|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Afgeleide
van xn. |
|
|
|
|
Hieronder staan 4 grafieken (rood)
met eronder hun afgeleide (blauw) getekend.
Misschien valt je al wel iets op aan de vorm van deze afgeleides en
grafieken...... |
|
|
|
|
|
Het lijkt er wel op alsof de vorm
van de afgeleide steeds gelijk is aan de vorige functie!
Niet precies, maar wel ongeveer. Kijk maar: |
|
|
|
|
|
De grafieken zijn wel niet exact
gelijk, maar de vorm lijkt er wel aardig op. Ze zijn als afgeleide
hooguit ietsje steiler geworden.
Laten we gaan onderzoeken of ons vermoeden inderdaad klopt.....
De afgeleide van y = x2
Vul de volgende tabel in: |
|
|
x |
-4 |
-3 |
-2 |
-1 |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
helling van y = x2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Probeer daarna of je een formule
voor f ' kunt maken. Als ons vermoeden klopt, dan zal die
formule iets te maken hebben met y = x. De oplossing
staat hiernaast, maar probeer het eerst zélf!!! |
|
De afgeleide van y = x2 is
y' = 2x |
|
|
|
De
afgeleide van y = x3
Vul de volgende tabel in: |
|
|
x |
-4 |
-3 |
-2 |
-1 |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
helling van y = x3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Probeer daarna of je een formule
voor f ' kunt maken. Als ons vermoeden klopt, dan zal die formule
iets te maken hebben met y = x2 . Maak
eventueel in de tabel een derde rij met daarin x2
en kijk of je een verband tussen de tweede en derde rij kunt vinden. De
oplossing staat hiernaast, maar probeer het eerst zélf!!! |
|
De afgeleide van y = x3 is
y' = 3x2 |
|
|
|
De
afgeleide van y = x4
Probeer op dezelfde manier als hierboven een formule op te stellen
voor de afgeleide van x4 . Bedenk daarbij dat ons
vermoeden zegt dat het iets te maken zal hebben met x3
. |
|
De afgeleide van y = x4 is
y' = 4x3 |
|
|
|
EEN
BELANGRIJKE REGEL. |
|
|
In die afgeleides die we zojuist
hebben gevonden zit een regelmaat. Laten we ze nog even op een rijtje
zetten: |
|
|
functie f |
x2 |
x3 |
x4 |
x5 |
afgeleide f ' |
2x |
3x2 |
4x3 |
... |
|
|
|
De regelmaat is: zet de macht voor de
functie en maak die macht eentje lager. In formule:
|
f(x) = xn
⇒ f '(x)
= n ∙ xn-1 |
|
|
|
|
|
|
Het opstellen van de afgeleide
functie noemen we differentiëren. |
|
|
Drie uitbreidingen. |
|
|
UITBREIDING 1 |
|
|
|
Wat te doen als er nog een
constant getal bij staat? Dus als de functie er uitziet als f(x)
= xn + a met a één of ander
constant getal?
Je kunt het antwoord daarop het best vinden door je af te vragen:
"Wat gebeurt er met de grafiek van f als we +a
achter het functievoorschrift zetten (Dus als we er f
+ a van maken)?"
Het antwoord daarop is simpel: de grafiek schuift gewoon in zijn
geheel a omhoog. Maar nou komt het: bij dat
verschuiven verandert de helling niet!!! Bij een bepaalde x is de
helling na afloop van het verschuiven nog precies even groot als vooraf.
Dat betekent dat zo'n constant getal a geen invloed heeft op de
helling.
Voor de afgeleide mogen we doen alsof die constante getallen er niet
zijn.
Conclusie:
|
constante getallen +a
of -a vallen weg bij
differentiëren |
|
|
|
Algebraïsch genoteerd zou dat
zijn: (f(x) + a)
' = f '(x) maar
het is misschien handiger bovenstaande regel te onthouden. |
|
|
UITBREIDING
2 |
|
|
|
Wat gebeurt er als we het
functievoorschrift vermenigvuldigen met een constant
getal a?
Dus bijvoorbeeld van x2 maken we 8x2
..... Wat zijn de gevolgen voor de helling?
Je kunt weer het best kijken naar wat de gevolgen voor de grafiek zijn.
Als je een functievoorschrift met een getal a vermenigvuldigt,
dan betekent dat dat elke y a keer zo groot wordt,
dus dat de afstand van de grafiek tot de x-as a keer zo
groot wordt. |
De grafiek wordt als het ware verticaal
"uitgerekt" en wordt a keer zo groot, en dus ook a
keer zo steil.
Maar dan wordt de helling óók a keer zo groot.
Je kunt dat bijvoorbeeld zien door de helling te bekijken met
Δy/Δx
met een punt vlak ernaast. Als je de grafiek uitrekt wordt
Δy
dus a keer zo groot en
Δx
blijft gelijk. Dus wordt
Δy/Δx
óók a keer zo groot. Kortom als je de grafiek met een getal a
vermenigvuldigt, dan wordt de helling daar óók mee
vermenigvuldigd.
Conclusie: |
|
|
|
constante getallen ×a
(of :a) schrijf je over bij differentiëren. |
|
|
|
|
UITBREIDING
3 |
|
|
|
Wat gebeurt er met de helling als
we twee grafieken bij elkaar optellen?
Hoe zit het bijvoorbeeld met de helling van y = x2
+ x3 ? Of in het algemeen met de helling van y = y1
+ y2?
De oplossing kun je als volgt zien.
Stel dat over een afstand van
Δx de y1
toeneemt met 4 en de y2 met 2. Dan neemt de totale y
toe met 4 + 2 = 6.
Ofwel:
Δy =
Δy1
+
Δy2
Maar daar staat eigenlijk (als je dit berekent tussen een punt en een
punt vlak ernaast) dat y' = y1' + y2'
Conclusie: |
|
|
stukken
die opgeteld (of afgetrokken) worden mag je apart
differentiëren |
|
|
|
|
Met deze drie uitbreidingen kun je
nu al heel wat functies differentiëren.
Voorbeeld: Geef de afgeleide van y = -2x2
+ 5x
- 8
Hier staan drie stukken (namelijk -2x2
en 5x en -8) dus die mogen we apart
differentiëren (uitbreiding 3).
-2x2 : -2 schrijven we over (uitbreiding
2) en de afgeleide van x2 wordt 2x.
Dat geeft samen -2 • 2x = -4x
5x : 5 schrijven we over (uitbreiding 2) en de
afgeleide van x wordt 1, dus samen geeft dat 5 • 1 = 5
-8 : die laten we weg (uitbreiding 1)
Nemen we de antwoorden weer samen dan wordt de totale afgeleide gelijk
aan -4x + 5 |
PAS
OP!
Als er stukken met x-en erin met elkaar worden vermenigvuldigd,
dan mag je NIET zomaar apart de afgeleides van die stukken nemen. Dan
zul je eerst het functievoorschrift anders moeten gaan schrijven.
Twee voorbeelden: |
|
|
f(x) = (2x + 1)(x2 + 3x)
eerst de haakjes wegwerken: f(x) = 2x3
+ 6x2 + x2 + 3x = 2x3
+ 7x2 + 3x
nu de afgeleide: f '(x) = 2 • 3x2
+ 7 • 2x + 3 = 6x2 + 14x + 3 |
|
|
|
f(x) = 2x2 • 4x5
eerst samennemen: f(x) = 8x7
dan de afgeleide : f '(x) = 8 • 7x6
= 56x6 |
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1 |
Geef de afgeleide van de
volgende functies: |
|
|
|
|
|
|
a. |
f(x) = 6x4
+ 4x3 - 8x |
e. |
f(x) = 7 + 11x +
1/4x6 |
|
|
|
|
|
|
b. |
f(x) = 12 -
2x3
+ x2 |
f. |
y = -0,2x3
- 5x4 +
4 |
|
|
|
|
|
|
c. |
f(x) = 5x10
+ 6x9 + 7x8 |
g. |
y = 6 - 3x5
- 1/2x4 |
|
|
|
|
|
|
d. |
y = x + 5 -
3x4
|
h. |
f(x) = 6x
- 8x + 2x2
- 10 |
|
|
|
|
|
2. |
Differentieer de volgende
functies: |
|
|
|
|
|
|
a. |
f(x) = 8x + 4
- 10x3 |
e. |
y = 4x - x •
2x3 |
|
|
|
|
|
|
b. |
f(x) = (5 -
2x) • (3x + 7) |
f. |
f(x) = 30x
- 20x2
• 5 |
|
|
|
|
|
|
c. |
y = 4x3 • 2x5
|
g. |
y = (30x -
20x2) • 5 |
|
|
|
|
|
|
d. |
f(x) = 4(3x5
+ 2x2) |
h. |
f(x) = 4x4
- 6x2 • x +
3x |
|
|
|
|
|
3. |
Gegeven is de functie f(x)
= 2x5 - 4x |
|
|
|
|
|
|
a. |
Geef de vergelijking van
de raaklijn in het punt waar x = 2 |
|
|
|
|
|
b. |
Geef de vergelijking van
de raaklijn in het punt waar x = -0,6 |
|
|
|
|
4. |
In deze opgave onderzoeken we een functie f
waarvan de afgeleide functie bestaat voor iedere waarde van x. De
functie f wordt door twee verschillende formules gegeven:
een formule voor x ≤ 5 en een
formule voor x ≥ 5.
Voor x
= 5 leveren beide formules dezelfde functiewaarde.
De formule voor x ≤ 5
luidt: f(x) = -1/2x2
+ 4x + 2.
De formule voor x ≥
5 kun je bepalen als je gebruik
maakt van het volgende extra gegeven:
De grafiek van de afgeleide functie f ' is symmetrisch ten
opzichte van de lijn x = 5 |
|
|
|
|
a. |
Teken de grafiek van de
afgeleide functie f ' en stel een formule op voor de afgeleide
functie f ' voor x
≥ 3. |
|
|
|
|
Een formule voor de functie f
voor x ≥ 3 is van de vorm
f(x) = ax2 + bx + c. |
|
|
|
|
b. |
Bereken a, b en
c. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|