|
|
Bollen stapelen. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Als je een aantal
pingpongballetjes een beetje netjes op de bodem van een doos legt, dan
zijn er eigenlijk twee manieren om dat te doen, kijk maar naar de
volgende bovenaanzichten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij de eerste methode
liggen de middelpunten op een gelijkzijdige driehoek met zijden 2r,
bij de tweede methode liggen de middelpunten op een vierkant met zijden
2r.
Je zult vast wel zien dat die eerste methode efficiënter is. De
bollen liggen meer `In elkaar geschoven` en de lege tussenruimtes zijn
kleiner. |
|
|
|
|
|
|
1. |
Druk de grootte van de lege tussenruimtes in de
figuren hierboven uit in de straal r van de bollen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het wordt al
interessanter als we er nog een tweede laag bollen boven opleggen
Er zijn drie manieren om dat een beetje netjes te doen. |
|
|
|
|
Manier 1: precies recht boven
op elkaar. |
|
|
|
|
Dat is eigenlijk de
saaiste manier.
Hiernaast staan de twee zijaanzichten die horen bij deze stapelingen.
Hieronder zie je dat de middelpunten van elkaar rakende
bollen uit twee lagen dan op de hoekpunten van een prisma (bij de eerste methode,
links) of
van een kubus (bij de tweede methode, rechts) liggen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het prisma heeft een
hoogte 2r, en een oppervlakte grondvlak van r2√3
dus een inhoud 2r3√3
≈ 3,464r3
Daarbinnen bevinden zich zes stukken bol, die allemaal
1/12
deel van een bol zijn.
Samen een halve bol dus, met inhoud 2/3πr3
≈ 2,094r3
De manier van stapelen vult de ruimte dus voor 2,094/3,464
´100% = 60,5%
De kubus heeft ribben van 2r dus een inhoud van (2r)3
= 8r3
Daarbinnen bevinden zich acht bolstukken, elk 1/8
bol, dus samen een hele bol met inhoud 4/3πr3
≈ 4,189r3
Deze manier van stapelen vult de ruimte dus voor 4,189/8
´ 100% ≈
52,4% |
|
|
|
|
Manier 2: per rij boven
elkaar, maar wel verschoven. |
|
|
|
|
De tweede laag zakt
nu iets tussen de eerste, zodat de totale hoogte van de twee lagen
bollen minder zal worden.
Hiernaast zie je van beide methoden een zijaanzicht en een
bovenaanzicht.
Dat betekent voor het prisma en de kubus waar de middelpunten op liggen
dat die iets scheef zakken waardoor hun hoogte minder wordt. Hoeveel
minder, dat kun je in de zijaanzichten hieronder goed zien.
|
|
|
|
|
|
De oorspronkelijke
hoogte was 4r (zijaanzicht links) en die wordt nu 2r plus
de hoogtelijn van de gelijkzijdige driehoek (met zijden 2r).
Dat is 2r + r√3 =
r(2 + √3)
≈ 3,732r
Dat is een factor 3,732/4
≈ 0,933 efficiënter dus de
inhouden worden ook met deze factor verkleind.
Dat betekent dat de efficiënties van deze stapelingen vergroten naar
64,8% (driehoeksmethode) en 56,2% (vierkantsmethode). |
|
|
|
|
Manier 3: De tweede laag
precies midden boven het gat van de eerste. |
|
|
|
|
Dit is waarschijnlijk
de interessantste manier, want het lijkt erop dat op deze manier je de
bollen zo efficiënt mogelijk opstapelt.
Daarbij horen de aanzichten hiernaast.
Bij de driehoeksgrondlaag zitten de middelpunten van de bollen nu op de
hoekpunten van een regelmatig driezijdig prisma. Bij de
vierkantsgrondlaag is die scheef-gezakte kubus nu ook naar de andere
kant scheef gezakt.
|
|
|
|
|
|
3a. vierkantsmethode.
Laten we eerst het geval bekijken van vier bollen op de grondlaag, met
eentje daar midden bovenop. |
Hiernaast zie je het
bovenaanzicht van vier zulke bollen. Daarnaast staat het aanzicht in de
richting loodrecht op AB.
In de linkerfiguur zie je dat (2r)2 + (2r)2
= AB2
Daaruit volgt AB = 2r√2
Als in de rechterfiguur dat rode lijntje dus 2rÖ2
is, dan geldt:
h2 = (2r)2 - (r√2)2
= 2r2 ofwel h = r√2. |
|
|
|
|
|
De derde laag komt nu
precies recht boven de eerste, dus dat geeft in het zijaanzicht zoiets
als hiernaast.
Om de bezetting van de ruimte te bekijken kunnen we nu het best een balk
met grondvlak 2r bij 2r en hoogte 2r√2
tekenen.
Dan zit er in elk hoekpunt van die balk een kwart bol, plus nog eentje
in het midden. |
|
|
|
|
|
|
Zoiets als hiernaast,
en dan nog eentje extra in het midden (die gestippelde; dat is de enige
die hier van de middenlaag is getekend)
De inhoud van de balk is 2r • 2r • 2r√2
= 8r3√2
Daarin zit één hele bol in het midden en acht keer 1/8
bol in de 8 hoekpunten.
Samen is dat 2 hele bollen met inhoud 2 • 4/3 •
πr3
De efficiëntie wordt dan 74,04%. |
|
|
|
|
Als je een "cel"
tekent met als midden het gat in zo'n stapeling, dan krijg je een figuur
als hiernaast.
|
|
|
|
|
|
3b. driehoeksmethode.
(rest volgt) |
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |