|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Getaltheorie. Het zal je wel niet erg verbazen dat getaltheorie de theorie van getallen behandelt....... In deze inleiding daarom eerst maar wat afspraken en namen over getallen. Verzamelingen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Je ziet dat er voor
verzamelingen hoofdletters met een dubbele poot worden gebruikt. Die verzameling ℕ heeft één heel belangrijke eigenschap, en dat is het welordeningsprincipe, en dat luidt als volgt: |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit principe maakt
het mogelijk om de natuurlijke getallen te rangschikken van klein naar
groot, immers als je van elke groep weet wat de kleinste is, kun je ze
ook op volgorde zetten. inductieprincipe. Het welordeningsprincipe legt de basis voor een bewijssoort die "volledige inductie" wordt genoemd, namelijk op de volgende manier. Stel dat U(n) een uitspraak is, waarvan het WAAR of ONWAAR zijn afhangt van de waarde van een natuurlijk getal n. Bijvoorbeeld: U(n) = "n < 6" is WAAR voor n = 0, 1, 2, 3, 4, 5 en ONWAAR voor alle anderen natuurlijke getallen U(n) = " n is een priemgetal" is WAAR voor n = 7 en ONWAAR voor n = 9. Het inductieprincipe zegt dan: "Als U(0) WAAR is, en als verder voor elke k ∈ ℕ volgt dat, als U(k) WAAR is, dat dan ook U(k + 1) WAAR is, dan is U(n) WAAR voor alle n". Bewijs. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Stel dat U(0) WAAR
is, en dat uit het WAAR zijn van U(k) volgt dat U(k + 1)
WAAR is. Stel nu dat er een U(n) is die ONWAAR is...... Noem de verzameling van natuurlijke getallen waarvoor U(n) ONWAAR is de verzameling V. Dan is V dus niet leeg. Volgens het welordeningsprincipe heeft V dus een kleinste element k. Maar we weten dat k ≠ 0 want U(0) was WAAR. Omdat k > 0 is k - 1 ook een natuurlijk getal, en daarvoor is U(k -1) WAAR, want k - 1 is kleiner dan k en k was het kleinste element van V. Maar uit het WAAR zijn van U(k - 1) volgt dat U((k - 1) + 1) óók WAAR is, dus dat U(k) WAAR is. Dit is een tegenstrijdigheid, dus er is geen n waarvoor U(n) ONWAAR is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
q.e.d. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
Genoeg over het
inductieprincipe, als je er meer over wilt weten moet je
deze les maar
bekijken. Op naar de volgende verzameling: |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is eigenlijk de
verzameling van alle mogelijke verschillen van natuurlijke getallen. Op naar de volgende: |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is eigenlijk de
verzameling van alle mogelijke quotiënten van natuurlijke getallen.
Ofwel: het zijn alle breuken. Getallen die niet rationaal zijn, noemen we irrationale getallen. Het zijn eigenlijk de getallen die de gaten opvullen, die de rationale getallen op de getallenlijn achterlaten. Irrationale getallen zijn niet als breuk te schrijven, maar wel als limiet van een rij van rationale getallen. De irrationale en rationale getallen samen noemen we de reële getallen en die geven we aan met de letter ℝ. Omdat irrationale getallen als limiet van een rij breuken kunnen worden weergegeven wordt de verzameling ℝ wel de Cauchy-completering van ℚ genoemd. De irrationale getallen
kunnen nog worden ingedeeld in twee categorieën, namelijk de
transcendente getallen en de
algebraïsche getallen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
De eerlijkheid gebied
me te zeggen dat je er nog een rechthoek omheen zou kunnen tekenen met
de Complexe getallen. Maar die getallen komen in deze lessen over
getaltheorie nauwelijks voor. Er is nog iets op te merken over de begrenzing van een verzameling. • een verzameling V is naar boven begrensd als er een getal bestaat dat minstens zo groot is als elk getal uit V. • een verzameling V is naar onderen begrensd als er een getal bestaat dat hoogstens zo groot is als elk getal uit V. Een naar boven begrensde verzameling hoeft
niet noodzakelijk een maximum te hebben. Neem het interval [0, 1〉. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Die kleinste
bovengrens heet het supremum,
en wordt genoteerd als sup(V). En analoog hieraan heeft elke niet-lege deelverzameling V van ℝ die naar onderen is begrensd een grootste ondergrens; het infimum, genoteerd als inf(V). |
||||||||||||||||||||||||||||||||
Afronden en Afkappen.
Met al die begrenzingen en grootste en
kleinste onder- en bovengrenzen zijn een paar nieuwe begrippen te
maken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wordt ook wel
"floor-r" genoemd, en is
natuurlijk eigenlijk niets anders dan het gehele deel van r.
Ofwel het gedeelte vóór de komma. De functie f(r) = ⌊r⌋ heet (behalve de floor-functie)ook wel de "Entierfunctie" of de "Integerfunctie". Natuurlijk is er ook een naam voor het gedeelte achter de komma van een getal r : |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bedenk dus dat
{4} = 0 en {3,8} = 0,8 en {-4,3} = 0,7. Hieronder zie je de grafieken van f(x) = ⌊r⌋ en f(x) = {x}. Kijk ernaar en je zult snappen dat ze ook wel de "trapfunctie" en de "zaagtandfunctie" worden genoemd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Naar boven afronden kan ook: ⌈r⌉ is het kleinste gehele getal, groter of gelijk aan r. We noemen het ook wel "ceil-r" en de functie f(x) = ⌈x⌉ heet ook wel de ceiling-functie. Het is natuurlijk niets anders dan "naar boven afronden" en de grafiek is weer zo'n trapfunctie (met alle treden net eentje hoger). | ||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |