OPGAVEN
1.
Bepaal de snijpunten van de grafieken van
y
=
3
log
x
en
y
= 0,2
x
2.
Los op, en geef je antwoord in 2 decimalen:
3 • 2
x
= 8
OPLOSSING
1.
Voer in: Y1 = log(X)/log(3) en Y2 = 0,2
x
Neem bijv. window Xmin = -1, Xmax = 15, Ymin = -1, Ymax = 3
Intersect klevert de oplossingen
x
»
1,34 V
x
»
10,85
2.
3 • 2
x
= 8
Þ
2
x
=
8
/
3
Þ
x
=
2
log(
8
/
3
) =
log(8/3)
/
log(2)
»
1,42
Grondtal 10
Als er geen grondtal gegeven is bij logaritmen, dan wordt automatisch grondtal 10 bedoeld.
Dus log
x =
10
log
x
Deze log
x
is ook de LOG van je rekenmachine.
Hoe verander je een grondtal in grondtal 10?
Dat gaat zó:
Dat kun je bijv. gebruiken om met je rekenmachine de grafiek van
g
log
x
te plotten, of om
g
log
x
in een aantal decimalen te berekenen.