|
|
Interpoleren
en Extrapoleren. |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
De vraag van vandaag is de volgende:
Stel dat ik een tabel heb met voor een aantal waarden van x de
bijbehorende waarde van y.
Zoals bijvoorbeeld deze tabel: |
|
|
x |
2 |
4 |
9 |
12 |
13 |
y |
4,3 |
7,5 |
9,0 |
11,1 |
14,5 |
|
|
|
Kan ik nu berekenen welke waarde van y
hoort bij x = 7?
Kan ik er een schatting voor maken? |
Nou, eigenlijk kan dat natuurlijk niet,
immers y kan alles zijn. We hebben geen formule, helemaal niets!
Toch gaan we een poging doen, onder een paar aannames.
Hiernaast staan de vijf punten uit de tabel getekend. We willen graag
weten welke waarde y op de stippellijn zal hebben.
Nou, dat kan van alles zijn!
Kijk maar: hieronder staan een aantal mogelijke grafieken door deze vijf
punten.
De y-waarde bij x = 7 varieert nogal!!!!! |
|
|
|
|
|
|
Alle grafieken kloppen met de vijf gegeven
stippen en de waarden bij x = 7 zijn 14 en 6,8 en
1,9.
Dat is dus met geen mogelijkheid te bepalen.
Daarom maken we de volgende aanname: |
|
|
Neem aan dat
tussen twee gegeven punten de grafiek een rechte lijn is |
|
|
|
Dat betekent dat de grafiek eruit ziet als
hiernaast.
We nemen dus aan dat de grafiek tussen x = 4 en x =
9 loopt als lijnstuk PQ hiernaast. Dat geeft ons de mogelijkheid de
waarde bij x = 7 te berekenen.
Je zou kunnen proberen een formule van lijn PQ op te stellen en dan
in die formule x = 7 in te vullen... Maar het kan nog sneller.
Tussen P en Q neemt x toe van 4 naar 9. Dat is een toename van
5. De y neemt tegelijkertijd toe met 1,5. Per x is dat een
toename van 1,5/5 = 0,3. |
|
Het gezochte punt ligt bij x
= 7, dus heeft een toename van 3 vanaf P. Daarom zal de y een
toename van 3 • 0,3 = 0,9 hebben. De y die we zoeken wordt
dan 7,5 + 0,9 = 8,4.
Het is nog makkelijker door een verhoudingsschema te maken met daarin
de toename vanaf punt P: |
|
|
|
naar Q |
naar het gezochte punt |
Δx vanaf P |
9 - 4 = 5 |
7 - 4 = 3 |
Δy vanaf P |
9,0 - 7,5 = 1,5 |
?? |
|
Op de plaats van de
vraagtekens staat ?? = 3 • 1,5 / 5 = 0,9
Maar dat is de toename vanaf P, dus omdat yP
= 7,5 wordt de gezochte waarde 7,5 + 0,9 = 8,4. |
|
|
1. |
Benader door middel van lineaire
interpolatie de waarde van het vraagteken in onderstaande
tabellen.
Rond je antwoord, indien nodig, af op drie decimalen. |
|
|
|
|
|
a. |
x |
4 |
9 |
12 |
14 |
19 |
22 |
y |
3,6 |
5,4 |
9,1 |
? |
16,8 |
22,3 |
|
|
|
|
|
|
b. |
P |
5,8 |
12,6 |
24,7 |
25,3 |
38,1 |
t |
56,2 |
48,7 |
40,2 |
? |
32,5 |
|
|
|
|
|
|
c. |
W |
-3,65 |
-6,38 |
-10,23 |
-15,75 |
-23,65 |
q |
12,5 |
? |
5,7 |
1,2 |
-2,6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Onderzoek met lineaire interpolatie of
het punt (4.8 , 6.3) ligt op het rechte lijnstuk
tussen de punten (2.8, 4.7) en (7.6, 8.3) |
|
|
|
|
3. |
a. |
Tijdens het koken van water neemt de
temperatuur in 5,3 minuten toe van 15,3ºC tot 86,6ºC
Bereken met lineaire interpolatie na hoeveel tijd de
temperatuur 50ºC was. |
|
|
|
|
b. |
Een sportauto trekt op van 0 tot 150
km/uur in 14 seconden.
Bereken met lineaire interpolatie na hoeveel seconden de
snelheid 45 km/uur was. |
|
|
|
|
|
|
4. |
examenvraagstuk HAVO wiskunde A, 1994. |
|
|
|
|
|
De leefbaarheid van
woongebieden wordt onder andere beïnvloed door lawaai en stank. Men
heeft geprobeerd om de mate van overlast door lawaai en stank voor
verschillende woongebieden met elkaar te vergelijken.
Geluidssterkte wordt gemeten in decibel (dB).
Via een lineaire schaal worden geluidssterkten vanaf 50 dB omgezet in
een getal L, de lawaai-index. Zie de volgende figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij een geluidssterkte van 50 dB
hoort een lawaai-index L = 0, bij 65 dB hoort L = 100. Geluidssterkten
beneden 50 dB vindt men niet hinderlijk en krijgen lawaai-index L = 0.
Bereken de waarde van L die
hoort bij een geluidssterkte van 61 dB. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
EXTRAPOLEREN |
|
|
Interpoleren was een manier om
een schatting van een waarde te geven die tussen bepaalde waargenomen
getallen ligt. Je kunt dezelfde rekentechniek ook gebruiken om een
waarde te berekenen die naast de waargenomen getallen ligt.
In de grafiek hiernaast zou je de waarde bij t = 8 kunnen
schatten door het eind van de grafiek (het lijnstuk tussen t = 5
en t = 6) "door te trekken".
Als je afleest (5, 4.6) en (6, 5.3) dan geeft dat de
volgende berekening (op dezelfde manier als bij interpoleren):
|
|
|
naar Q |
naar het gezochte punt |
Δx vanaf P |
1 |
3 |
Δy vanaf P |
0,7 |
? |
|
|
|
|
Daaruit volgt ? = 3
• 0,7/1 = 2,1 dus het nieuwe punt heeft N = 4,6
+ 2,1 = 6,7 |
|
|
5. |
Hieronder vind je een grafiek voor de
autoverkopen van de belangrijkste vijf merken in de verenigde
Staten in 2008. Op de verticale as staat het marktaandeel in
procenten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Als Chrysler de gegevens van het
eerste halfjaar zou gebruiken om te extrapoleren, dan zou men
voor het eind van het jaar op een erg sombere voorspelling
uitkomen. Welke voorspelling? |
|
|
|
|
b. |
Als GM de gegevens van Juni tot en met
September zou gebruiken om te extrapoleren, dan komt men voor
het eind van het jaar op een erg zonnige voorspelling uit. Welke
voorspelling? |
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Hieronder zie je een grafiek van de
AEX-index van maandag 9 maart 2009. De grafiek komt van de
internetsite van Beursplaza. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Een belegger probeert de koers om
17:00 te voorspellen door te extrapoleren met de gegevens
van 11:00 uur en 15:00 uur. Op welke slotkoers komt hij
dan uit? Hoeveel procent zit hij naast de werkelijke
koers? |
|
|
|
|
b. |
Een andere belegger probeert ook de
koers om 17:00 te voorspellen en komt uit op een koers van 200.
Eén van de meetpunten die hij heeft gebruikt is de meting van
14:00 uur. Van welk tijdstip kunnen de gegevens van de andere
meting die hij heeft gebruikt zijn geweest? |
|
|
|
|
7. |
Voor het aantal inwoners (in
miljoenen) van Nederland geldt de volgende tabel: |
|
|
|
|
|
jaar |
1955 |
1960 |
1965 |
1970 |
1975 |
1980 |
1985 |
1990 |
1995 |
2000 |
2005 |
inwoners |
10,68 |
11,42 |
12,21 |
12,96 |
13,60 |
14,09 |
14,45 |
14,89 |
15,42 |
15,86 |
16,33 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Als iemand in 1960 met de
gegevens van 1955 en 1960 door middel van lineair extrapoleren
zou berekenen hoeveel inwoners Nederland in 2012 zal hebben,
welke waarde zou hij dan vinden? |
|
|
|
|
b. |
Welke waarde voor de
bevolking in 2012 zou iemand vinden die de gegevens van
2000 en 2005 gebruikt? |
|
|
|
|
c. |
Leg duidelijk uit hoe het
komt dat de antwoorden op de vragen a en b van elkaar
verschillen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Iemand beweert: "Als je
bij een vloeiend verlopende grafiek elke keer met interpoleren
een lagere waarde dan de werkelijke waarde vindt, dan zul je
elke keer met extrapoleren een hogere waarde dan de werkelijke
waarde vinden".
Leg met een grafiek duidelijk uit waarom dat zal kloppen! |
|
|
9. |
Toen de mensen in 1957 voor het eerst
AOW kregen ("van Drees gingen trekken" noemde men dat, naar
minister Drees die de AOW in het leven riep) was het aantal
AOW-ers 738.693. In 1968 werd de mijlpaal bereikt van één
miljoen 65-plussers. |
|
|
|
a. |
Geef met behulp van lineair
interpoleren een schatting van het aantal AOW-ers in 1960. |
|
|
|
|
|
b. |
Geef met behulp van lineair
extrapoleren een schatting van het jaar waarin het aantal
AOW-ers de 2 miljoen zal bereiken. |
|
|
|
|
|
Het AOW-pensioen wordt voor het
grootste deel betaald door de mensen die nog werken en nog geen
65 jaar zijn. Naar verhouding zullen steeds minder werkenden
gaan betalen voor steeds meer AOW'ers In 1957 waren er nog
zestien 65-plussers op honderd mensen tussen 20 en 65 jaar. In
1989 was dit al gestegen naar 22 |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken door lineaire extrapolatie het
aantal 65-plussers per 100 mensen in 2011. |
|
|
|
|
10 |
examenvraagstuk HAVO
wiskunde A, 2015. Het lijkt goed te gaan met het terugdringen van het
gifgebruik in de aardappelteelt. Nederlandse aardappelboeren gebruikten
in 1998 gemiddeld 32 kg chemische bestrijdingsmiddelen (gif) per hectare
(ha). In 2007 was dat gedaald tot 24,5 kg per ha. En het gebruik daalt
nog steeds.
Neem aan dat dit gebruik lineair afnam en ook na 2007 op
dezelfde wijze lineair blijft afnemen.
Bereken hoeveel kg gif per ha er dan in
2015 gebruikt wordt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|