|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
|
1. |
Maak in bovenstaand voorbeeld een formule voor
de kans op een rode en een zwarte knikker.
Bereken daarmee hoe groot de kans op een rode en een zwarte
knikker maximaal kan zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Ik heb hier een vaas met in totaal
30 knikkers. Ze zijn rood of zwart.
Ik trek er twee knikkers uit, zonder ze terug te leggen.
De kans op een rode en een zwarte blijkt gelijk te zijn aan
0,4046.
Hoeveel rode knikkers zaten in de vaas? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een aantal van mijn vrienden heeft
een wedstrijdje gedaan wie het meeste bier kon drinken.
Ik was daar niet bij, maar de volgende dag vragen ze mij te
raden in welke volgorde ze zijn geëindigd, dus wie 1e
was, wie 2e enzovoorts.
Nou heb ik geen flauw idee hoeveel bier iedereen kan drinken,
dus ik ga zomaar wat gokken.
De kans dat ik alles goed gok bereken ik op 0,00139 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot is die vriendenclub? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Hoe groot zou die club
minstens moeten zijn als de kans dat ik alles goed raad kleiner
is dan 0,000000000001? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Een HAVO-5 klas bestaat
uit 28 leerlingen.
Als je er willekeurig een groep van 8 uit kiest, dan is de kans
op precies 3 meisjes gelijk aan 0,3308
Hoeveel meisjes zitten er in deze klas? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
In een dierenwinkel
krioelen een aantal muizen in een bak. Er zitten 7 gevlekte
muizen bij, de rest is effen zwart. Als je er willekeurig 4
muizen uithaalt, dan blijkt de kans dat daar één gevlekte muis
bijzit even groot als de kans dat er twee gevlekte muizen bij
zitten.
Bereken hoeveel muizen er in de bak zitten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |