ze knikten alledrie)
Welnu, ik wil dat wel eens testen....
(ze verbleekten alledrie en keken elkaar eens aan)
Ik heb hier een mand met 5 petjes erin: 3 roden en 2
blauwen.
Jullie krijgen alle drie een blinddoek voor, en ik zet
jullie neer in een driehoek.
Daarna zet ik ieder een petje uit deze mand op.
Dan mogen de blinddoeken weer af.
Jullie kunnen je eigen petje niet zien en weten dus niet
welke kleur het heeft. De beide petjes van de anderen kun
je wel zien.
(Ook de 2 overgebleven petjes krijgen jullie trouwens niet
te zien).
Welnu, zodra je weet welke kleur petje je op je hoofd hebt
moet je het roepen.
Maar jullie mogen op geen enkele manier met elkaar
communiceren!
Heb je gelijk, dan ben je vrij.
Heb je het verkeerd dan hak ik ter plekke je hoofd eraf!
|
Zo gezegd, zo gedaan. De blinddoeken gingen voor, de
petjes werden opgezet en de blinddoeken gingen weer af.
Een hele tijd gebeurde er niets totdat de drie wiskundigen
ineens alle drie tegelijk riepen: "Ik heb een rood
petje op!"
En dat wás ook zo!
En ze wisten het ook zéker!!!!!
Hoe konden ze dat weten?
|