|
|
Boomdiagrammen. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
We zijn thuis wat lui en hebben
geen zin om te koken. Dus bestellen we maar Chinees.
De Chinees in onze wijk is niet zo groot en heeft nog niet zoveel
gerechten. Hiernaast staat de kaart. Voor het voorgerecht hebben we 3
keuzes, voor het hoofdgerecht 4, en voor het bijgerecht 2.
Als we van alle drie eentje willen kiezen, hoeveel keuzes hebben we dan?
Laten we beginnen met het voorgerecht. Dan zijn daarvoor 3
mogelijkheden:
1. Pisang Goreng
2. Saté Babi
3. Loempia speciaal |
|
|
|
Oké, stel dat we een keuze
gemaakt hebben. Dan moeten we daarna het hoofdgerecht kiezen. Dat geeft
bij elk mogelijk voorgerecht vier nieuwe mogelijkheden.
Voor het kiezen van de voorgerecht plus hoofdgerecht zijn er dan in
totaal 12 mogelijkheden:
1.1. Pisang Goreng + Babi Pangang.
1.2. Pisang Goreng + Tjap Tjoy.
1.3. Pisang Goreng + Miefang met garnalen.
1.4. Pisang Goreng + Foe yong hai met kipfilet.
2.1. Saté Babi + Babi Pangang.
2.2. Saté Babi + Tjap Tjoy.
2.3. Saté Babi + Miefang met garnalen.
2.4. Saté Babi + Foe yong hai met kipfilet.
3.1. Loempia speciaal + Babi Pangang.
3.2. Loempia speciaal + Tjap Tjoy.
3.3. Loempia speciaal + Miefang met garnalen.
3.4. Loempia speciaal + Foe yong hai met kipfilet. |
|
|
|
|
Let erop dat die 12 eigenlijk komt
van 3 × 4. Immers bij elk van de drie voorgerechten zijn
vier hoofdgerechten te kiezen.
Dat is in de figuur rechtsboven schematisch aangegeven.
Let erop dat elk uiteinde hoort bij een mogelijkheid. Zo
is mogelijkheid 7 bijvoorbeeld de combinatie saté babi + miefang.
Voor de keuze van het bijgerecht komt dus bij elk van deze 12
mogelijkheden twee nieuwe keuzes, namelijk gemengde salade of
atjar. De nieuwe lijst bestaat daarom uit 12 × 2 = 24 mogelijke
keuzes. |
|
|
|
|
|
1.1.1. Pisang Goreng + Babi Pangang + salade.
1.1.2. Pisang Goreng + Babi Pangang + Atjar.
1.2.1. Pisang Goreng + Tjap Tjoy + salade.
1.2.2. Pisang Goreng + Tjap Tjoy + Atjar.
1.3.1. Pisang Goreng + Miefang met garnalen + salade.
1.3.2. Pisang Goreng + Miefang met garnalen + Atjar.
1.4.1. Pisang Goreng + Foe yong hai + salade.
1.4.2. Pisang Goreng + Foe yong hai + Atjar.
2.1.1. Saté Babi + Babi Pangang + salade.
2.1.2. Saté Babi + Babi Pangang + Atjar.
2.2.1. Saté Babi + Tjap Tjoy + salade.
2.2.2. Saté Babi + Tjap Tjoy + Atjar.
2.3.1. Saté Babi + Miefang met garnalen + salade.
2.3.2. Saté Babi + Miefang met garnalen + Atjar.
2.4.1. Saté Babi + Foe yong hai + salade.
2.4.2. Saté Babi + Foe yong hai + Atjar.
3.1.1. Loempia speciaal + Babi Pangang + salade.
3.1.2. Loempia speciaal + Babi Pangang + Atjar.
3.2.1. Loempia speciaal + Tjap Tjoy + salade.
3.2.2. Loempia speciaal + Tjap Tjoy + Atjar.
3.3.1. Loempia speciaal + Miefang met garnalen + salade.
3.3.2. Loempia speciaal + Miefang met garnalen + Atjar.
3.4.1. Loempia speciaal + Foe yong hai + salade.
3.4.2. Loempia speciaal + Foe yong hai + Atjar. |
|
|
De uiteindelijke figuur rechts
heeft dus 24 uiteinden, waarbij elke uiteinde staat voor een mogelijke
keuze. Dat getal 24 is afkomstig van 3 × 4 × 2 omdat er
achtereenvolgens 3 en 4 en 2 keuzemogelijkheden waren.
Zo'n schematische figuur heet een BOOMDIAGRAM. |
|
|
Het aantal takken van een boomdiagram
bereken je door
de aantallen afzonderlijke keuzes met elkaar te
vermenigvuldigen. |
|
|
|
|
|
VERMENIGVULDIGINGSREGEL. |
|
|
|
Dat met elkaar vermenigvuldigen dat nomen we
ook wel de "vermenigvuldigingsregel".
Bedenk goed dat elk uiteinde van een tak van een boomdiagram een
mogelijkheid weergeeft, en dat bij die mogelijkheid alle keuzes die je
bij elke splitsing maakte tegelijk moeten plaatsvinden. Zo'n tak is
eigenlijk één grote samengestelde gebeurtenis. |
|
|
Als meerdere dingen allemaal tegelijk
moeten gebeuren,
Dan moet je de aantallen daarvan met elkaar vermenigvuldigen
om het totaal aantal mogelijkheden te krijgen. |
|
|
|
Maar wacht even, dat kan efficiënter
geformuleerd worden.....
Als dingen tegelijk moeten gebeuren, dan betekent dat dat het ene moet
gebeuren EN het tweede EN het derde EN...EN....
Bij elk van die ENNEN splitst het boomdiagram in weer meer takken, dus
moet je na afloop al die ENNEN met elkaar vermenigvuldigen. Kortom vanaf
nu onthouden we dat: |
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Een nummerbord bestaat uit twee
letters- twee cijfers - twee letters.
Als alle letters en cijfers en combinaties ervan toegestaan
zijn, hoeveel verschillende nummerborden zijn er dan? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Hoeveel mogelijke menu's zijn er samen
te stellen als je in bovenstaand voorbeeld ook mag besluiten om
geen voorgerecht of geen nagerecht of zelfs beiden niet te
nemen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
(examenvraagstuk,
deels)
Als je in Budapest met de metro wilt reizen moet je eerst een
kaartje kopen. Zo'n kaartje is voorzien van 9 vakjes met daarin
de cijfers 1 tm 9. Zodra je bent ingestapt moet je je kaartje in
een ponsapparaat steken (volgens de pijlrichting en met de
bedrukte zijde boven). Eén of meer cijfers worden dan in één
keer weggeponst. Daardoor is aan het kaartje te zien in welke
trein je reis begonnen is. Hiernaast zie je de afbeelding van
een kaartje waaruit de nummers 1, 6 en 9 zijn weggeponst. |
|
|
In een kaartje worden 2 gaatjes
geponst die niet in dezelfde rij of kolom zitten.
Op hoeveel manieren kan dat? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een koffiehuis verkoopt maar liefst 8
verschillende soorten koffie. Verder kan ik bij elk kopje dat ik
bestel kiezen uit vier formaten (medium, small, large en
extra-large). Ik moet ook nog beslissen of ik met of zonder
suiker wil, en of ik met of zonder melk wil. Ze hebben trouwens
drie soorten melk (room, mager en vol).
Hoeveel verschillende koppen koffie kan ik zo bestellen? |
|
|
|
|
|
5. |
Op een enquêteformulier moet ik bij
vraag 5, 6, 7 en 8 allerlei gegevens over mezelf invoeren: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op hoeveel verschillende manieren kan
iemand deze 4 vragen invullen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Op een schaakbord moet ik een toren en
een loper op willekeurige plaatsen neerzetten. Op hoeveel
verschillende manieren kan ik dat doen als: |
|
|
|
|
|
|
a. |
De toren de loper niet kan slaan? |
|
|
|
|
|
|
|
|
b |
De toren en de loper elkaar niet kunnen slaan? |
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Een datum bestaat meestal uit drie
getallen: dag - maand - jaar.
Zo staat de datum 14 - 5 - 12 voor 14 mei
2012.
We bekijken alle dagen in de jaren 2010 tot en met 2019.
Hoeveel van deze dagen hebben een datum waarbij alle drie de
getallen even zijn? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Hoeveel verschillende even
getallen van 4 verschillende cijfers kun je maken als je mag
kiezen uit de cijfers 1, 3, 4, 5, 6, en 9? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Examenvraagstuk HAVO
Wiskunde B, 2004 Vier jongens en vijf meisjes
gaan samen een avondje uit. Eerst gaan ze naar een musical en daarna
naar een discotheek.
In de theaterzaal is voor hen een rij met 9 stoelen gereserveerd.
Elke jongen gaat tussen twee meisjes zitten. Bereken op hoeveel
verschillende manieren de groep op deze 9 stoelen kan plaatsnemen. |
|
|
|
|
|
10. |
Examenvraagstuk VWO, Wiskunde A,
2019-I |
|
|
|
|
|
|
Tussen mei 2008 en februari 2013 werd voor personenauto’s de kentekenserie gebruikt
die door de Rijksdienst voor het Wegverkeer
sidecode 7
genoemd wordt.
Op de foto staat een van de eerste kentekens uit deze serie.
De kentekens bestaan uit twee cijfers, gevolgd door
drie letters en tenslotte nog één cijfer. |
|
|
Als we ervan uitgaan dat er geen beperkingen
zijn aan de te gebruiken cijfers en letters, dan zijn er bijna 18
miljoen verschillende kentekens te maken met sidecode 7. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken het aantal verschillende kentekens met
sidecode 7. Geef je antwoord in gehele honderdduizendtallen. |
|
|
|
|
|
|
In deze opgave gaan we echter van de volgende
beperkingen uit: |
|
- |
Een kenteken mag niet met 00 beginnen |
|
- |
De eerste letter is G, H, J, K, L, N, P, R, S,
T, X of Z |
|
- |
Klinkers (A, E, I, O, U, Y) worden niet
gebruikt |
|
- |
De letters C en Q worden niet gebruikt |
|
- |
Bepaalde drielettercombinaties
(zoals NSB) kunnen als aanstootgevend worden gezien en als gevolg
daarvan zijn 82 drielettercombinaties uitgesloten |
|
|
|
|
|
|
Een verslaggever van een autotijdschrift schrijft in
een artikel dat door al deze beperkingen minder dan 20% van alle
mogelijke kentekens uiteindelijk op een personenauto terecht zal
komen. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Ga met een berekening na of de verslaggever
gelijk heeft. |
|
|
|
|
|
|
TWEE
SPECIALE BOOMDIAGRAMMEN |
|
|
Er zijn twee soorten
boomdiagrammen die erg regelmatig zijn en bovendien in erg veel
telproblemen voorkomen.
1. De Machtsboom.
De machtsboom is het meest regelmatige boomdiagram dat je je maar kunt
voorstellen, en zoals we zullen zien is het aantal takken daarvan dan
ook zeer makkelijk te tellen. De machtsboom herkennen we door:
|
Het
aantal splitsingen is steeds gelijk |
|
|
|
voorbeeld:
Je moet een multiple-choice proefwerk maken van 10 vragen met elke keer
de keuzes a, b, c of d. Als je elke keer moet gokken, hoeveel
mogelijkheden zijn er dan om deze vragen te beantwoorden?
Voor de eerste vraag zijn er 4 mogelijkheden. Maar voor de tweede
wéér 4, en voor de derde en elke volgende vraag wéér 4
mogelijkheden. Een begin van het boomdiagram ziet er zó uit: |
|
|
|
|
|
Dit is uiteraard nog maar een
beginnetje: er zijn nog maar drie splitsingen (dus de antwoorden op 3
vragen) getekend. Het hele diagram zou 10 splitsingen geven. Dat valt
dus niet meer te tekenen.
Maar toch kunnen we uitrekenen hoeveel takken dat enorme diagram zou
krijgen. Immers er zijn elke keer 4 mogelijke keuzes, dus het aantal
takken wordt elke keer met 4 vermenigvuldigd.
Dat geeft na 10 splitsingen 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4
• 4 • 4 • 4 = 1048576 takken.
Je kunt dit aantal natuurlijk snel uitrekenen: het is 410
. Vanwege dat tot-de-macht-nemen heeft zo'n volledig regelmatige boom de
naam machtsboom heeft gekregen. |
|
|
2.
De Faculteitsboom. |
|
|
Een faculteitsboom kenmerkt zich
door het feit dat het aantal splitsingen steeds eentje minder
wordt. Dat gebeurt vooral bij problemen waarbij er iets gekozen
moet worden, dat niet wordt teruggelegd, zodat bij de volgende keuze het
aantal mogelijkheden één minder is geworden. Een faculteitsboom herken
je dus door: |
|
|
Het
aantal splitsingen wordt steeds één minder |
|
|
|
voorbeeld:
Ik heb een landkaart voor mij liggen met 4 landen. Die wil ik graag
gaan kleuren, en ik heb ook 4 verschillende kleurpotloden. Op hoeveel
manieren kan ik deze kaart inkleuren als elk land een verschillende
kleur moet krijgen?
Voor het eerste land kan ik kiezen uit 4 kleuren. Daarna voor het
tweede land nog uit drie kleuren (de eerste kleur is afgevallen want die
is al gebruikt) daarna voor het volgende land nog twee kleuren, en
tenslotte voor het laatste land nog uit één kleur. Het boomdiagram
ziet er zó uit: |
|
|
|
|
|
Zoals je ziet telkens één
splitsing minder.
Het totaal aantal takken is 4 × 3 × 2 × 1 = 24.
4 × 3 × 2 × 1 schrijven wiskundigen als 4 met een uitroepteken
erachter: 4! en ze spreken het uit als "4 faculteit"
|
n!
= n • (n - 1) • (n - 2)
• ... • 1 |
|
|
Op je TI-83 vind je de knop bij
MATH -
PRB -
4: ! |
|
|
|
11. |
Gooi 50 keer met een
muntstuk en noteer elke keer of er KOP of MUNT uitkomt.
Hoeveel mogelijke antwoorden zijn er? |
|
|
|
|
|
|
|
|
12. |
Een kandidaat in een
televisiequiz heeft van de quizmaster 6 verschillende
prijskaartjes gekregen en moet die leggen bij 6 verschillende
artikelen. Op hoeveel manieren kan hij dat doen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
13. |
Een gezin bestaat uit 5
kinderen. Als je kijkt naar de samenstelling van het gezin en
alleen erop let of een kind een JONGEN of een MEISJE is, hoeveel
mogelijke gezinssamenstellingen zijn er dan? |
|
|
|
|
|
|
|
|
14. |
Er worden in de
eredivisie voetbal in een speelronde 13 wedstrijden gespeeld.
Als je met een totoformulier meespeelt om de uitslagen te
voorspellen, dan moet je voor elke wedstrijd voor het
thuisspelende team invullen of het winst/verlies/gelijkspel
wordt.
Op hoeveel manieren kun je zo'n formulier invullen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
15. |
Tien automobilisten
moeten hun auto gaan parkeren op 10 mogelijke parkeerplaatsen.
Op hoeveel verschillende manieren kan dat gebeuren? |
|
|
|
|
|
|
|
|
16. |
Een beginnende popgroep heeft een
repertoire van 16 nummers, die ze bij een optreden allemaal gaan
spelen.
Hoeveel mogelijke "speelprogramma's" zijn
er met deze 16 nummers? |
|
|
|
|
|
|
|
|
17. |
Op een piano zitten 83 toetsen. Ik ga
een melodietje spelen door 6 willekeurige toetsen na elkaar in
te drukken
Hoeveel mogelijke melodietjes kan ik op die manier maken? |
|
|
|
|
|
|
|
|
18. |
We zijn met een groep van 8 mensen en
gaan lootjes trekken voor de komende Sinterklaasviering. Op
hoeveel verschillende manieren kunnen de lootjes worden
getrokken, als iemand ook zichzelf kan krijgen? |
|
|
|
|
19. |
Een palindroom is een woord dat
hetzelfde is of je het nou gewoon leest of achterstevoren.
Voorbeelden zijn "parterretrap" en "koortsmeetsysteemstrook"
en "lepel"
Als we elke combinatie van letters een woord noemen (het hoeft
dus geen bestaand woord te zijn) hoeveel palindromen van 8
letters zijn er dan? |
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|