|
|
Grafieken
Combineren. |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
Deze les zullen we bekijken hoe
je verschillende grafieken met elkaar kunt combineren.
1. Verschilgrafiek. |
|
|
|
|
Net zoals je getallen van elkaar
kunt aftrekken (het verschil nemen) kun je dat met grafieken ook. |
Hiernaast zie je een
grafiek f en een grafiek g. Als je nu de verschilgrafiek
wilt tekenen dan neem je bij elke x het verschil van yf
en yg. Dat is de lengte van die groene verticale
lijnstukjes tussen de grafieken in.
Die lengtes vormen dan samen de nieuwe verschilgrafiek van V.
(denk erom dat V negatief wordt als f kleiner is dan g).
Je komt dit soort verschilgrafieken misschien wel het vaakst tegen als
f de opbrengst van een bedrijf is, en g de kosten.
Het verschil V = f - g is dan namelijk de winst van het
bedrijf, en die is natuurlijk best interessant. |
|
|
|
|
|
2. Somgrafiek. |
|
|
|
|
|
|
En wat met het van
elkaar aftrekken van twee y-waarden kan, kan natuurlijk ook door
twee y-waarden bij elkaar op te tellen. Dat geeft de somgrafiek
S = f + g zoals je hiernaast ziet. |
|
|
|
|
|
3. Schakelen. |
|
|
|
|
Als je twee grafieken
hebt, en op één van de assen van de eerste grafiek staat ("toevallig")
dezelfde grootheid uitgezet als op één van de assen van de tweede
grafiek, dan kun je een nieuwe derde grafiek maken waar die grootheid
niet meer in voorkomt. Klinkt een beetje als abracadabra misschien, maar
het komt erop neer dat als je een grafiek met a en b hebt
en een grafiek met b en c, dan kun je er een
nieuwe grafiek met a en c van maken.
Kijk maar naar de volgende grafieken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Die rode grafiek
links heeft de letters p en q, die blauwe grafiek heeft
q en r
Dan kun je daar een grafiek met p en r van gaan maken
op de volgende manier: |
- |
Kies een willekeurige
p. Bijvoorbeeld p = 1. |
- |
Bepaal met de rode
grafiek de bijbehorende q. In dit geval q = 5 (zie de
groene pijlen) |
- |
Bepaal daarna met de
blauwe grafiek de bijbehorende r. In dit geval r = 1. |
- |
Dus bij p = 1
hoort kennelijk r = 1, dus de grafiek van p en r
zal door het punt (1,1) gaan. |
Nou, bereken gewoon
op deze manier nog een heleboel zulke punten (p, r) en je
krijgt vanzelf een grafiek met p en r. Hij staat
hieronder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
|
1. |
Examenopgave VWO
Wiskunde A,
2006.
In de jaren negentig van de twintigste eeuw
hebben steeds meer mensen een mobiele telefoon aangeschaft. Om de
ontwikkelingen te volgen kijken telefoonbedrijven vooral naar het deelnamepercentage.
Dat is het aantal abonnees met een mobiele telefoon in een land,
uitgedrukt als percentage van het aantal inwoners van dat land. |
|
In de grafiek van de figuur
hiernaast is weergegeven hoe de
deelnamepercentages van Nederland en Italië zich de afgelopen jaren
hebben ontwikkeld.
Zoals je in deze figuur kunt zien is het deelnamepercentage van
Italië vanaf 1994 voortdurend groter dan het deelnamepercentage
van Nederland. Het verschil tussen het deelnamepercentage van
Italië en het deelnamepercentage van Nederland is echter niet
elk jaar even groot.Teken in deze figuur de grafiek van dit verschil
vanaf 1994. Licht je werkwijze toe. |
|
|
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk
Men gaat er vaak vanuit dat de
geluidssnelheid in lucht 340 meter per seconde is. Dat is niet
helemaal waar. In werkelijkheid hangt de snelheid van het geluid
af van de temperatuur. Bij windstil weer wordt het verband bij
benadering gegeven door de volgende formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierbij is V de snelheid van het geluid in
meter per seconde bij een temperatuur van T graden Celsius.
In de twintigste eeuw varieerde de
temperatuur in Nederland van -27,4 ºC tot 36,8 ºC. De laagste
temperatuur van -27,4 ºC werd op 27 januari 1942 in Winterwijk gemeten.
De hoogste temperatuur van 36,8 ºC werd op 23 augustus 1944 in Warnsveld bereikt.
Neem aan dat de temperaturen gemeten zijn bij windstil weer. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken het verschil van de
geluidssnelheden bij deze twee temperaturen. |
|
|
|
|
|
|
In de atmosfeer neemt de temperatuur tot op 10 km hoogte lineair
af tot -50 ºC volgens de formule
T = 15 - 6,5h.
Hierbij is h
de hoogte in kilometer.Voor het verband tussen V en
h geldt bij benadering de volgende formule: V = 331•√(1,0549
- 0,0238h)
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Een grote afstand, zoals bijvoorbeeld
Amsterdam - Toronto, moet met een passagiersvliegtuig snel afgelegd
kunnen worden. Dat kan alleen als het vliegtuig hoog vliegt omdat dan de
luchtweerstand klein is. Voor passagiersvliegtuigen zoals de Boeing 747
mag de snelheid echter hoogstens 90% van de geluidssnelheid zijn.
Een Boeing 747 wil een snelheid maken van 975 km per uur (270,8 m/s) |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken tot op welke hoogte
dit vliegtuig kan vliegen.
Geef het antwoord in kilometers afgerond op één decimaal |
|
|
|
|
|
3. |
Hieronder
staan twee grafieken.
In de linker staat aangegeven hoe de kwaliteit (op een schaal
van 0 tot 100) van een product vermindert als het in een pakhuis
ligt.
In de rechter staat aangegeven hoe de prijs die het product
opbrengt afhangt van de geboden kwaliteit.
Maak een grafiek waarin de prijs is afgezet tegen de tijd in het
pakhuis. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenopgave HAVO Wiskunde A, 2022-I
Vanaf 1959 heeft Charles David Keeling
de CO2-concentratie in de atmosfeer gemeten. Deze metingen laten
zien dat de CO2-concentratie in de atmosfeer in de loop van de jaren
flink is toegenomen. In onderstaande figuur zijn voor de periode
1959–2015 de jaargemiddelden van de CO2-concentratie weergegeven. De
gebruikte eenheid van de CO2-concentratie is ppm (parts per
million): het aantal CO2-deeltjes per miljoen luchtdeeltjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het blijkt dat de CO2-concentratie
elk jaar volgens hetzelfde patroon om het jaargemiddelde schommelt.
In onderstaande figuur kun je aflezen hoeveel het
maandgemiddelde van de CO2-concentratie afwijkt van het
jaargemiddelde. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bepaal het
maandgemiddelde van de CO2-concentratie voor de maand
september 1990. Gebruik hierbij de figuren. Geef je antwoord in één
decimaal nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|