OPGAVEN
1.
Voor welke
p
heeft de grafiek van
y
= 2
x
2
+
x
+
p
géén snijpunten met de
x
-as?
2.
Hieronder staan 4 parabolen, en vier formules. Beredeneer zonder te plotten of berekeningen te maken welke formule bij welke parabool hoort.
I:
y
= -
x
2
- 4
x
+ 2
II:
y
=
x
2
+ 4
x
+ 2
III:
y
=
x
2
- 4
x
+ 2
IV:
y
= -
x
2
+ 4
x
+ 2
OPLOSSING
1.
b
2
- 4
ac
< 0 geeft 2
2
- 4 • 1 •
p
< 0
Þ
4 - 4
p
< 0
Þ
p
> 1
2.
I: D
II: C
III: A
IV: B
De grafiek van een parabool.
De algemene formule van een parabool is
y
=
ax
2
+
bx
+
c
De drie parameters
a, b
en
c
hebben de volgende invloed op de grafiek:
a
•
Bepaalt of het een dalparabool of een bergparabool is.
a
> 0 : dalparabool,
a
< 0 : bergparabool
•
Bepaalt de "kromming" van de grafiek. Hoe groter
a
, des te krommer is de grafiek.
b
•
Bepaalt (samen met
a
) de plaats van de top van de parabool.
Die ligt bij
x
=
-
b
/
2
a
c
•
Bepaalt de hoogte van de parabool.
(0,
c
) is het snijpunt met de
y
-as.
Discriminant:
D =
b
2
- 4
ac
bepaalt of er snijpunten met de
x
-as zijn.
D > 0 : twee snijpunten met de
x
-as
D = 0: één snijpunt met de
x
-as
D < 0: geen snijpunten met de
x
-as.
Dat geeft het volgende overzicht: